100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen materieel strafrecht €7,49
In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen materieel strafrecht

 4 keer verkocht

College aantekeningen volledig uitgeschreven 2022/2023

Voorbeeld 4 van de 107  pagina's

  • 3 januari 2023
  • 107
  • 2022/2023
  • College aantekeningen
  • Wolswijk, lindenberg, de jong
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
MerelVeldkamp
MATERIEEL STRAFRECHT | HOORCOLLEGES

Hoorcollege 1A: Inleiding

Prof. Mr. H.D. Wolswijk

Rechtsgoed, strafbaar feit en strafbaarheid
1. Strafbaarstelling legitimerende functie van rechtsgoed
2. Ordende functie van rechtsgoed
3. Interpretatieve functie van rechtsgoed
4. Kwalificatie uitsluitende functie van rechtsgoed
5. Wijzen van bescherming van rechtsgoed
- Rol schuldbestanddelen
- Formele en materiele delicten
- Krenkings- en gevaarzettingsdelicten
6. Strafbaarheid uitsluitende functie van rechtsgoed

Rechtsgoed/rechtsbelang zijn de achterliggende waarde die een wetgever wil beschermen tegen
krenking en het in gevaar brengen van het rechtsgoed.
Rechtsgoederen: het menselijk leven (doodslag, moord), het eigendom, openbare orde, seksuele
integriteit, integriteit van ambtenaren.
Ieder delict heeft zijn eigen rechtsgoed en soms zelfs meerdere.
Dit komt terug in het strafrecht maar ook in bijzondere wetgeving. In bijzondere wetgeving meer
delicten die zijn strafbaar gesteld. Iedere bijzondere wet heeft zijn eigen rechtsgoed (Opiumwet –
volksgezondheid, wegenverkeerswet etc.). Als de wetgever heeft bedacht dat ij een belang wilt
beschermen rijst de vraag, hoe hij dat wil gaan doen.

1. Legitimerende functie (wetgever)
Omdat je een bepaald goed wil beschermen, maak je strafbepalingen
Wetgever erkent belang/goed als beschermen waardig belang/goed en daarmee als rechtsbelang of
rechtsgoed.
Wijze van beschermen?
- Via strafrecht of ander systeem
- Indien strafrechtelijk, hoe?
o Tegen krenking of ook tegen gevaar voor krenking: krenkingsdelict, concreet of
abstract gevaarzettingsdelict?
o Tegen elke krenking (en gevaarzetting) of alleen tegen bepaalde krenkingen:
materieel of formeel delict
o Tegen elke krenking (en gevaarzetting) of alleen tegen opzettelijke krenking: opzet,
culpa, geobjectiveerde bestanddelen?
De wetgever is aan zet, die bepaalt of iets strafbaar wordt.

2. Ordende functie van rechtsgoed (wetgever)
Ordenen of rubriceren van delicten
Bijv. tweede boek WvSr: indeling in titels
- Titel 1: Misdrijven tegen veiligheid van de staat
- Titel V: misdrijven tegen de openbare orde
- Titel XIV: misdrijven tegen de zeden
- Titel XIX: misdrijven tegen het leven gericht
N.B.
- Soms klopt plaatsing niet: bijv. art. 134bis (oud) = art. 46a Sr
o Oud is plaatsing tussen delicten tegen de openbare orde
- Strafbaarstellingen ter bescherming van rechtsgoed verspreid over titels, bijv.
vermogensdelicten



1

, - Strafbaarstellingen ter bescherming van meerdere rechtsgoederen, bijv. openlijke
geweldpleging, art. 141 Sr: bescherming openbare orde en lichamelijke integriteit

In het verlengde hiervan: de ordende functie speelt een belangrijke rol van sommige leerstukken van dit
vak. Bijv. bij ne bis in idem. Als iemand is veroordeeld, en daarna denkt OvJ hij heeft drugs verkocht
maar hij heeft ze dus ook aanwezig gehad. Zelfde verdachte vervolgen voor het aanwezig hebben voor
dezelfde hoeveelheid aan drugs, dezelfde gedraging. Verkopen lijkt aanwezig hebben te
veronderstelling. Is dit niet ne bis in idem? Speelt bij het tweede gedeelte, aanwezig hebben, staat daar
hetzelfde rechtsgoed centraal als bij het eerste feit.
Dit geldt ook bij samenloop; welk rechtsgoed staat in het spel?

3. Interpretatieve functie van rechtsgoed (rechter)
Functie van rechtsgoed bij interpretatie van bestanddelen
Art. 138 Sr: huisvredebreuk
1. Hij die in de woning of het besloten lokaal of erg, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk
binnendringt… (zie nu echter art. 138a Sr)
Rechtsgoedconforme interpretatie
- Teleologische, rechtsgoedconforme interpretatie kan leiden tot restrictieve, maar ook tot
extensieve interpretatie: legaliteitsbeginsel!
- Voorbeeld: arrest Stiefkind

Arrest stiefkind
Art. 249 Sr: ontucht plegen: Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, pleegkind of stiefkind, …
een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige…

Vrouw heeft relatie met man, niet met elkaar getrouwd. Vrouw heeft een kind uit een eerdere relatie.
Man, niet de biologische vader, pleegt ontucht met kind.
Tll: man pleegt ontucht met stiefkind
Was dit kind een stiefkind van de verdachte?
Hof: met beroep op strekking (teleologisch: bescherming van minderjarigen in afhankelijkheidsrelaties),
stiefkind is ook een minderjarig kind van de vrouw met wie de verdachte samenleeft als waren zij
gehuwd.

