Hoofdstuk 1 Methodologie: kennis door veranderen, de empirische benadering in de pedagogiek
Introductie
- Algemene pedagogiek is een brede term voor verschillende soorten onderzoek, zoals:
Pedagogische theorievorming en methodologie (H1, H4)
De rol van statistiek bij pedagogisch onderzoek (H2)
Historische pedagogiek en haar methoden (H3)
Gehechtheidstheorie (H4)
➔ Pedagogiek draait om verschillende perspectieven die elkaar aanvullen
- Pedagogisch onderzoek vervult verschillende functies
Heuristisch: empirisch – pedagogisch onderzoek kan (bestaande) discussies doen opleven.
Regulatief: het onderzoek kan bijdragen aan kennis over specifieke onderwerpen
Kritisch: bestaande vooroordelen kunnen op de schop worden genomen
1.1 Inleiding
1.1.1 Een casus
- Theoretische conclusie: conclusie die wel of niet de hypothese ondersteunt
- Praktische conclusie: toepassing, gevolg van de theoretische conclusie.
- De pedagogiek biedt ruimte om onderzoek toe te passen, maar zal nooit voorschrijven hoe
men moet opvoeden.
1.1.2 Wat is empirisch-analytische pedagogiek?
- Het doel van empirisch-analytisch onderzoek is door middel van het systematische uitvoeren
van verschillende behandelingen en methoden een antwoord te vinden op een vraag.
- Afhankelijk van de vraag of hypothese kan worden besloten welke wijze van onderzoeken
wanneer wordt toegepast, bijvoorbeeld:
(veld)experiment (wordt veel toegepast)
survey-onderzoek
laboratoriumexperiment
observatieonderzoek
archiefonderzoek
neurobiologische studies
fysiologische studies
- Uiteindelijk is het doel van elke pedagogische studie om het welbevinden van het kind te
verbeteren.
- Het empirisch-analytisch onderzoek is van belang, om te voorkomen dat men ongegrond
uitspraken doet over opvoeding en onderwijs.
Het empirische deel is het feit dat de conclusies van onderzoekers constant onderbouwd
worden door ervaringen uit de werkelijkheid.
Dit kan door middel van kwantitatief onderzoek (bijvoorbeeld door middel van
enquêtes statistieken verzamelen), maar ook door middel van kwalitatief onderzoek
(leidsters van een kinderdagverblijf interviewen en hun meningen verzamelen).
Wel is bij kwantitatief onderzoek systematiek en navolgbaarheid van belang. Het
onderzoek moet door iedere andere onderzoeker opnieuw kunnen worden uitgevoerd.
Het analytische deel gaat om het feit dat de wetenschap stukje bij beetje wordt toegepast.
Onderzoekers in dit werkveld moeten zich er ook bewust van zijn dat niet alles wat ze
ontdekken ineens de wereld zal veranderen. Op de lange termijn zal dit dan resultaat
moeten geven.
, - De pedagogiek is een integratieve wetenschap. Dat betekent dat een onderzoeker
verschillende perspectieven, onderzoeken en conclusies moet combineren om tot het
antwoord op een vraag te komen, het is niet allemaal zwart-wit.
- De pedagogiek schrijft geen normen en waarden voor, maar kan alleen sturing bieden aan de
opvoeders.
- Kinderen kunnen niet altijd voor hun eigen belangen opkomen, omdat ze daarvoor niet
voldoende politieke, publicitaire en economische kennis hebben, daarom doet de
pedagogiek dat.
1.2 Historische achtergronden
- Voor sommigen is het maar de vraag of de pedagogiek wel als aparte wetenschappelijke tak
kan worden gezien, of dat het gewoon onder de psychologie valt.
- Toch is de pedagogiek wel een op zich staande categorie, omdat zij zich specifiek toespitst op
de verbetering van de ontwikkeling en het functioneren van het kind.
1.3 Empirisch onderzoek
1.3.1 Empirisch-analytische pedagogiek
De pedagogiek en de psychologie verschillen op in ieder geval twee vlakken sterk:
- De psychologie is gericht op het directe contact en de directe ontwikkeling van het kind,
maar de pedagogiek richt zich op meer dan dat, zoals leeromgeving en gezinssituatie.
