100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting "Kennisbasis Taal" en "De Taallijn" €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting "Kennisbasis Taal" en "De Taallijn"

 12 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document worden de volgende hoofdstukken en boeken samengevat: 1. De Taallijn (Elsäcker, W. van., Van der Beek, A., Hillen, J. & S. Peters, 2006) hoofdstuk 4 en 9 2. Kennisbasis Taalonderwijs (Huizenga, H. & Robbe, R.) hoofdstuk 4 t/m 7

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 4 t/m 7
  • 30 augustus 2022
  • 13
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
mareh
Samenvatting De Taallijn
Hoofdstuk 4: Werken aan woordenschat
Interactief taalonderwijs sluit aan bij het natuurlijke verwervingsproces van de woordenschat en
geeft daaraan een stevige impuls. Woordenschatonderwijs is vooral kansrijk als het plaatsvindt in een
rijke omgeving die de leerlingen de gelegenheid geeft hun woordenschat te verbreden, te verdiepen
en te oefenen. Interactie staat hierbij centraal.

 3 jaar: 800 actieve woorden
 4 jaar: 2000 actieve woorden, 3500 passieve woorden
 Eind basisschool: 15000 woorden receptief beheersen
 Receptieve woordenschatverwerving: passief leren beheersen van een woord.
 Productieve woordenschatverwerving: actief gebruiken van een woord.
 Satellietwoorden: woorden die rondom activiteiten worden gebruikt die ook worden
opgepikt.

De woordenschatontwikkeling verloopt in vier fasen:
1. (vanaf) 1 jaar oud: woorden worden bewust gebruikt. Woorden krijgen een communicatieve
functie.
2. 18 maanden: beperkt aantal woorden waarmee personen, voorwerpen en activiteiten
kunnen worden benoemd (papa). Elk voorwerp heeft een afzonderlijke naam.
3. 2 jaar: samenhang in woorden ontstaat: kinderen leren dat er categorieën bestaan waarin de
afzonderlijke woorden kunnen worden gerangschikt en in een andere situatie kunnen
worden gebruikt. Overgeneralisatie kan ook voorkomen: een tijger is dan ook een poes en
moet ook geaaid worden…
4. Kinderen creëren netwerken van woorden: er zijn relaties tussen betekenis (zeep-
>handdoek) en vorm (jan->pan). Ook beseffen ze dat woorden hetzelfde kunnen betekenen
(das-sjaal), woorden een specificatie kunnen zijn van een categorie (dier: slang), woorden
een functionele relatie hebben (auto-> rijden) en eigen ervaringen (bijvoorbeeld voorlezen
bij naar bed gaan).

Er zijn twee manieren waarop een anderstalig kind Nederlandse woorden kan leren:
1. Het kind leert een nieuw Nederlands woord dat het in de eerste taal al kent
2. Het kind leert een nieuw Nederlands woord dat het in de eerste taal nog niet heeft
verworven.
Het is hierbij beter om goed in de moedertaal te blijven spreken met het kind dan gebrekkig in het
Nederlands.

Het taalaanbod beïnvloedt sterk de taalverwerving van het kind. Voor leren van woorden moet een
kind kwantitatief veel taalaanbod krijgen, maar ook moet het kwalitatief goed zijn (rijk en niet
ingeperkt). Het lezen van prentenboeken helpt hierbij.

Tussendoelen woordenschat zijn (Expertisecentrum Nederlands):
- Kinderen beschikken over een basiswoordenschat
o De groei van woordenschat gaat samen met ontdekking en uitbreiding van de
omringende wereld. Eerst worden woorden in een context aangeboden, later steeds
minder.
- Ze breiden gericht hun (basis)woordenschat uit

, o Conceptuele netwerken (ook in de hersenen) worden verbreed = nieuwe woorden.
Beter als het in context, samenhang wordt aangeboden. Ontdekactiviteiten zijn
daarbij geschikt.
- Ze leiden nieuwe woordbetekenissen af uit verhalen
o De woordenschat wordt actief uitgebreid tijdens het luisteren naar verhalen, waarbij
strategieën worden gebruikt om woordbetekenissen te achterhalen. De leerkracht
moet daar wel nog hulp bij bieden. De volgende strategieën kunnen worden
toegepast:
 Analyseren van een woord: betekenis afleiden uit delen van het woord
 Gebruik maken van de verbale en non-verbale context (bijv. afbeeldingen)
 Gebruik maken van een bron in de moedertaal of tweede taal, met hulp van
een ander of met behulp van een woordenboek
o Strategieën die kunnen worden toegepast om woordbetekenissen te onthouden:
 Woord herhalen door het hardop te zeggen of te schrijven
 Woord ophalen uit het geheugen
 Woord opschrijven in een zin/schema/aantekening
- Ze zijn erop gericht woorden productief te gebruiken
o Woorden worden zo actief beheerst dat zij kunnen worden toegepast in allerlei
situaties. Hiervoor is diepe woordkennis nodig:
 Kinderen weten wat het betekent wanneer ze het in een nieuwe situatie
tegenkomen
 Kinderen gebruiken het woord zelf opnieuw
 Kinderen kennen verschillende betekenissen van het woord
 Kinderen kennen het betekenisverschil tussen dit woord en andere woorden
die erop lijken
- Ze maken onderscheid tussen betekenisaspecten van woorden
o Kennis van woordvormen is belangrijk in de ontwikkeling van de woordenschat. Door
kennis over vorm (waarbij kennis over betekenis wordt verdiept) kan je nieuwe
woorden uit dezelfde woordenfamilie beter begrijpen (struisvogel-
struisvogelboerderij-struisvogelei-struisvogeltje) of zelf nieuwe
woorden/verbuigingen toepassen.

Woordenschat kan in vier stappen worden aangeboden (Kienstra, 2003):
1. Woorden selecteren aan de hand van drie criteria:
a. De betekenis van het woord is onbekend voor i.i.g. een deel van de leerlingen.
b. Het is functioneel voor de leerlingen, toepasbaar in hun situatie
c. Past bij het thema
Hierbij moeten tenminste twee lijsten worden opgesteld: 1 voor meer gevorderden en 1
voor de minder gevorderden.
2. Betekenissen verduidelijken
a. Uitbeelden (visueel): foto laten zien, voelen, voordoen
b. Uitleggen (verbaal): definitie geven, voorbeeld geven, synoniem noemen,
tegenovergestelde noemen, vertaling in moedertaal geven van het kind
c. Uitbreiden (verbaal en non-verbaal): wijzen op de context, laten zien bij welke
andere woorden het woord thematisch past
3. Herhalen en oefenen
a. Meerdere keren herhalen in verschillende situaties, waarbij veel met de woorden
wordt geoefend.
4. Controleren

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mareh. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
  Kopen