Samenvatting
Omgaan met agressie
Geuk Schuur
Elise Dikkens
,Hoofdstuk 2. Vormen van agressie en geweld
1. Agressie door beperkingen
Als mensen tegen grenzen of beperkingen oplopen, reageren ze verschillend.
Zich erbij neerleggen: neerslachtigheid, pessimisme, zinloosheid
De grenzen/beperkingen niet accepteren: strijdbaar, agressief, gewelddadig.
Depressie en suïcidepogingen zijn agressie tegen zichzelf.
Agressieve uitingen hangen vrijwel altijd samen met:
Zich psychisch en/of fysiek niet goed voelen: door stemming, probleem of ziekte
Gedachten die onaangenaam zijn of zelfs pijn doen: door jaloezie, achterdocht, gedachten door ptss,
depressie.
Omgevingsfactoren: lawaai, ontbreken van privacy
Gedragingen van anderen.
Langdurig stevig alcoholgebruik vergroot de kans op agressief-gewelddadig gedrag. Daarbij spelen de
opvoeding en de aard van de persoon wel een rol. Wat zijn iemand normen en waarden, stemming en
verwachtingen? De mate waarin alcohol en drugs aanleiding kunnen geven tot geweldpleging hangt
samen met de opwindingstoestand. De volgende factoren spelen hierbij een rol:
Is iemand nog aanspreekbaar?
Het belang dat in het geding is: Bijv. iemand beroven om drugs te kunnen kopen
De mate waarin bedreiging of aantasting van de persoon een rol speelt.
Geweld kan zelf ook een roeseffect hebben, vooral in groepsverband.
2. Territorium
Indeling in persoonlijke ruimte:
Intimiteitsruimte: verpleegkundig: wassen, eten geven, wondverzorging. Privé: een moment of
plekje voor jezelf, gevoelens delen, liefde, erotiek, mishandeling.
Persoonlijke ruimte: sociale omgang met kennissen, collega’s, cliënten. Alledaagse gesprekken,
aandacht geven door luisteren.
Sociale ruimte: In wachtkamers, winkels etc.
Publieke ruimte: Anoniem sociaal verkeer.
Bij overbelasting treden de volgende verschijnselen op:
Inkrimping van territorium (regressie): Bijv. bij ziekte zijn mensen meer op zichzelf en de eigen
wereld gericht. Als iemand het druk heeft gehad doet hij even wat rustiger aan. Zo houdt men de
controle over zichzelf en de eigen situatie.
Het territorium onder controle proberen te houden (beheren): Men probeert allerlei zekerheden op
orde te houden. Bijv. niets weggooien. Dwangmatigheid is pathologisch controle houden.
Hulp van anderen vragen.
Manieren waarop mensen andermans territorium kunnen binnendringen (territoriale invasie):
Binnendringen in de denkwereld van een ander (Bijv. over schouder meelezen)
Schuldgevoel oproepen: “Waarom kom je zo laat thuis? “Je had kunnen bellen..”
Om-je-eigen-bestwiltechniek: “Het is beter voor je in een verpleeghuis”
Geschenken, liefdadigheid: scheppen verplichtingen
Hulpeloosheid: roept reactie helpen op
Ziekte: dienst als excuus
Verleiding: “Niemand kookt beter dan jij”
Erotiek
, Chanteren, bespotten, provoceren, bedreigen
Infiltreren: Schoonmoeder bemoeit zich met huishouden
Bekwaamheid benutten: wie zich door bekwaamheid onmisbaar maakt, heeft territorium veroverd.
Gedwongen samenleven met mensen die je niet zelf gekozen hebt, kan spanning veroorzaken en tot
agressie leiden. Daarbij kunnen sommige cliënten door hun ziekte nauwelijks anderen in hun directe
omgeving verdragen.
Beroepshouding: bepaal wat je wel en niet accepteert. Maak je eigen grenzen duidelijk kenbaar.
3. Agressie: positief of negatief?
Agressie (in de vorm van positieve levensenergie) = elke poging om de eigen grenzen naar buiten te
verleggen. Verruiming van territorium. Bijv. carrière maken, meer studeren, meer verdienen, meer
reizen etc. Ieder mens heeft een bepaalde potentie aan levensenergie. De potentie en de manier waarop
ermee wordt omgegaan verschilt per persoon.
Geweld = het afreageren en nastreven van bepaalde doelen ten koste van anderen.
Zinloos geweld = als deze vorm van geweld niet wordt begrepen door anderen.
Manieren om agressie te uiten:
Door rechtstreekse ontlading, zonder destructief te zijn
Indirect, door symbolische activiteiten (bijv. boze brief schrijven)
Via een proces van omvorming, bijv. naar dienstbaarheid of creativiteit
4. Wat aan agressie vooraf gaat
De oorzaken/aanleiding zijn altijd terug te voeren op:
Een verliesaspect: materieels, liefde, spel, wedstrijd
Een ontberingsaspect: iets missen waar men behoefte aan heeft: liefde, eten, geluk, erkenning.
Een aantastingsaspect: lichaam, psyche, sociaal netwerk, eergevoel, seksuele intimidatie.
Een bedreigingsaspect: een levensbedreigende situatie, maar ook angsten en fobieën.
Als een cliënt de grip op het eigen leven kwijt is, ervaart hij machteloosheid. Anderen en de
omstandigheden bepalen nu zijn leven. Hij mist de leiding over zijn eigen doen en laten. Machteloosheid
slaat om in angstreacties. Er ontstaat een stresssituatie. Angst is de grondemotie voor agressie. Vanuit
angst ontwikkelt zich een lading om tot actie over te gaan: vechten, vluchten of verstarren. Dit is een
levensenergie in een poging om uit de klemsituatie te komen en levensruimte te krijgen. De agressie is
gemobiliseerd en het ligt aan vele factoren hoe die tot uiting komt. Agressie is het middel om zich tegen
angst te weren. Bij machteloosheid kan het ook gaan om waandenkbeelden en -voorstellingen en
hallucinaties.