De pedagogiek vat allerlei onderzoeksvelden samen om tot een conclusie te komen.
- Daarnaast is de psychologie gericht op de verklaring en beschrijving van een ontwikkeling,
terwijl de pedagogiek zich, naast die onderdelen, ook richt op de toepassing in de praktijk
van het onderzoek. Dit verklaart ook de voorkeur van pedagogiek voor veldonderzoek.
1.3.2 De empirische cyclus
In de empirische cyclus worden de volgende stappen gezet:
- Een onderzoeker heeft bepaalde praktische ervaringen. Op basis daarvan creëert hij een
hypothese, die is opgebouwd door middel van inductie.
- De hypothese wordt getoetst aan de realiteit en door middel van deductie worden concrete
voorspellingen gedaan.
- Vervolgens vindt de toetsing plaats. De gegevens die hierbij worden verzameld, kunnen
statistisch worden getoetst. Op basis van deze statistieken kan een conclusie worden
getrokken.
- De conclusie wordt teruggekoppeld naar de hypothese.
, 1.4 Cultuurvergelijkende achtergronden
- Pedagogiek is een nieuwe wetenschapsvorm, die zeker nog niet over de hele wereld op
dezelfde manier wordt ingevuld.
- Het verschilt per land wat de opleiding inhoudt.
1.5 Toekomst
- Er worden nog veel recente nieuwe ontdekkingen gedaan binnen de pedagogiek, juist omdat
zij nog zo jong is.
- Veel methoden die worden toegepast zijn nog erg onuitgewerkt en staan nog in de
kinderschoenen. Er is nog veel ruimte voor verbetering.
1.6 Ten slotte
- Onze kennis is vooral gericht op onze eigen cultuur, maar mogelijk ook toepasbaar op andere
culturen.
Hoofdstuk 3 Onderwijsgeschiedenis: methoden en bronnen
3.1 Inleiding
- Historische pedagogiek staat sterk in verband met het heden en de toekomst van
pedagogiek. Er wordt gebruik gemaakt van schriftelijk, mondeling en audiovisueel materiaal.
- Om gewoontes in onze huidige opvoedstijl, maar ook ons onderwijs, te begrijpen, is kennis
van het verleden nodig. Daarnaast zijn er landen die tegenwoordig op dit gebied nog steeds
op dezelfde manier functioneren als Nederland honderd jaar geleden. Met de kennis van
onze eigen ontwikkelingen, kunnen we de ontwikkeling in die landen ook stimuleren.
3.2 Historische achtergronden
- Opvoeding en onderwijs zijn al eeuwenlang onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om
tendensen van onze huidige stijlen te begrijpen, is het van belang kennis te hebben van het
verleden.
3.2.1 Motieven
- Om bepaalde doelen omtrent opvoeding en onderwijs te behalen, is het van belang op
micro-, meso- en macroniveau onderzoek te doen. Er kan een wetenschappelijk motief zijn,
maar ook een politiek-ideologisch.
3.2.2 Trends in geschiedschrijving
- In de geschiedschrijving is over het algemeen weinig aandacht voor de pedagogiek. Dit
onderzoek wordt vaak voornamelijk door pedagogen zelf uitgevoerd.
3.3 Methoden van (empirisch) onderzoek naar het onderwijsverleden
- De meeste bronnen voor historisch pedagogisch onderzoek zijn vaak heel indirect. Het is van
belang goed te kijken welke van de beschikbare bronnen bruikbaar zijn en op welke manier.
- De geschiedenis van onderwijs kan op tellende, vertellende en veronderstellende benadering
onderzocht worden.
- Het voordeel van de tellende benadering is dat wij dankzij het eeuwenoude CBS heel veel
datagegevens hebben. Het nadeel is dat deze cijfers verder geen verklaringen geven.
- Het voordeel van de vertellende benadering is dat zij de ruimte biedt persoonlijke
verklaringen te geven van mensen in de vorm van interviews. Het nadeel is dat
egodocumenten vaak erg specifiek en persoonlijk zijn, waardoor we op basis van alleen deze