OVER DE GRENZEN VAN DISCIPLINES
Vooraf
Focus ligt op psychologie (menswetenschap) en sociologie (maatschappijwetenschap).
Hoofdvragen:
- In wat voor opzicht(en) zijn de sociale wetenschappen eigenlijk wetenschappen?
- Welke problemen ontmoeten ze bij het volbrengen van hun wetenschappelijke en
maatschappelijke taken?
- In welke mate vormen de sociale wetenschappen een eenheid, is dat eigenlijk wel
nodig of wenselijk, en zo ja: welke barrières zijn er nog te overwinnen om hierin
verder te komen?
Doel van dit boek:
- Aandacht vragen voor de steeds lastiger wordende taak van sociale wetenschappers
(tegenover een steeds hoger opgeleide bevolking).
- Het belang van ‘institutionele reflectie’ onderstrepen.
- Een begin maken met bovenstaande vragen ordenen en verder preciseren.
- Een voorlopige plaatsbepaling van de sociale wetenschappen geven.
Opgezet als zelfstandig betoog.
, HS 1 – Waarom dit boek?
Dit boek dient ook als een introductie in de internationale literatuur over interdisciplinariteit,
waarom er grenzen zijn binnen sociale wetenschappen, de plaats binnen sociale
wetenschappen en de relaties tussen wetenschap & praktijk, onderzoek & professionele
interactie met cliënten en opdrachtgevers & publiek.
Wat zijn sociale wetenschappen?
Het korte antwoord: de disciplines die zichzelf tot de sociale wetenschappen rekenen of daar
krachtens een academisch statuut bij horen. Maar: psychologie is in veel landen niet
opgenomen in de faculteit sociale wetenschappen!
Vooral onderscheid tussen mens (micro) en maatschappij (macro) lijkt moeilijk op te heffen,
ook omdat deze twee geïnstitutionaliseerd zijn in afzonderlijke disciplines: psychologie en
sociologie.
Twee culturen – of drie?
19e eeuw: scheiding tussen alfa (geesteswetenschappen, interpreterend) en bèta
(natuurwetenschappen, experimenterend). Sociale wetenschappen werd een combinatie van
de geesteswetenschappen (verzelfstandigde producten van de menselijke geest (menselijk
handelen)) en de natuurwetenschappen (systematische, generaliserende theorievorming).
Wetenschap en maatschappij
Sociale wetenschappen hebben nu een eigen plaats: gamma. Bij gamma-vakken bestaat er een
wat grotere spanning tussen academische (fundamenteel onderzoek) en maatschappelijke
activiteiten (‘toepassen’) dan bij alfa en bèta, omdat deze vakken meer moeten rivaliseren met
het alledaagse denken over mens en maatschappij. Ze moeten vaker dan alfa en bèta het
publiek overtuigen van hun verworven kennis. Lastig, want je moet tegelijkertijd binden (deze
kennis is relevant voor u) en scheiden (onze kennis is beter dan de uwe).
Wat is wetenschap?
Verschilt tussen wetenschapsgebieden. Wetenschap is zowel een product (de verzamelde
kennis) als een proces. In dit boek: nadruk op proces. Wetenschappers streven naar een
diepgaande, systematische representatie van de wereld om ons heen (meer dan ‘normale’
mensen dat doen).
, HS 2 – Disciplines
Twee betekenissen van ‘discipline’:
- Een specifieke tak van wetenschap (‘leereenheid’)
- Het uitoefenen van macht of controle over ondergeschikte groepen
Vanaf midden 19e eeuw werd het aantrekkelijk voor academici om nieuwe wetenschappelijke
disciplines te vormen, vooral als deze verbonden konden worden met bewegingen en
instituties buiten de universiteiten (bv armoedebestrijding). Sindsdien drie pijlers van
moderne discipline: onderwijs, onderzoek en beroepsvorming.
Discipline als ordeningsniveau
Om een vak een discipline te noemen, moet er sprake zijn van een zekere algemeenheid: een
aparte academische opleiding met die naam en bekendheid bij het grote publiek. Biologie dus
wel, maar fysiologie (een ‘subdiscipline’) niet. Psychoanalyse bijvoorbeeld ook niet: meer een
stroming, niet genoeg onderscheiden van psychiatrie en psychologie.
Een discipline is een vakgebied emt een eigen (basis)curriculum in het onderwijs en inter- en
nationale erkenning over langere periode.
De ontwikkeling van disciplines
Verschillende disciplines kijken vanuit een ander perspectief naar dezelfde verschijnselen in
de werkelijkheid. Ook kunnen disciplines een bepaald verschijnsel ‘claimen’ en gebruiken als
uitgangspunt: letterkunde ‘teksten’, politicologie ‘macht’ enz.
De invulling van een discipline kan in de loop van de tijd veranderen, en tussen landen
bestaan verschillen. Vaak zijn wetenschappers er helemaal niet op uit om een nieuwe
discipline te vormen, maar bekijken ze een probleem op een andere manier.
Dubbele legitimering
Een nieuwe (beginnende) discipline moet zich op twee fronten legitimeren: binnen de
wetenschap en ten opzichte van de maatschappij. Hoe gaat dit in zijn werk?
Eerst demarcatie -> het trekken van grenzen tussen wetenschappelijke bevindingen en
uitspraken van buitenstaanders. Zijn ook sociale grenzen: wetenschappers mogen
‘meedoen’ anderen worden er buiten gehouden.
Ook moeten ze bindingen aangaan (alliantie, bondgenootschappen), binnen en buiten de
wetenschap.
Boundary concepts zijn nodig: ze hebben publieke acceptatie nodig, zodat burgers zich willen
laten testen. Dus gebruiken ze al bestaande concepten als ‘intelligentie’.
Er ontstaan handelszones -> dankzij boundary objects (zoals MRI) en boundary concepts
kunnen verschillende gebieden samenwerken en informatie uitwisselen.
Ook moet de discipline voldoende belangstelling hebben onder studenten (als audiences), niet
alleen van collega-academici: anders staat de toekomst mogelijk op het spel.
Culturele autoriteit -> vormt de basis van maatschappelijke erkenning, door ouders,
wetgevers, etc: het algemene publiek.
De functies van disciplines
Het is handig een onderscheid te maken tussen de inhoudelijke kant (het kennisaspect, ook
wel: cognitieve functies) en het sociale functioneren van een discipline.
Cognitieve functies -> genereren (geld, tijd en ruimte voor onderzoek), bewaren (bibliotheek)
en overdragen (universitaire opleidingen) van kennis.