Week 4
Beslissingen rond levenseinde
H8 Praktisch Gezondheidsrecht
Juridische status van ongeboren kind en geboorte
Op het moment van zijn geboorte wordt de mens persoon in juridische zin en zijn op hem alle
mensenrechten van toepassing. Een ongeboren kind is volgens sommigen nog geen rechtssubject en
volgens anderen is het ongeboren kind beschermwaardig (art. 1:2 BW wordt ruim uitgelegd). Dat
artikel bepaalt dat het kind waarvan een vrouw zwanger is als reeds geboren wordt aangemerkt, zo
dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben
bestaan.
De heersende leer = de progressieve rechtsbescherming: het embryo wordt vanaf de conceptie
juridisch beschermwaardig en die beschermwaardigheid neemt toe naarmate het embryo zich
ontwikkelt. Dat een ongeboren leven beschermwaardig is blijkt uit verschillende verdragen en
wetten. Bijv. het IVRK.
Is een kind geboren, dan bepaalt art. 1:19 BW dat er een akte van geboorte opgemaakt moet worden
door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar het kind is geboren. Daarom
bestaat de plicht om binnen 5 dagen na de bevalling een geboorte bij de gemeente aan te geven (art.
1:19e lid 6 BW).
De ouders van een kind hebben de verplichting om hun kind te verzorgen en op te voeden. Daar
wordt ook onder verstaan de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van het
kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid (art. 1:247 BW). M.b.t. de
geneeskundige behandeling van een kind tot 12 jaar volgt uit art. 7:465 lid 1 BW dat de ouders
daarover beslissen. Wel moet het kind worden geïnformeerd (art. 7:448 lid 1 BW).
Ook als een kind levenloos ter wereld komt, moet er een akte worden opgemaakt. Deze wordt in het
register van overlijden opgenomen (art. 1:19i BW). Een kind dat levenloos geboren wordt na een
zwangerschap van 24 weken, dient te worden begraven of gecremeerd. De akte van geboorte
(levenloos) is een officiële erkenning dat het kind ter wereld is gekomen.
Ouderschap en draagmoederschap
De vrouw uit wie een kind wordt geboren, is automatisch de juridische moeder van het kind.
Juridisch maakt het niet uit of de bevruchte eicel van die vrouw zelf of van een ander afkomstig is.
daarnaast kan een vrouw die een kind adopteert moeder worden (art. 1:198 BW). Als juridische
vader geldt de man die op het moment van de geboorte getrouwd was met de moeder, het kind
heeft erkend, of die het kind heeft geadopteerd (art. 1:199 BW).
Een draagmoeder is een vrouw die een kind draagt met het doel het na de geboorte af te staan aan
een ander. Dit kan echter niet zomaar. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- Laagtechnologisch draagmoederschap: de moeder wordt geïnsemineerd met het semen van
de wensvader.
- Hoogtechnologisch draagmoederschap: een embryo ontstaat door in-vitrofertilisatie van een
eicel van de wensmoeder met het semen van de wensvader, ingebracht in de baarmoeder
van de draagmoeder. De draagmoeder heeft dan geen genetische band met het kind.
22
, De draagmoeder komt in Boek 1 BW niet voor. Het conceptwetsvoorstel Kind, draagmoederschap en
afstamming wil bescherming bieden aan het kind, de draagmoeder en toekomstige ouders. De kern
is dat na rechterlijke toestemming voor de conceptie de ‘wensouders’ vanaf de geboorte als de
juridische ouders van het kind worden aangemerkt. De wensouders zouden eventueel het kind
kunnen adopteren of via voogdij zeggenschap over het kind krijgen.
Afspraken tussen de draagmoeder en de wensouder(s) hebben geen rechtskracht. Familierechtelijke
betrekkingen kunnen namelijk niet bij overeenkomst worden geregeld. Daarnaast is het overdragen
van een kind geen toelaatbaar voorwerp van overeenkomst (art. 3:40 lid 1 BW). Het staat de
(draag)moeder wel vrij om haar kind bij en door de wensouders te laten verzorgen en opvoeden (>
plaatsing in een pleeggezin). De Raad voor de Kinderbescherming moet wel ingeschakeld worden.
Kunstmatige voortplanting en embryo’s
Kunstmatige inseminatie is een techniek waarbij zaadcellen in de baarmoeder worden ingebracht
met als doel daar een bevruchting tot stand te brengen. Als gebruik wordt gemaakt van zaadcellen
van een spermabank, dan is de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) relevant. De
stichting moet de gegevens van donoren centraal registreren en deze gegevens 80 jaar bewaren. Elk
kind heeft namelijk het recht om te weten van wie het afstamt.
Op grond van de wet is de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting verplicht om in de
volgende gevallen informatie over de donor te verstrekken:
- De huisarts van het donorkind kan te allen tijde beschikken over de medische gegevens van
de donor.
- Op aanvraag kunnen fysieke en sociale gegevens over de donor aan de ouders, en vanaf zijn
12de jaar ook aan het kind zelf worden verstrekt, behalve wanneer die tot de persoon te
herleiden zijn.
- Een kind van 16 jaar of ouder kan verzoeken om hem de identiteit van de donor mee te
delen. In beginsel is toestemming van de donor nodig.
- Als de donor overleden of onvindbaar is, moet aan zijn naaste familieleden om toestemming
worden gevraagd.
De IGJ is belast met het toezicht op de naleving van de Wdkb.
Bij in-vitrofertilisatie (ivf) wordt een eicel uit de vrouw genomen, buiten het lichaam met zaadcellen
van de echtgenoot/levenspartner of een donor bevrucht en vervolgens ingebracht in de baarmoeder
van dezelfde of een andere vrouw.
Het toepassen van kunstmatige voortplantingstechnieken door of onder verantwoordelijkheid van
een arts behoort tot het medisch handelen. Alleen artsen zijn aangewezen als zelfstandig bevoegden
(zie art. 36 lid 13 Wet BIG).
Voor het verrichten van kunstmatige voortplantingstechnieken gelden professionele normen als
toetsingskader: de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en de
Nederlandse Vereniging voor Klinische Embryologie (KLEM) hebben richtlijnen opgesteld.
Embryowet
Het uitgangspunt van deze wet is de menselijke waardigheid en het algemeen respect voor het
menselijk leven. Op grond van art. 2 Ewbw moet elke instelling waar buiten het menselijk lichaam
embryo’s tot stand worden gebracht of andere handelingen met embryo’s worden verricht een
protocol vaststellen. De verboden handelingen staan in art. 24 Embw. Verboden zijn verder alle
experimentele handelingen met mens-diercombinaties als inzet, zie art. 25 Embw. Verder het het
verboden om het geslacht van een kind te kiezen (26 Embw), en een vergoeding te vragen voor het
beschikbaar stellen van geslachtscellen en embryo’s die meer bedraagt dan de kosten (27 Embw).
23
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper busraturedi. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.