Hoorcolleges
Hoorcollege 1.1 – Inleiding en koop
Inleiding
Het handelsrecht bestaat uit verschillende onderwerpen:
- Internationale koop/handelskoop
- Transportrecht
- Betalingstechnieken – waardepapieren
- Handelstussenpersonen
- Intellectueel eigendomsrecht
- Verzekeringsrecht
Kenmerken van het handelsrecht
Handelsrecht wordt traditioneel afgezet tegen het burgerlijk recht. Tot 1992 waren er een afzonderlijk Wetboek
van Koophandel en een apart BW. Koophandel is in Nederland nooit een echt compleet afgesloten systeem
geweest. Er zijn altijd veel overlappende systemen geweest. De huidige verhouding tussen het Burgerlijk Recht
en het Handelsrecht bestaat uit een kleine overlap. Het Burgerlijk recht bestaat uit het algemene deel en het
Handelsrecht omvat de bijzondere delen van het BW.
Het handelsrecht kent veel samenhangende rechtsverhoudingen bij overeenkomsten. Juridisch zijn deze in
principe gescheiden, maar feitelijk zijn de overeenkomsten samenhangend/afhankelijk van elkaar.
Nog een kenmerkt is dat er soms sprake is van drie- en meerpartijenovereenkomsten. Dit is wel een
uitzondering.
Een ander kenmerkt van het handelsrecht is een rechtszekerheid. Dit si een doel waarnaar wordt gestreefd
door de partijen, maar ook door de rechters. Men probeert de rechtszekerheid te waarborgen door contracten
relatief strikt te interpreteren.
Handelsrecht heeft ook een internationale dimensie. Doordat bij internationaal handelen niet altijd duidelijk is
welk nationaal recht van toepassing is, zijn er in sommige gevallen internationale verdragen gemaakt
(eenvormig privaatrecht).
Koop
De definitie van koop staat in artikel 7:1 BW. Het bestaat uit twee criteria: de een verbindt zich een zaak te
geven en de ander verbindt zich om daarvoor een prijs in geld te betalen. In dit geval zijn koper, verkoper en
de goederen op dezelfde plaats. Inspectie van de goederen is dan mogelijk. Het risico en het eigendom gaan
over bij de overhandiging.
De commerciële koop, ook wel de handelskoop staat in het handelsrecht centraal. Het begrip staat niet
gedefinieerd in de wet. Handelskoop staat recht tegenover de consumentenkoop. Handelskoop gaat om koop
en verkoop tussen bedrijven. Binnen de handelskoop wordt er gehandeld met bulkgoederen, ook wel
commodities (generieke zaken) genoemd. Generieke zaken zijn in principe vervangbaar.
Binnen de handelskoop gelden vaak fatale termijnen. Indien een termijn niet wordt gehaald, dan kan dit leiden
tot ontbinding van de overeenkomst (artikel 6:83 sub a BW).
In de internationale handel is er vaak sprake van traders. Traders kopen goederen om ze daarna weer zelf door
te verkopen. Dit is juridisch relevant, omdat zij een tussenpersoon is. Hij heeft een overeenkomt met de
verkoper, maar ook met de koper.
Er dient veel te worden geregeld bij een handelskoop, zoals eigendomsoverdracht, vervoer (kosten en risico),
betaling, wijze van levering, verzekering, documentatie etc.
Standaardcontracten/clausules
Er zijn verschillende manieren om contracten op te stellen. Men kan zelf een contract van begin tot eind
opstellen met telkens nieuwe onderhandelingen. Dit is heel inefficiënt.
,Een andere optie is het internationaal regelen van contracten. Er is dan sprake van eenvormig recht. Voor de
handelskoop is er het Weens Koopverdrag (CISG). Het nadeel is dat dit verdrag niet bindend is en de
toepassing ervan kan worden uitgesloten.
Men kan ook gebruik maken van standaardcontracten. Er zijn verschillende organisaties die voor hun leden
standaardcontracten opstellen. De partijen hoeven zelf alleen de specificaties in te vullen.
Er bestaat ook een minder vergaande mogelijkheid, de standaardclausules. Dit zijn de Incoterms. Bepaalde
aspecten die in een koopovereenkomst zouden moeten staan, kunnen worden opgevangen door dergelijke
Incoterms. Dit zijn regelingen voor specifieke aspecten van een koopovereenkomst. Dit is alleen van
toepassing als de partijen er zelf voor kiezen dit in het contract te gebruiken.
- De ICC (International Chamber of Commerce) heeft de Incoterms geïntroduceerd. Het zijn clausules die
men kan incorporeren in de koopovereenkomsten. Ze zijn geen dwingend recht, er mag van worden
afgeweken. De Incoterms worden regelmatig herzien.
Elke transportmodus Vervoer over water (zee/binnenvaart)
E-groep EXW
F-groep FCA FAS, FOB
C-groep CPT, CIP CFR, CIF
D-groep DAP, DPU, DDP
Het verschil tussen FOB en CIF zit in de kosten en de verzekering. Het risico is bij deze groepen hetzelfde en
gaat over in de vertrekhaven. De verkoper heeft bij de EXW de minste verplichtingen. Bij de DDP heeft de
verkoper de meeste verplichtingen.
De Incoterm regelen:
- Het vervoer.
- Wanneer het risico
overgaat van verkoper
op koper.
- De verzekeringsplicht.
- Vergunningen,
machtigingen,
veiligheidstoelatingen
en andere
formaliteiten.