HR: ro. 4.2 en ro. 4.3.1.
Bij de beoordeling van het middel dient het volgende voorop te worden gesteld. De in art. 249, eerste
lid, Sr opgenomen opsomming van door hun hoedanigheid ten opzichte van de dader aangeduide
minderjarigen met wie het plegen van ontucht in deze bepaling strafbaar wordt gesteld, wordt hierdoor
gekenmerkt dat die hoedanigheid telkens een min of meer grote mate van afhankelijkheid van de dader
meebrengt, en dat de dader daaraan een zeker overwicht tegenover die minderjarigen kan ontlenen. De
strekking van evengenoemde bepaling is dan ook bescherming te verlenen aan minderjarigen, die als
gevolg van die afhankelijkheid en dat overwicht minder weerstand aan de dader bieden dan anderen. ...

Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wet van 18 juli 1936, Stb. 203, waarbij in de
delictsomschrijving van art. 249, eerste lid, Sr is opgenomen het plegen van ontucht met zijn minderjarig
stiefkind, volgt dat de wetgever daarbij het oog heeft gehad op het geval dat de dader gehuwd is
(geweest) met de ouder van het desbetreffende kind van wie hij zelf niet de ouder is en niet ook op het
geval dat de dader in concubinaat leeft of heeft geleefd met de ouder van het desbetreffende kind
(Kamerstukken II, 1935–1936, 85, nr. 2, blz. 3). ...

Wetgeschiedenis wijst in een andere richting
Ro. 4.3.2. Wetgever heeft duidelijk gesproken in de wetsgeschiedenis, dat noopt tot terughoudendheid
gelet op het legaliteitsbeginsel. Er moet een geode reden zijn om daarvan af te wijken. Het rechtsgoed
zal zo’n reden kunnen zijn.




2

,Die uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever noopt, gelet op het bepaalde in art. 1 Sr, tot
terughoudendheid bij de uitleg van het begrip 'stiefkind' in art. 249 Sr.
Aan de strekking van die bepaling, zoals hiervoor onder 4.2 is uiteengezet, zou niettemin een argument
kunnen worden ontleend voor een extensieve interpretatie van dat begrip, die aansluit bij veranderde
maatschappelijke opvattingen omtrent samenlevingsvormen en de ontwikkelingen die zich
dienaangaande sedert de totstandkoming van art. 249 Sr hebben voorgedaan. Dan zullen evenwel, gelet
op de bestaande verscheidenheid aan samenlevingsvormen, bij de beantwoording van de vraag welke
minderjarigen onder 'stiefkind' dienen te worden begrepen, keuzes moeten worden gemaakt, die de
rechtsvormende taak van de rechter te buiten gaan.
Tot een extensieve interpretatie van dat begrip bestaat te minder aanleiding nu in art. 249 Sr, dat immers
tevens ziet op een 'aan zijn zorg (...) of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige' en in art. 248ter
[oud] Sr, voorzover daarin sprake is van 'een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht',
voldoende aanknopingspunten kunnen worden gevonden om een geval als het onderhavige, waarin de
minderjarige deel uitmaakt van het samenlevingsverband van diens ouder en de dader, onder het bereik
van de strafwet te brengen.”

Legaliteitsbeginsel, verhouding wetgever-rechter. Gaat de rechtsvormende taak van de rechter te buiten.
Art. 249 noemt andere kinderen. Had gewoon ten laste gelegd moeten worden.
→ Gelet op legaliteitsbeginsel: rechtsgoedconforme interpretatie legt het af tegen andere belangen en
interpretatiemethoden (wetsgeschiedenis, wetssystematiek).

In het arrest mensenroof speelde een soortgelijk probleem. Wetgever had zich duidelijk uitgeleten, A-
G zei toen een ruime interpretatie gaat de rechtsvormende rol van de rechter te buiten. Toen ging HR
daar niet in mee. Die zaak werd dus wel ruim uitgelegd.

Hier speelt de interpretatieve functie. Bij het ene bestanddeel is het makkelijker om te interpreteren dan
bij een ander bestanddeel. Het kan vrij gemakkelijk als een bestanddeel wederrechteljk is.
Normatieve bestanddelen:
Art. 11 WVW 1994, joyriding: het is verboden opzettelijk wederrechtelijk een aan een ander
toebehorend motorrijtuig op de weg te gebruiken.

Is het joyriding; iemand geen rijbewijs, maar wel met toestemming. Is het wederrechtelijk? Ja, want hij
heeft geen rijbewijs. Maar is het wederrechtelijk als je kijkt naar de bepaling. Nee als je kijkt naar het
rechtsgoed.

