HOOFDSTUK 1: MARKETING EN MARKETINGCONCEPT
Marketing = alle activiteiten verricht door ruilsubjecten, die erop gericht zijn om
ruiltransacties te bevorderen, te vergemakkelijken en te bespoedigen
Mensen, gedrag, markt, consumeren, producten, goederen, diensten, belevingen,
merken, communicatie, gevoel en ruiltransacties -> sterk merk
Marketingconcept = de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de
marktbenadering, waarbij ervan uitgegaan wordt dat de ruiltransacties het best tot stand
komen door de behoeften van de afnemers als uitgangspunt te nemen
Hoe benaderen bedrijven hun klanten
Vroeger werd marketing vrijwel uitsluitend als distributie gezien
Men beschouwde marketing als de feitelijke verplaatsing van goederen
Product oriëntatie = specifieke productiekwaliteit
Productie oriëntatie (>1900) = massaproductie, klant weinig keus, meer efficiënt
produceren
Verkoop oriëntatie = meer communicatie en distributie
Marketing oriëntatie (>1960) = luisteren wat klant wil en product erop afstemmen
Sociale marketing oriëntatie = luisteren wat klant wil en letten op effecten die
productie met zich meebrengt
Globale marketing oriëntatie = opkomende markten
Totale marketing oriëntatie (>1995) = communicatie offline en online
Naast globalisering = totale marketingconcept en marketing participatie en co-creatie
Beleving en samenwerking staan in de huidige periode centraal:
Identiteit = Wie ben ik?
Imago = Wie denk jij dat ik ben?
Integriteit = Geloof jij dat ik ben wie ik zeg dat ik ben
Marketingmix
4P’s = een bedrijf dat marketing wil toepassen kan dit d.m.v. het gebruik van de
marketinginstrumenten
1. Prijs
Prijzen (basisprijsinstelling)
Handelsmarges
Kortingen
Leverings- en betalingsvoorwaarde
2. Product
Kwaliteiten, vormgeving, verpakking, accessoires, assortiment, service, garantie,
service-elementen
Merknaam, logo, handleiding
3. Plaats (distributie)
, Kanaalkeuze
Distributiespreiding
Voorraadbeheer
Transportmethodiek
4. Promotie
Reclame (persoonlijk verkoop of digitaal)
Sponsoring
Salespromotion
Beurzen en congressen
Public relations
5e P = personeel / presentatie / packaging
6e P = paarse koe
Je wilt dat jouw producten opvallen tussen alle andere producten
Nieuw product creëren
Bedrijven moeten ook rekening houden met de drie R’s: reputatie, relatie en ruil
Bartering = een ruiltransactie zonder betrokkenheid van geld
Vormen van marketing
Consumentenmarketing
Detailhandelsmarketing
Groothandels- en detaillistenmarketing
Handels- of trademarketing
Commerciële marketing
, HOOFDSTUK 2: MARKETINGOMGEVING
Drie marketingactiviteiten
1. Micro marketing
= de rol van marketing in een individuele onderneming
= marketing op bedrijf/instelling/organisatie niveau
Interne ondernemingsfactoren -> sterktes en zwaktes
2. Meso-marketing
= de rol van marketing op bedrijfskolom of bedrijfstakniveau (branches)
= samenwerking tussen bedrijven binnen een bedrijfstak
o Bedrijfstak is opgebouwd uit branches
o Branches: een groep organisaties die binnen een bedrijfstak grote
overeenkomsten vertonen
o Bedrijfstak: horizontale verbinding in een bedrijfskolom
Externe omgevingsfactoren -> kansen en bedreigingen
Meso-omgevingsfactoren: marktpartijen: (toe)leveranciers, handelsschakels, consument,
concurreren
Concurrentieniveaus:
Merkconcurrentie = elkaar substituten -> Zuivelhoeve, Campina
Productvormconcurrentie = verschijningsvormen -> melk, bio melk
Generieke concurrentie = eenzelfde behoefte -> water, verse sap, shakes
Behoefteconcurrentie = keuze maken (euro’s) -> cola, fanta
3. Marco marketing
= de rol van marketing op samenlevingsniveau
Externe omgevingsfactoren -> kansen en bedreigingen
DESTEP-analyse
D = demografische factoren: kenmerken bevolking
E = economische factoren: kenmerken die economie beschrijven
S = sociaal-culturele factoren: kenmerken cultuur/leefgewoonten
T = technologische factoren: kenmerken ontwikkeling
E = ecologische (+ geografische) factoren: kenmerken fysieke omgeving
P = politiek-juridische factoren: kenmerken overheidsbeslissingen
5 krachtenmodel van Porter
= Winstpotentieel van de markt bepalen
1. Markt van de concurrentie
2. Macht van de leveranciers
3. Markt van de afnemers
4. Dreiging van de nieuwe toetreders
5. Dreiging van substituut producten