- De wijze en het tijdstip
van levering.
Incoterms regelen niet de
eigendomsoverdracht.
Risico en eigendom
moeten los van elkaar
worden gezien.
Basisverplichtingen partijen
De verkoper heeft de basisverplichting om conforme goederen te leveren (artikel 7:17 BW). De verkoper moet
de goederen leveren zoals overeengekomen in de koopovereenkomst. Dit is een absolute verplichting. De
basisverplichting van de koper bestaat uit de koopprijs betalen.
De koper moet geleverde goederen inspecteren en binnen bekwame tijd na ontdekking kennis geven van non-
conformiteit (artikel 7:23 BW). Bij vervoerskoop en levering in vertrekhaven kan/mag de inspectie worden
uitgesteld tot aankomst op bestemming.
De verkoper kan nooit dwingen de niet-conforme goederen toch aan te nemen. De koper heeft dan een aantal
mogelijkheden. De keuze hiervoor ligt bij de koper, dit zijn geen verplichtingen.
- De koper kan niets doen en de non-conforme goederen toch aanvaarden.
- De koper aanvaardt de non-conforme goederen, maar met schadevergoeding of een prijsvermindering.
, - Herstel of vervanging van de niet-conforme goederen (artikel 7:21 BW en artikel 46 CISG). Dit is een
mogelijkheid, tenzij dit onredelijk is in de omstandigheden voor de verkoper. Dit wordt ook wel een specific
performance genoemd. Naar Engels recht is dit uitzonderlijk, dit wordt enkel toegestaan in zeer specifieke
omstandigheden. Bovendien is een eventuele schadevergoeding naast het herstel of vervanging mogelijk.
- Niet-conforme deel van de goederen weigeren (rejection). In de praktijk komt dit vaak voor. De weigering
kan plaatsvinden in combinatie met een schadevergoeding of prijsvermindering. Als alle goederen niet-
conform zijn, gaat men over op ontbinding van de koopovereenkomst. Het is een probleem als een deel
van de goederen niet-conform zijn. Binnen de handelskoop is er altijd sprake van prijsstijging en -daling.
Het kan voorkomen dat de koper wil ontbinden, omdat hij een betere deal kan maken met een andere
verkoper. Dit kan een reden zijn voor de weigering en ontbinding van de koopovereenkomst.
• In het Nederlandse recht wordt ontbinding door artikel 6:265 lid 1 BW geregeld. De tekortkoming moet
voldoende van aard zijn en niet gering.
• In het Engelse recht werkt ontbinding anders. Er zijn drie termen van belang:
a. Condition: elke denkbare schending is ernstig genoeg voor ontbinding.
b. Warranty: geen enkele denkbare schending is ernstig genoeg om de ontbinding van de
overeenkomst te rechtvaardigen.
De Sale of Goods (SGA) spreekt enkel over conditions en warranties. Er is echter ook een
tussenvorm.
c. Innominate term: er moet in concreto worden beoordeeld of de schending ernstig genoeg is om
ontbinding te rechtvaardigen. Er mag dus niet worden gekeken naar hoe ernstig de wanprestatie
of schade is. Er moet juist worden gekeken naar hoe partijen de desbetreffende clausule moeten
hebben bedoeld.
Ontbinding betekent dat de koopovereenkomst ongedaan wordt gemaakt. De verkoper moet de goederen niet
leveren of de reeds geleverde goederen terugnemen. De koper heeft een zorgplicht voor de goederen op
grond van artikel 7:29 BW en artikel 86 CISG. De koper moet de prijs niet betalen of krijgt de betaalde prijs
terug. Er is een bijkomende schadevergoeding mogelijk.
Ontbinding is weigering. Weigering impliceert geen noodzakelijke ontbinding. Het is de keuze van de koper. De
koper kan kiezen voor ontbinding en eventuele schadevergoeding, maar kan er ook voor kiezen om de
overeenkomst te behouden en uitvoering en/of schadevergoeding te eisen.
Hoorcollege 1.2 – Transport
Definitie vervoerovereenkomst
De definitie is te vinden in artikel 8:20 BW. Het verbinden is het cruciale begrip in de vervoersovereenkomst.
Het is een consensueel criterium dan aansluiting zoekt bij de wilsovereenstemming tussen partijen. De vraag
wie feitelijk het vervoer verricht, is niet bepalend. Een tegenprestatie is niet noodzakelijk om van een
vervoersovereenkomst te spreken. Derden worden niet in definitie genoemd, maar deze zijn er vaak wel. De
verplichting van de vervoerder is veelal niet persoonlijk van aard. Hij mag zijn taak uitbesteden aan een
hulppersoon, maar hij blijft zelf wel verantwoordelijk voor de nakoming van zijn verplichting (artikel 6:76 BW).
Expeditieovereenkomst
Er bestaat ook een expeditieovereenkomst (artikel 8:60 BW). Hierin gaat het om het doen vervoeren. De
expediteur sluit ten aanzien van de expeditieovereenkomst een vervoersovereenkomst met de vervoerder.
Expeditie heeft vooral met vertegenwoordiging te maken. De algemene regelingen van lastgeving zijn bij de
expeditieovereenkomst niet van toepassing (artikel 7:424 lid 2 BW). Het verschil tussen deze twee
overeenkomsten zit in de aard van de verbintenis die de dienstverlener (vervoerder/expediteur) op zich neemt.