Samenvatting van het boek "Fundamentals of Anatomy & Physiology'' (van Martini, 11e editie) voor het vak Humane Anatomie en Fysiologie (inclusief afbeeldingen) + verwerking van de itemlist
Test Bank –Fundamentals Of Anatomy & Physiology, by Frederic Martini , Judi Nath ,Edwin Bartholomew 12th Edition||ALL NEW 2024
College aantekeningen Abdomen VU jaar 2 Gezondheid en Leven (vakcode: AB_1182) Fundamentals of Anatomy & Physiology, Global Edition
Histology exam preparation with a Summary of Fundamentals of Anatomy & Physiology, Global Edition - Cell Biology Histology
All for this textbook (50)
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Gezondheidswetenschappen
Humane Anatomie En Fysiologie
All documents for this subject (24)
3
reviews
By: jiyajagram29 • 9 months ago
By: nisrinebenhaddi • 1 year ago
By: pat123 • 3 year ago
Seller
Follow
Anouk152
Reviews received
Content preview
Samenvatting Humane Anatomie en
Fysiologie
Martini: Fundamentals of Anatomy & Physiology: 11th edition
Afbeeldingen zijn afkomstig uit Martini, Nath, Bartholomew: Fundamentals of Anatomy & Physiology:
11th edition – Pearson
H1: introductie anatomie en fysiologie
1.2 anatomie (structuur) en fysiologie (functie) zijn nauw samenhangend
Anatomie: studie van interne en externe lichaamsstructuren en hun fysiologische relaties tussen
andere lichaamsdelen
- Humane anatomie wordt onderverdeeld in verschillende delen
o Gross anatomie: macroscopische anatomie: bestaat uit de grote structuren: zonder
microscoop waar te nemen
▪ Oppervlakte anatomie: vorm van lichaam, en relatie diepere delen
▪ Regionale anatomie: organisatie van delen van het lichaam
▪ Sectionele anatomie: relaties tussen lichaamsstructuren (weefsel of orgaan)
▪ Systemische anatomie: groepen orgaan systemen die samen functioneren
(skelet systeem, musculair systeem, cardiovasculair)
▪ Klinische anatomie: subspecialiteiten zoals pathologische, radiografische en
chirurgische anatomie
▪ Ontwikkelingsanatomie: veranderingen tussen conceptie en volwassenheid
(embryologie)
o Microscopische anatomie: structuren die we niet kunnen waarnemen zonder deze te
vergroten
▪ Cytologie: studie van interne structuren van individuele cellen
▪ Histologie: onderzoek naar weefsels (groepen gespecialiseerde cellen) die
samenwerken om specifieke functies uit te voeren
Fysiologie: studie van hoe levende organismes vitale functies uitvoeren
- Humane fysiologie wordt onderverdeeld in verschillende delen
o Cel fysiologie: functie van cellen (chemische processen)
o Orgaan fysiologie: functie van specifieke organen
o Systemische fysiologie: alle aspecten van het functioneren van orgaansystemen
o Pathologische fysiologie: effecten van ziektes op orgaan- of systeem functies
1.3 levels van organisatie vooruitgang van chemicaliën tot een compleet organisme
Er zijn verschillende niveaus van organisatie
- Chemisch niveau: atomen en moleculen
- Cellulair niveau: cellen zijn de kleinste levende eenheden
- Weefsel niveau: weefsel is een groep cellen die samenwerken
- Orgaanniveau: organen worden gemaakt uit twee of meer weefsels die samenwerken om
een functie te hebben
- Orgaansysteem niveau: groep organen die samenwerken
- Organisme niveau: een individu van leven
,1.4 medische terminologie is belangrijk om anatomie en fysiologie te begrijpen
Medische terminologie is het gebruik van woordwortels, voorvoegsels, achtervoegsels en het
combineren van vormen om anatomische, fysiologische en medische termen te construeren
Een eponiem is een herdenkingsnaam voor een structuur of klinische conditie die van origine voor
