Dit is een samenvatting van hoofdstuk 9 t/m 12 van het boek praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk van Vanessa Landsmeer-Dalm & Esther Goudswaar-Houben, 1e druk. Met deze samenvatting heb ik een dikke voldoende gehaald, succes!
LET OP! Ik heb nu ook een bundel gemaakt, waarin alle...
Praktische ontwikkelingspsychologie voor sociaal werk
Hoofdstuk 9 De puber (10-14 jaar)
Wat is kenmerkend voor een puber:
De pubertijd is een periode van overgang waarin zich veel ontwikkelingen voordoen op verschillende terreinen.
Met het begrip pubertijd wordt geslachtsrijp worden bedoeld, inclusief de hormonale ontwikkeling die de
geslachtsrijping en tal van andere rijpings- en ontwikkelingsprocessen aanstuurt. Er vindt een biologisch
rijpingsproces plaats van de hormoonhuishouding en de hersenen en er doen zich ontwikkelingen voor in het
verstandelijk functioneren en het denken over morele kwesties. In deze periode neemt de behoefte aan
sensatie toe en worden er meer risico’s genomen. De puber wordt ook autonomer.
Overgang naar pubertijd:
Adolescentiefase: De tijd tussen de kindertijd en de volwassenheid die in alle culturen voorkomt. De sociale en
de psychologische dimensie van de adolescentiefase zijn afhankelijk van de culturele context. In niet industriële
samenlevingen ondergaan kinderen na hun kindertijd een overgangsritueel.
Fysieke ontwikkeling en rijping:
Hormonen: Onder invloed van hormonen, chemische stoffen in het lichaam die het lichaamsproces regelen,
gaan kinderen er volwassener uitzien. Een puber moet wennen aan de veranderingen in hun lichaam. Ze zijn
onzeker, onhandig en schamen zich voor de veranderingen.
- De pubertijd voor jongens bereikt zijn top wanneer de productie van levend sperma, rond de 14 jaar. Jongens
krijgen de baardgroei, schaamhaar en de baard in de keel. Voor jongens is een vroege rijping vaak een
voordeel. Ze groeien sneller, zijn sterker en kunnen daardoor beter presteren met sport.
- De pubertijd voor meisjes bereikt zijn top wanneer de eerste menstruatie plaats vindt, rond 11-14 jaar. Meisje
krijgen borsten en beharing op hun benen, oksels en schaamsteek. Meisjes die vroegrijp zijn voelen zich vaak
ongemakkelijk. Ze zijn soms de enige in de klas met borsten of die ongesteld zijn geworden.
- Jetlag: Pubers hebben chronisch slaapgebrek doordat ze laat naar bed gaan en vroeg op moeten staan. Puber
hebben wel 9-10 uur slaap nodig.
Seksuele ontwikkeling: Een puber komt in een stroomversnelling. Vanaf de eerste seksuele interesses in
anderen gaan pubers gedrag vertonen dat de sociale status en aantrekkelijkheid van andere verhoogd. Meisjes
gaan zich anders kleden en opmaken. En jongens doen stoer als ze in de buurt van een meisje zijn.
- Jongens: De seksuele behoeften van een jongen ontstaat in de pubertijd en blijft dan redelijk constant.
Jongens hebben een sterkere seksdrive. Jongens denken vaker aan seks, zijn vaker opgewonden, fantaseren
meer en willen eerder seks in een nieuwe relatie dan een meisje. Jongens beginnen vaak met masturberen vlak
voor of na de eerste zaadlozing, ronde de 12 jaar.
- Meisjes: De seksuele behoeften van een meisje varieert naargelang de omstandigheden. Vrouwelijke
seksualiteit wordt beïnvloed door de omgeving en vaak minder sterk door de biologische invloeden dan
mannelijke seksualiteit. Bij een meisje is de spreiding van het eerste keer masturberen groot.
Ontwikkeling in de hersenen: De ontwikkeling van de hersenen gaat door toot op zijn minst het 23 e levensjaar.
- Prefrontale cortex: Zit in de het voorste deel van de hersenen. Dit deel is verantwoordelijk voor het reguleren
van emoties, voor het kunnen plannen en voor het overzien van de consequenties van daden. Hierdoor
reageert het puberbrein heftiger op dingen dan het brein van een volwassenen. Ook verklaart dit de
stemmingswisselingen. Ze laten meer risicogedrag zien. De prefrontale cortex zorgt ook voor het beheersen
van impulsen. Een volledig ontwikkelde prefrontale cortex laat zijn emoties niet op de vrije loop, maar is in
staat om zijn emoties en het bijbehorende gedrag te onderdrukken.
- Hormoonproductie: Is bij pubers aan het schommelen. Hierdoor ontstaan er stemmingswisselingen.
