Effectief communiceren.
Hoofdstuk 2 de eerste indruk.
Binnen 6 seconden hebben wij al onze eerste indruk, dit word behaald door stereotype gedrag en
andere generalisaties.
Het Tussen-Effect (stereotypering) is de neiging om een individu alleen nog te zien als een lid van een
groep en dezelfde eigenschappen die daarbij horen.
Iedereen doet aan stereotyperingen het is namelijk een automatisch proces, dit i.v.m. beoordelen of
mensen een gevaar zijn.
BMW rijders zijn arrogant, Vrouwen zijn gevoelig of Mooie mensen zijn aardig zijn een aantal
voorbeelden.
Sekse specifieke stereotypieën zijn deels gebaseerd op biologische, economische en politieke
factoren.
Vrouwen baren kinderen vrouwen verzorgen de kinderen vrouwen zijn zorgzaam.
Accessoires kunnen ook stereotyperingen zijn zoals auto’s, mobieltjes en kleding.
Het risico van stereotyperen is dat er soms een foute beoordeling over iemand gemaakt word.
Halo-Effect is op basis van 1 positieve eigenschap alle eigenschappen goed te keuren.
(vb. Mooie mensen)
Horn-Effect is op basis van 1 negatieve eigenschap alle eigenschappen af te keuren.
(vb. Arrogantie)
Leniency-Effect is om vrienden en bekenden positiever in te schatten dan onbekenden.
(vb. uit dezelfde groep is automatisch beter)
De opbouw van de eerste indruk zijn sociale factoren + uiterlijke factoren + gedragsfactoren.
Sociale factoren Beroep, nationaliteit, woonplaats of religie.
Uiterlijke factoren Man/vrouw, postuur, lengte, schoenen, geur of stem.
Gedragsfactoren Houding, gezichtsuitdrukking, handdruk, oogcontact of taalgebruik.
Het totaal hiervan telt erbij. Er zijn dingen die je kunt veranderen, maar lang niet alles. Je zou al wel
het gene kunnen benoemen in het gesprek “ik lijk groot en sterk maar ik heb enorm veel passie en
gevoel bij ..”
De eerste indruk is vaak hardnekkig en we zijn geneigd om ons er aan vast te houden en er ontstaat
‘zie je wel’ -effect
(vb. Je bent docent, klasgenoot is terug getrokken, stelt hem makkelijke vragen want je denkt dat hij
niet zo slim is, vervolgens test waarop hij slecht scoort).
Persoonlijke indruk is gebaseerd op persoonlijke ervaringen met die persoon en de verwachtingen
die je van degene hebt.
, (vb. ik zie iemand als hard werkend, mogelijk mijn leidinggevende niet).
Het herstellen van een slechte eerste indruk kan door middel van het maken van excuses en het
bewaren van je geduld. Daarnaast kun je er aan werken door lef te tonen; namelijk kritisch naar
jezelf kijken en mild zijn; door jezelf wel te accepteren.
Kleding kun je ook aanpassen, door je gepast te kleden aan de situatie
Hoofdstuk 3. Persoonlijke eigenschappen.
Persoonlijkheid is het gene wat ieder mens tot een uniek wezen maakt.
Persoonlijke aanleg Genen zoals bepaald talent of ziekten.
Persoonlijke eigenschappen Karaktertrekken die moeilijk veranderbaar zoals extraversie of
doorzettingsvermogen.
Kernkwaliteiten Horen bij het wezen van het persoon, typeert de persoon en zonder deze zou hij
een ander mens zijn.
Persoonlijke voorkeuren Zit vast aan het persoonlijkheid zoals linkshandig zijn.
Talenten, beperkingen en karaktereigenschappen liggen voor een deel al vast tijdens de geboorte.
Persoonlijkheid, intelligentie en aanleg voor depressie, migraine, hart -en vaatziekten liggen ook vast
in de genen.
Omgevingsfactoren hebben ook veel invloed van baby af hangt dat al af van voeding, prikkels etc.
De hersenen zijn pas op de leeftijd van 23-25 volgroeid.
Het betekend niet dat als je ouder bent niks meer kunt leren of niet meer kunt aanpassen een
ingrijpende gebeurtenis kan dit wel leren of zelfs een deel van je karakter aanpassen
Geboorte van een kind (mannen worden zorgzamer).
Militairen (na terug komst zijn ze niet meer zich zelf).
Dementie (onmetelijke verandering aan de hersenen).
Er bestaan drie vormen van socialisatieprocessen.
1 primaire socialisatie Directe relatie, gezin, taalaccenten.
2 secundaire socialisatie Indirecte relatie, school/werk omgeving, eigen levensstijl ontwikkelen.
3 tertiaire socialisatie Verborgen relatie, tv games en internet, agressie normaliseren door films.
Secundaire en tertiaire socialisatie blijft doorgaan als een persoon volwassen is en dit veranderd niet.
Het totaal van aangeboren eigenschappen én het socialisatieproces zorgen voor de opbouw van een
unieke set van persoonlijke eigenschappen die kenmerkend is voor een persoon.
Het heeft weinig zin om iemand te oordelen over persoonlijkheid, het beste is om dit te accepteren
omdat dit niet veranderbaar is. Mijn eigen persoonlijkheid bepaald wat wel en niet normaal is en het
word gebruikt als een bril waarmee je het gedrag van anderen beoordeelt.
MBTI is een model gebaseerd op de indeling in persoonlijkheidstypen van Jung (1921) en worden 4
persoonlijke voorkeuren vormen de voorkeuren van MBTI.