Art. 317 Sr, afpersing: 1) hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld of bedreiging met geweld iemand dwingt hetzij tot de afgifte van enig goed dat geheel of
ten dele aan deze of aan een derde toebehoort…
(Dreigbrief arrest, Sr 1)
Kan als de bestanddelen flexibel genoeg zijn voor een rechtsconforme interpretatie.

4. Kwalificatie uitsluitende functie van rechtsgoed (rechter)
e
(2 vraag art. 350 Sv)
Titel XXX begunstiging
Art. 416. Sr (heling) Als schuldig aan opzetheling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaren of geldboete van de vijfde categorie:
a. hij die een goed verwerft, voorhanden heeft of overdraagt, dan wel een persoonlijk recht op of een
zakelijk recht ten aanzien van een goed vestigt of overdraagt, terwijl hij ten tijde van de verwerving of
het voorhanden krijgen van het goed dan wel het vestigen van het recht wist dat het een door misdrijf
verkregen goed betrof;

Heling is het begunstigen van het plegen van misdrijven door anderen. De heler maakt de steler.

Titel XXA Witwassen
Art. 420bis (witwassen)


3

, Als schuldig aan witwassen wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete
van de vijfde categorie:
b. hij die een voorwerp verwerft, voorhanden heeft, overdraagt of omzet of van een voorwerp gebruik
maakt, terwijl hij weet dat het voorwerp – onmiddellijk of middellijk – afkomstig is uit enig misdrijf.

Sinds kort:
Art. 420bis (eenvoudig witwassen) witwassen dat enkel bestaat uit het verwerven of voorhanden hebben
van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf wordt als eenvoudig witwassen
gestraft met…

HR NJ 2016/257
Art. 240b Sr (kinderpornografie)
Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft
degene die een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele
gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken
of schijnbaar is betrokken, verspreidt, aanbiedt, openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert,
uitvoert, verwerft, in bezit heeft of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft.

Uitsluiten strafbaarheid wordt bereikt door niet kunnen kwalificeren van de zaak
Rechtsgoed: beschermen van jeugdigen tegen seksueel misbruik en exploitatie ervan

Casus: verdachte heeft mbv telegoon filmopnamen gemaakt van seksuele handelingen tussen hem en
vier meisjes en deze daarna opgeslagen op zijn computer. Meisjes waren minderjarig, 13-17 jaar.
Verdachte was 16-18 jaar. Seks was met instemming. Twee meisjes wisten niet, twee meisjes wisten
wel dat verdachte opnamen aan het maken van. Veroordeld wegens vervaardigen en in bezit hebben van
kinderpornografie.

Middel in cassatie: gedragingen zouden niet gekwalificeerd kunnen worden onder art. 240b Sr. Loopt
vast bij de 2e materiele vraag.

Ro. 2.6.1 De Hoge Raad tekent hierbij aan dat, mede gelet op de hiervoor weergegeven
wetsgeschiedenis, moet worden aangenomen dat art. 240b Sr te ruim is geredigeerd, in die zin dat deze
bepaling ook gevallen bestrijkt waarin volgens de wetgeschiedenis strafrechtelijke aansprakelijkstelling
achterwege kan of dient te blijven. Relevante factoren voor het bepalen van dergelijke gevallen zouden
daarbij in het bijzonder zijn de concrete gedraging van de verdachte, de leeftijd van de betrokkenen, de
instemming van de betrokkenen en het ontbreken van enige aanwijzing voor een risico van verspreiding
van de afbeelding(en) onder anderen dan de betrokkenen. Deze gevallen zouden in de - bij de verdere
behandeling van het wetsvoorstel niet weersproken - visie van de Minister nader moeten worden
omschreven in de Aanwijzing kinderpornografie. Geen van de elkaar opvolgende Aanwijzingen
kinderpornografie bevat evenwel enige omschrijving in die zin. Een verdachte die wordt vervolgd ter
zake van het misdrijf van art. 240b Sr, kan zich derhalve niet met vrucht beroepen op die Aanwijzing.
Daardoor laat zich nog sterker het gemis voelen dat de wetgever niet zelf art. 240b Sr zo heeft
geformuleerd dat het zich niet uitstrekt over gevallen waarin naar zijn opvatting strafrechtelijke
aansprakelijkstelling achterwege behoort te blijven.

Bepaling is te ruim geformuleerd, er vallen gedragingen onder die niet strafbaar moeten zijn. Dan hoop
je dat OM verstandige keuzes maakt bij veroordeling. In de aanwijzing kinderpornografie staat welke
gevallen wel/niet vervolgen.

HR: in casu wel kwalificatie, maar ...
Ro. 2.6.2. Bij deze stand van zaken is het aan de strafrechter om - ook al is voldaan aan alle bestanddelen
van art. 240b Sr - in het soort gevallen dat is genoemd in de wetsgeschiedenis, aan de hand van factoren
als hiervoor genoemd de vraag onder ogen te zien of het gedrag van de verdachte, alle omstandigheden
in aanmerking genomen, van dien aard is dat het moet worden gekwalificeerd als het in die bepaling als


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MerelVeldkamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 74918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  4x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd