Test = procedure waarin een individu zijn gedrag wordt geobserveerd,
geëvalueerd en gescoord door middel van gestandaardiseerde procedures.
Measurement = regels voor het toekennen van getallen aan objecten,
gedragingen of eigenschappen.
Assessment = systematische procedure voor het verzamelen van informatie dat
gebruik kan worden om uitspraken te doen over mensen of objecten
Betrouwbaarheid = de stabiliteit van testscores
Validiteit = accuratie van de interpretatie van testscores
Typen testen
Maximum performance test = om te bovengrenzen van iemand zijn kennis en
vaardigheden te bepalen. Zijn verschillende subcategorieën:
o Achievement test = maat om kennis en vaardigheden in een omgeving
waarin instructie wordt gegeven te testen
Of
Aptitude test = maat om cognitieve vaardigheden te meten die verkregen
zijn door levenservaring
Speed test = reflecteert verschillen in de snelheid van uitvoering
Power test = reflecteert de moeilijkheidsgraad van de items die de
o Objectieve test = is afwezigheid van persoonlijke vooroordeel (van de
persoon die te test scoort)
o Subjectieve test = gebaseerd op persoonlijk oordeel van de persoon die de
test afneemt
o persoon goed beantwoord
Typical response test = om typisch gedrag en de karakteristieken van een
persoon in kaart te brengen. Meten gedrag, persoonlijkheid, normen & waarden
of interesses. Onderscheid in
o Objectieve persoonlijkheidstest
o Projectieve persoonlijkheidstest = is presentatie van dubbelzinnig
materiaal dat een oneindig aantal verschillende antwoorden kan
oproepen, vaak subjectief gescoord. Roept onbewuste
gedachten/antwoorden op.
Typen scoren
Non-referenced score = persoon wordt op gebied van vaardigheden vergeleken
met andere mensen (scoort bv beter dan 95% dan de andere studenten).
Criterion-referenced score = persoon wordt vergeleken met een vastgesteld
niveau van prestatie (bv 95% van de vragen goed).
Assumpties van psychologische assessment
o Worden vaak verschillende constructen onderzocht = eigenschappen die een test
bedoelt te meten
o Psychologische en educatieve constructen kunnen worden gemeten
o Ookal kunnen ze gemeten worden, meting is niet zonder error.
, o Er zijn verschillende manieren om een construct te meten (bv zowel observeren
als interview houden om angst te bepalen bij een cliënt).
o Alle soorten procedures hebben plus en minpunten.
o Moeten verschillende bronnen van informatie gebruikt worden in de procedure.
o Prestaties op een test kunnen gegeneraliseerd worden naar andere situaties.
o Assessment kan informatie geven wat psychologen helpt betere besluiten te
maken.
o Assessment kan op een betrouwbare en valide manier gebeuren.
o Testen en assessment kan individuen en de maatschappij als geheel helpen.
Toepassingen van psychologische assessments
o Diagnose stellen van de eigenschappen en oorzaak van een stoornis, ziekte of
handicap.
o Plannen van een behandeling en de effectiviteit hiervan meten
o Selectie (iemand toelaten in een setting bv werknemer aannemen), plaatsing (bv
plaatsen op speciaal onderwijs), classificatie (individuen toewijzen aan
verschillende categorieën van bv stoornissen)
o Cliënt helpen zichzelf te begrijpen en helpt individu toekomst plannen maken
o Evaluatie van voortgang
o Vergunning geven (bv rijbewijs)
o Programma evaluatie
o Wetenschappelijke hypothesen testen
The standards for educational and psychological testing is de meest invloedrijke
set richtlijnen voor het ontwikkelen en gebruiken van psychologische en
educatieve testen.
Mensen die getest worden hebben het recht op een hoge professionele standaard
en valide interpretatie van de test.
Testen 21e eeuw
Computerized adaptive testing (CAT): computer start met item met gemiddelde
moeilijkheidsgraad en past graad aan op reactie. Gaat door tot een level behaald
is. CAT kan zelfde validiteit en betrouwbaarheid behalen als pen en papier testen
Online testen kunnen uitkomst zijn als iets niet in werkelijkheid getest kan
worden; bv reactie van piloot bij een noodgeval.
, Hoofdstuk 11 Behavioral assessment
Voor school bv extra ondersteuning kan bieden moeten kinderen die dat nodig
hebben worden geïdentificeerd. Wordt vaak een psychische evaluatie gedaan
door school psycholoog of een andere clinicus.
Behavioral assessment = legt nadruk op wat een persoon doet. Meeste
methoden van persoonlijkheidsassessment benadrukt wat een persoon heeft
(eigenschappen, karakters en stoornissen).
Gedrag beoordeling wordt vaak gemeten d.m.v. een typical response test.
Wordt vaak geen interpretatie gevraagd voor het geobserveerde gedrag, gaat
alleen over aanwezigheid en frequentie van een specifieke gedraging.
Op schalen worden bepaalde gedragingen aangegeven; bv: hoe vaak afgeleid,
agressie, hyperactief, depressief of angstig. Ook wordt weergegeven hoe
algemeen/zeldzaam deze gedragingen zijn in de rest van de populatie. Zo kan
worden gekeken of het gedrag klinisch is.
Bij gedragsonderzoeken komen ook ‘response sets/bias’ voor: mensen vullen bv
vragenlijst niet naar waarheid in en geven sociaal wenselijke antwoorden.
Uitkomsten representeren dus niet persoon zijn werkelijke
karaktereigenschappen.
Moet gekeken worden naar gedrag binnen verschillende contexten aangezien dit
kan variëren.
De meeste betrouwbare en bekende testen voor kinderen persoonlijkheid op
scholen zijn gedragsonderzoeken.
Leraar kan belangrijke informatie gegeven van hoe een kind zich op sociaal en
academisch gebied gedraagt.
Behavioral interview = focus op de oorzaken en gevolgen van gedrag en welke
pogingen tot verandering al ondernomen zijn. Ook wordt gekeken naar eventuele
beloning van dit gedrag in het verleden. Gedaan nadat het probleem bekend is.
Gedragingen en frequentie worden weergegeven in een behavior rating scale. Is
een goedkope en snelle methode voor het verzamelen van informatie.
Nadeel is dat er (opzettelijk) door ouder/leraar verkeerd gescoord kan worden =
impressionistic (gebaseerd op impressie van persoon die de schalen invult).
Ondanks dit voorspellen de schalen de diagnose accuraat, voorspellen
toekomstige leer en gedragsproblemen, helpen ze bij het ontdekken van
veranderingen in gedrag en voorspellen welke typen interventies het best zullen
werken om het gedrag te veranderen.
Voorbeeld van rating systeem zijn de TRS/PRS die vallen onder de Behavior
assessment system for children (BASC), en vergelijkbaar de CBCL. Wordt o.a.
gekeken naar aanpassingsvermogen, agressie, angst, aandacht,
gedragsproblemen, sociale vaardigheden, studievaardigheden,
inter/externaliserende problemen, leerproblemen etc.
Dit zijn voorbeelden van omnibus rating scales: meten een brede range van
symptomen en gedragingen die worden geassocieerd met verschillende
emotionele en gedragsstoornissen. Zowel inter- als externaliserende problemen
worden meegenomen. Scores worden vergeleken met scores van de gehele
populatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elinevanderhoek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.