Samenvatting Supply Chain Management D-cluster
Leerdoelen module:
- Kennis van en inzicht in:
- Belang en noodzaak van SCM, juist ook in de foodsector
- Hoe organisaties binnen SCM samenwerken
- Hoe je prestaties in de keten kan verbeteren
- Terminologie
- Hoe je SCM systematisch kan invoeren
- Innovaties op gebied van SCM
Les 3.1
Definitie SCM volgens Chopra en Meindl (2003):
'Een supply chain omvat alle stadia die direct of indirect betrokken zijn bij het vervullen van een
klantverzoek. De supply chain omvat niet alleen de fabrikant en leverancier, maar ook transporteurs,
magazijnen, retailers en zelfs de klanten zelf.
- Duidelijk maken dat er meerdere definities zijn, maar dat het gaat om meerdere partijen
die er samen voor zorgen dat aan de klantbehoefte tegemoet gekomen wordt.
Welke betekenis heeft supply chain management voor een individuele onderneming?
Waarom is SCM noodzakelijk?
Supply chain = meerdere partijen die er samen voor zorgen dat aan de klantbehoefte tegemoet
gekomen wordt, zoals:
- transporteurs,
- magazijnen,
- retailers
- en de klant → van grond tot mond → ook wel ‘value chain’ (waarde toevoeging) OF demand
chain (vraag/aanbod en ketenomkering, vraag vanuit consument) OF pull-push
Value chain → Word gebruikt om duidelijk te maken dat elke opvolgende partij waarde toevoegt aan
het product en/of de dienst
Demand chain → term die gebruikt word om aan te geven dat het gaat om de behoeftebevrediging
van de uiteindelijke afnemer. Het gaat om de vraag en niet om het aanbod → Ketenomkering.
vraag van de afnemer is sturend.
Soms wordt pull – push gebruikt
Pull → Staat voor ‘trekken’ vanuit de afnemer
Push → Push staat voor ‘duwen’ vanuit de leverancier/producent.
Korte supply chain → onderneming, leverancier, klant
Uitgebreide supply chain → leveranciers van leverancier en klanten van de klant
Ultieme supply chain → alle organisaties betrokken bij upstream/downstream
1
,SCM Noodzakelijk omdat:
• Ondernemingen moeten samenwerken om in te blijven spelen op wensen consument
• Samenwerken om meer duurzaamheid te realiseren
• Samenwerken om toegenomen aandacht gezondheid, veiligheid en welzijn te kunnen
waarborgen → TRACEERBAARHEID
Wat is de essentie van SCM?
• Bedrijfsoverstijgend • Waardecreatie en kostenreductie
• Upstream (goederen) en downstream • Gericht op prestatie
(geld) • ‘Pie growing’ ipv pie-sharing
• Vrijwillig (optimalisatie van keten)
• Meer dan logistiek
Wat zijn voorwaarden voor SCM?
• Interne integratie → afstemming tussen functionele aandachtsgebieden
• Vertrouwen tussen ketenpartners
• Klantgericht denken
• Benutten ICT
• Prestatiemeting
Hoe kan samenwerken tussen organisaties resulteren in winst voor de keten als geheel? (Winst)
- Waarde = belang dat de finale afnemers of eindconsument aan iets hecht
- Toegevoegde waarde = waarde van producten die verkocht worden -/- waarde waarvoor
ingekocht
- Waardecreatie en kostenreductie (bijv. verspilling tegen gaan)
- Verspilling in: onnodig transport, overproductie, overbodige activiteiten en onnodige
fouten
2
,Les 3.2
Hoe werken partijen samen in supply netwerken en wie zijn de belangrijkste actoren in de keten?
Oer producent en toeleveranciers → fabrikanten → groothandelaren → detaillisten → consumenten
Oer producent → produceren raw materials -> landbouw, bosbouw, visserij en delfstofwinning.
Kunnen zowel direct aan consument leveren als via groothandels en veilingen.
Voordeel B2C = niet afhankelijk, informatie is betrouwbaar
Voordeel B2B = product wordt meer waard, meerdere manieren verwerkt
(Toe)leverancier → B2B → oerproducent levert aan andere organisatie
OEM’s → Original Equipment Manufactures -> fabrikanten van eindproducten
- Tier 1 suppliers → directe leveranciers van de fabrikant eindproduct
- Tier 2 suppliers → leverancier van Tier 1 suppliers
- Material suppliers → die de materialen leveren
Fabrikanten
- Ontwikkelen schaalvergroting → fussies en overnames
- Internationalisering en globalisering → buitenlandse handel, handelsbelemmeringen,
internationale onderlinge afhankelijkheid
- Offshoring, reshoring/backshoring → productie uitbesteden naar lagelonenlanden en
terughalen van werk
Groothandelaren → verhandelt voor eigen risico & rekening
- Groothandelaren verhandelen voor eigen risico en rekening goederen die buiten eigen
onderneming zijn vervaardigd
o Inkoop van grote hoeveelheden
o Verkoop distribueren in kleine hoeveelheden
o Verschillende plaatsen en tijden
- Value-added logistics (VAL) om te kunnen concurreren (inkoop, verkoop en distributie)
o Postponement (uitstellen distributie)
o Ompakken of verpakken
o Lagere marge
Detaillisten
- Detaillisten, retailers of kleinhandelaren
- Een na laatste schakel
- Concurrent met buitenland, online, andere winkelketens etc.
Logistieke dienstverleners
• LSP = logistic service provider → value added activiteiten
• 3PL = derde partij inhuren voor transport
• 4PL = bedenkt oplossingen voor klant in planning of voorraad → ketenregisseur
• 5PL = netwerken voor e-commerce → ontwikkeling en regisseren supply netwerken
3
, Waarom verdienen ook retourketens de aandacht?
Ondernemingen moeten in plaats van optimaliseren voorwaartse sc, zich ook bezighouden met
retourketens.
Retourstromen Krikke 2009 onderscheidt:
• Milieuperspectief → vervuiler betaald
• Sourcing perspectief → hergebruik onderdelen
• Customer service perspectief → klanttevredenheid retourzendingen
• Overall perspectief → alle voorgaande
Crade to cradle → mogelijk om alle voedingsstoffen terug de keten in te brengen
Circulaire economie → producten/materialen hergebruikt en behoud waarde. Meer
ketensamenwerking/innovatie, minder grondstoffenverbruik en afval
Supply chains worden supply netwerken → er kan beter over supply netwerken in plaats van
supply chains gepraat worden
Waarom?
- Niet alleen voorwaarts, maar ook
retourketens (closed loop)
- Combinatie van aanbod- en
vraagsturing
- Relaties tussen verschillende ketens,
zoals horizontale samenwerkingen
- Digitalisering: opkomst e-commerce
en deeleconomie
Horizontale samenwerking → tussen
gelijksoortige schakels in verschillende
ketens -> steeds meer mogelijkheden door
digitalisering
4