Week 1:
H.l Inleiding:
Erfrecht omvat het geheel van regels betrefende de opvolging in het vermogen van een overleden
persoon. Erfopvolging kan haar grondslag vinden in de wet (bij versterf) of in een uiterste
wilsbeschikking (verkrijging krachtens testament).
Art 3:80 lid 2 BW; de erfgenamen verkrijgen onder algemene ttel.
Art 4:182 BW; zij verkrijgen van rechtswegen de nalatenschap, een geheel van rechten,
bevoegdheden, schulden en andere verplichtngen.
Art 4:9 BW; om krachtens versterferfrecht te kunnen genieten, is vereist dat men bestaat op het
moment dat de nalatenschap openvalt. Art 1:2 BW het kind waarvan de vrouw zwanger is ten tjde
van het overlijden van erfater, wordt als bestaand aangemerkt.
H.ll Ordening:
De ordening van het Nederlandse versterferfrecht geschiedt op basis van door de wet erkende
familierechtelijke betrekkingen, zie art 4:10 lid 3 BW.
Art 4:13 lid 6 BW en art 1:80a BW; in boek 4 wordt onder echtgenoot niet de van tafel en bed
gescheiden echtgenoot van de erfgenaam verstaan. Met echtgenoot is wel gelijkgesteld de
geregistreerd partner.
De vaststelling doet familierechtelijke betrekkingen ontstaan en werkt terug tot het moment van de
geboorte, met alle erfrechtelijke consequentes van dien.
Art 4:10 lid 1 BW; vier parentele;
- De niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en diens kinderen;
- De ouders van de erfater tezamen met diens broers en zusters;
- De grootouders van de erfater;
- De overgrootouders van de erfater.
In ieder van de vier parentelen vindt plaatsvervulling plaats, art 4:10 lid 2 BW. Daarnaast geef de
wet enkele begrenzingen namelijk, betovergrootouders erven niet, personen die verder dan de zesde
graad bestaan erven ook niet, art 4:12 lid 3 BW.
Art 4:189 BW; indien een erfgenaam geen bekende erfgenamen achterlaat, wordt de nalatenschap
door de staat onder algemene ttel verkregen. De staat draait niet op voor de schulden, zij verkrijgt
immers niet als erfgenaam. Daarnaast zegt art 4:226 BW indien binnen 20 jaar na het openvallen van
de nalatenschap niemand zich alsnog heef gemeld, dat de nalatenschap vervalt.
Art 4:2 BW; commoriëntenregel; indien de volgorde waarin twee of meer personen zijn overleden
niet duidelijk is, worden die personen geacht gelijktjdig te zijn overleden. Denk aan verkeers- en
natuurrampen.
Art 4:3 lid 1 BW; bepaalde handelingen maken iemand van rechtswege onwaardig. Dit betref niet
alleen een erfgenaam, maar kan ook een legataris of iemand die een voordeel heef verkregen o.g.v.
een last betrefen.
Art 4:3 lid 2 BW; verder worden de rechten die door derden te goeder trouw zijn verkregen in
beginsel geëerbiedigd, maar zijn de rechten om niet verkregen kan de rechter van de derde een
vergoeding aan de rechthebbende toekennen.
,Art 4:3 lid 3 BW; de onwaardigheid vervalt, wanneer de erfater aan de onwaardige op
ondubbelzinnige wijze zijn gedraging heef vergeven.
H.lll De nalatenschap:
Een nalatenschap vormt een algemeenheid van goederen. Daar wordt onder verstaan geheel van
goederen én schulden.
Schulden die voor rekening van de gemeenschap komen, zijn schulden die betrekking hebben op het
gemeenschappelijke goed, zoals die betrefende het onderhoud en onroerendezaakbelastng. Voor
antwoord op de vraag welke schulden tot de nalatenschap behoren is het moment van overlijden
bepalend, schulden die na het overlijden ontstaan behoren niet tot de nalatenschap.
Een nalatenschap vormt een afgescheiden vermogen dit volgt uit art 4:184 lid 1 BW. Schuldeisers van
de nalatenschap kunnen hun vorderingen op de goederen der nalatenschap verhalen. Eigen
schuldeisers van een erfgenaam hebben deze mogelijkheid niet.
