* Demografie
Demografie is de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de veranderingen in
de omvang, de samenstelling en de ruimtelijke verdeling van de bevolking. Demografen
bestuderen geboorte, sterfte en migratie vanuit verschillende invalshoeken. Veranderingen in
geboorte- en sterftecijfers hebben namelijk niet alleen biologische oorzaken, maar ook
sociaaleconomisch of biologisch-medische oorzaken. Demografen werken samen met
geografen omdat de ontwikkeling van de bevolking invloed heeft op de inrichting van een
land.
* Geboorte en sterfte
Het aantal mensen in een land verandert door natuurlijke factoren (geboorte en sterfte) en
door sociale factoren (immigratie en emigratie). Als er meer mensen geboren worden dan er
sterven is er een geboorteoverschot. Als er meer mensen sterven dan er geboren worden is er
een sterfteoverschot. Een jarenlang geboorteoverschot zorgt voor bevolkingsgroei. Wanneer
er meerder jaren een sterfteoverschot is, zal de bevolking in dat gebied krimpen. Sterfte en
geboorte vormen samen de natuurlijke bevolkingsgroei.
De hoogte van het geboortecijfer is afhankelijk van emancipatie van de vrouw,
individualisering en ontkerkelijking. Sterftecijfers worden bepaald door leeftijdsopbouw van
de bevolking, maar ook door maatschappelijke en medische factoren. De zuigelingensterfte
(levendgeborenen die in het eerste kalenderjaar overlijden) is een leeftijdsspecifiek
sterftecijfer.
Geboorte – sterfte = natuurlijke bevolkingsgroei
* Emigratie en immigratie
Migratie is de verandering van woonplaats van mensen. Er worden twee vormen
onderscheiden; binnenlandse migratie en buitenlandse migratie. Emigratie is het verlaten van
een land. Immigratie is het binnenkomen van een land. Vestiging en vertrek zorgen voor een
vestigingsoverschot en een vertrekoverschot. Samen zijn ze verantwoordelijk voor de totale
bevolkingsgroei. Vestiging en vertrek bij elkaar opgeteld vormen het migratiesaldo.
Immigratie – emigratie = sociale bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei = totale bevolkingsgroei
*Demografische transitie
De ontwikkeling van de geboorte- en sterftecijfers van West-Europese landen wordt
weergegeven in het demografisch transitiemodel. Het model toont in vier fasen de overgang
van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers.
, 6
Geowijzer samenvatting
6.2 Leeftijdsopbouw van de bevolking
* Bevolkingsopbouw
Bij de bevolkingsopbouw kijkt men naar de verdeling van bevolking naar demografische,
sociaal-culturele of sociaaleconomische kenmerken. De demografische kenmerken (de
leeftijdsopbouw van de bevolking van een land) worden weergegeven in een
bevolkingsdiagram. Er worden drie hoofdvormen van bevolkingsdiagrammen onderscheiden:
de piramide, de urn- of uivorm en de granaatvorm.
- De bevolkingspiramide is kenmerkend voor een jonge bevolking en een sterke
bevolkingsgroei.
- De granaatvorm (of toren of klok) is de overgang tussen de piramide en de uivorm. Alle
leeftijdsgroepen zijn ongeveer even groot.
- De urn- of uivorm is kenmerkend voor een verouderde bevolking. De geboortecijfers nemen
af en de sterftecijfers nemen toe.
* Demografische druk
De demografische druk geeft de verhouding tussen het economisch productieve en het
economisch niet-productieve deel van de bevolking aan. De niet-productieven zijn de 0-20-
jarigen en de mensen die 65 jaar of ouder zijn. De niet-productieven worden financieel
onderhouden door de productieven (20-64 jaar). Om de demografische druk te berekenen,
deelt men het aantal niet-productieven door het aantal productieven en vermenigvuldigt dit
met 100%. Hoe hoger het getal, hoe groter de demografische druk. De verwachting in
Nederland is dat de demografische druk zal toenemen in de komende jaren door vergrijzing
en ontgroening. Vergrijzing wil zeggen dat het aandeel van de ouderen (> 65 jaar) stijgt. Bij
ontgroening is er een afname van het aantal mensen dat jonger is dan 20 jaar. De sterke
vergrijzing wordt in Nederland (en andere westerse landen) veroorzaakt door een toename
van de (gemiddelde) levensverwachting (het aantal jaren dat iemand gemiddeld nog te leven
heeft op basis van de huidige sterftekansen).
Er is één kanttekening bij het berekenen van de demografische druk. Lang niet alle 20-64-
jarigen zijn economisch actief en anderzijds zijn jongeren of mensen boven de 65 jaar wel
economisch actief.
6.3 Buitenlandse migratie
* Push- en pullfactoren
Migratie is altijd ingegeven door push- en pullfactoren. De redenen om te willen vertrekken
heten pushfactoren of vertrekfactoren en die zijn altijd negatief. Factoren die iemand
aantrekken worden pullfactoren of vestigingsfactoren genoemd en die zijn altijd positief.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jessicakruidhof. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.