De wereld begrijpen: cognitieve ontwikkeling
- Formeel operationeel stadium: Rond de leeftijd van 11 jaar. De formele denkoperaties hebben geen
betrekking op dingen die direct zichtbaar zijn en op gebeurtenissen die rechtstreeks worden ervaren. De
, operaties hebben geen betrekking op het denken zelf. Ze kunnen beter abstract denken.
- Epigenetisch principe: de mens groeit volgens een basisschema.
- Equilibrium: een zo volmaakt mogelijk evenwicht.
- Accommodatie: Kan volgens Piaget volgens substitutie en integratie.
1. Substitutie: wanneer een onrijp idee wordt vervangen door een rijp idee. De al bestaande denkwijze wordt
als het ware vervangen, maar het onrijpe idee uit de onrijpe denkwijze blijft bestaan.
2. Integratie: worden onrijpe ideeën samengevoegd. De onrijpe ideeën worden in dit geval wel vervangen.
Deze integratie zorgt voor mentale groei.
- Metacognitie: Dit is de kennis die mensen hebben van hun eigen denkprocessen en het vermogen om hun
eigen cognitie te volgen.
- Cognitieve egocentrisme: In het begrijpen van de wereld stelt de puber zich nog in de middelpunt. Hij bekijkt
de wereld vanuit zijn eigen standpunt. Ze zijn trots op dat ze steeds meer weten. Toch blijft onder pubers het
onvermogen bestaan om zich in de denkwijze van een ander te verplaatsen.
- Imaginair publiek: Pubers gaan steeds meer nadenken over wat andere mensen denken. Daarnaast gaan zij
zich ook voorstellingen maken over wat andere mensen over hen denken.
- Persoonlijke fabel: Pubers hebben veel bewondering voor zichzelf en de gedachten dat andere mensen hen
ook bewonderd. Pubers denken vaak dat mensen om hen heen zich net zo druk maken over hoe ze doen en
eruitzien als zijzelf. Elk kind heeft onderzoek gedaan naar dit dubbelzinnige concept en beschreef hierbij de
persoonlijke fabel. Deze manier van denken ontstaat doordat het relationele systeem tot in de adolescentie
nog niet klaar is met ontwikkelen het emotionele systeem overheerst.
- Zwart-witdenken: komt voort uit het cognitief egocentrisme. Pubers die net beginnen met het hanteren van
begrippen, kunnen vaak nog niet zo goed nuanceren.
Emotionele ontwikkeling:
Pubers worden zich steeds bewuster van hun eigen emoties en die van anderen, en leren omgaan mijn
emotionele situaties die zich in het dagelijks leven voordoen.
Persoonlijke ontwikkeling: wie ben ik?
- identiteit versus identiteits-verwarring: Pubers proberen in deze fase erachter te komen wat hun uniek maakt
en wat hen onderscheidt van anderen. Ze proberen verschillende rollen uit. Volgens Erikson kunne pubers die
vastlopen in een poging om een geschikte identiteit te vinden, verschillende dysfunctionele richtingen inslaan.
Ze kunnen sociaal onaanvaardbare of afwijkende rollen aannemen of later problemen krijgen met het aangaan
of in stand houden van langdurige hechte relaties.
- Identiteit Status Paradigma: De adolescentie is de belangrijkste periode waarin de identiteit zich ontwikkeld.
Er worden verschillende bindingen aangegaan op verschillende gebieden zoals school, keuze voor een beroep
en ideologie.
De 4 identiteit statussen van Marcia:
1. Identity achievement: De gevormde identiteit ontstaat na een periode van uitproberen en onderzoeken.
Daarna weten pubers welke identiteit bij hen hoort. Deze fase is psychische gezien vaak het gezondst. Ze
hebben verschillende identiteiten uitgeprobeerd, met de daarbij behorende crises, tot ze tot een eigen
identiteit kwamen.
2. Identity foreclosure: Pubers in deze categorie hebben niet de crisisperiode doorgemaakt die pubers bij
identity achievement wel doormaken. Ze hebben de identiteit overgenomen die anderen het beste voor hen
vonden. Ze zijn niet ongelukkig, maar afhankelijk van de goedkeuring van anderen en vaak autoritair.
3. Moratorium: Pubers in deze categorie hebben wel dingen uitgeprobeerd, maar hebben zichzelf nog niet een
bepaald identiteit aangemeten. Nervositeit en psychische conflicten zijn hen niet vreemd.
4. Identity diffusion: Pubers die verschillende identiteiten overwegen, maar nooit tot een keuze komen. Zij zijn
losbandig, springen van de hak op de tak en lijken heel zorgeloos.
Morele ontwikkeling: Met de komst van de nieuwe media zijn er ook nieuwe morele dillema’s ontstaan zoals
cyberpesten en internetverslaving. De wereld van pubers wordt groter en dit betekent ook dat ze beter
nadenken over de gevolgen van bepaalde acties.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kimvandervoort. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.