Art 4:7 BW benoemt de schulden van de nalatenschap. Zie de onder b t/m h omschreven schulden,
dit zijn geen schulden van de erfaten maar schulden die door of na het overlijden zijn ontstaan.
Maar art 4:7 BW zegt niets over de aansprakelijkheid, dit wordt per geval beoordeeld.
Art 6:6 BW; voor na het openvallen van de nalatenschap ontstane schulden geldt de hoofdregel;
aansprakelijk voor gelijke delen.
‘Le mort saisit le vif’ ofewel de dode wordt voortgezet door de levende. Daarnaast zegt art 4:183 BW
dat de opvolging de erfgenamen de ‘hereditats petto’ verschaf, wat inhoudt dat de erfgenamen
alles wat tot de boedel behoort mag terugvorderen. De derde die het goed bezit, die tot de boedel
behoort, moet dit goed wel zonder rechten beziten.
Saisineregel; de saisine geef iedere erfgenaam het recht om de gehele nalatenschap in bezit te
nemen, en tevens om elke vordering die van de nalatenschap afangt, in te stellen en door te
voeren. Dit houdt in dat de erfgenamen bijvoorbeeld moeten gaan levering o.g.v. een
koopovereenkomst, deze overeenkomst gaat immers over naar de erfgenamen. Enige wat je kan
doen om een levering te voorkomen, is het erfgenaamschap te verwerpen. (Bij zuivere aanvaarding)
Arrest Gaasbeek;
Vader verpacht boerderij aan Teunis met daarbij een koopoptee ten tjde van die overeenkomst zijn
er meer familieleden gerechtgd tot de boerderij (o.g.v. een overdeelde nalatenschap.) Deelgenoten
eisen vernietging van pachtovereenkomst. Teunis gaat in cassate. Erfgenamen in algemene ttel zijn
in beginsel gebonden aan de door de erfater gebonden overeenkomst. De HR vernietgt het arrest
van het Hof
Art 6:15 BW; de opvolging in de vorderingen voert, indien meer erfgenamen optreden, tot pluraliteit
van schuldeisers. De vordering behoort echter tot een gemeenschap, hetgeen betekent dat de
erfgenamen gezamenlijk één vorderingsrecht hebben.
Art 4:6 BW; onder de waarde van de goederen der nalatenschap wordt verstaan, de waarde van die
goederen op het tjdstp onmiddellijk na het overlijden van de erfater. Verder maatstaven worden
niet gegeven.
, Werkcollege 1:
Stappen bij de vraag wie is erfgenaam en voor welk deel;
- Is er een testament? Zo niet dan is boek 4 van toepassing;
- Art 4:9 BW; bestaaneis;
- Art 4:10 BW; begin bij parentele 1, als deze niet van toepassing is dan verder uitwerken;
- Bij parentele 1, 3 en 4 geldt “gelijke monniken, gelijke kappen”;
- Art 4:11 BW; voor welke delen. Denk aan ouders en halfroers en zusters;
- Art 4:12 BW; degene verder dan de 6de graad erven niet.
Art 4:10 lid 2 BW; bij plaatsvervulling gaat het om de afstammelingen. Gaat dus in de stamboom
altjd naar beneden.
Art 4:10 lid 3 BW; denk ook aan familierechtelijke betrekkingen.
Waarde van nalatenschap bij gemeenschap van goederen,
- Art 1:94 BW; geen huwelijkse voorwaarden (voor 2018: in algehele gemeenschap van
goederen);
- Art 1: 99 BW; door overlijden wordt het huwelijk ontbonden;
- Art 1:100 BW; ieder de helf.
Hoorcollege 1:
Verkrijgen onder een ttel;
- Onder Algemene Titel (erfstelling); opvolgen in een geheel of evenredig deel van het
vermogen van de rechtsvoorganger;
- Onder Bijzondere ttel (legaat); opvolgen in een specifek bepaald vermogensbestanddeel
van de rechtsvoorganger.
Art 1:3 BW; de juridische bloedverwant door:
- Geboorte (ongeboren kind BW 1: 2 jo BW 4: 9);
- Erkenning;
- Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap;
- Adopte.
Biologisch en juridisch bloedverwantschap hoeven dus niet overeen te komen!