een echt of mythisch persoon werd gebruikt→ vooral Latijn en Grieks wordt gebruikt
1.5 anatomische termen beschrijven lichaamsdelen, anatomische posities en
richtingen en lichaamssecties
Oppervlakte anatomie: Orgaansystemen (zie figuur 1-2)
Anatomische oriëntatiepunten
Anterior: van voren (ook wel ventraal: buik)
Posterior: van achteren (dorsaal: rug)
Supine: gezicht omhoog
Prone: gezicht naar beneden
Anatomsiche regios
Er zijn 4 abdominopelvic quadrants die worden
gevormd door een denkbeeldige lijn bij de
navel: umbilicus
Anatomische richtingen (zie figuur 1-5)
Mediaal: naar het midden
Lateraal: van het midden af
Proximaal: dichter naar het punt waar een
ledemaat naar de romp gaat
Distaal: verder weg van het punt waar de
ledemaat aan de romp zit
Craniaal: dichter bij het hoofd (ook wel cephalic)
Caudaal: richting de staart
Superior: boven
inferior: onder
,Sectionele anatomie (zie figuur 1-6)
- Frontaal (coronaal): verticale plak die lichaam in anterior en posterior verdeeld
- Sagitaal: verticale plak die lichaam verdeeld in links en rechts
o Midsagitaal
o Parasagitaal
- Transversaal: horizontale plak dat lichaam verdeeld in superior en inferior
1.6 lichaamsholten van de romp beschermen interne organen en zorgen dat ze van
vorm kunnen veranderen
Lichaamsholten zijn gesloten en gevuld met vocht→ ze zijn omringt door een dunne weefsel laag:
serous membraan (serosa)
- Thoracale holte:
o Pleurale holte (om longen heen) : rechter en linker (gescheiden door mediastinum
weefsel)
▪ Visceraal pleura: beschermd buiten oppervlaktes van de long
▪ Parietal pleura: beschermd de mediastinaal oppervlkate en de binnen
lichaam wand
o Pericarische holte (tussen hart en longen)
▪ Visceraal: beschermd hart
▪ Parietal; beschermd buitenkant
- Abdominopelvic holte
o Peritoneale holte
▪ Visceraal: ligt om de organen heen
▪ Parietal: ligt in binnenkant van de lichaamswand
o Abdominaal holte: van diafragma tot de pelvis: beschermd lever, maag, milt, dunne
darmen en een deel van de dikke darmen
o Pelvic holte: de botten van de pelvis vormen de wand van de pelvic holte: bevat de
blaas, voortplantingsorganen en de distale deel van de dikke darm
,1.7 homeostase, status van interne balans wordt voortdurend gereguleerd
Homeostase: voortdurende stabiele interne omgeving
Mechanismen van homeostase regulatie (aanpassing van fysiologische processen)
1. Autoregulatie: aanpassing van cellen, weefsels, organen of orgaansystemen als reactie op
een verandering in de omgeving
2. Extrinsieke regulatie: proces dat het resultaat is van activiteiten in het zenuwstelsel of
endocriene stelsel→ zij detecteren omgevingsveranderingen en sturen een elektrisch of
chemisch signaal om systemen aan te passen of te veranderen
Een homeostase regulatie bestaat uit drie delen
1. Receptor
2. Controle centrum
3. Effector
1.8 negatieve feedback is tegen variatie ten opzichte van normaal, terwijl positieve
feedback ze versterkt
Negatieve terugkoppeling: een effector dat geactiveerd is door de controle centrum verzet zich
tegen of ontkent de originele stimulus → zorgt voor minimale verandering
- Thermoregulatie
- Primaire mechanisme van homeostase regulatie → lange termijn controle over het lichaam
zijn interne condities en systemen
Positieve terugkoppeling: versterkt de verandering waardoor het wordt veroorzaakt
Een status van evenwicht ontstaat wanneer van elkaar tegengestelde processen of krachten in balans
zijn
, H3: het cellulaire niveau van organisatie
3.5 diffusie is een passief transport mechanisme dat de membraan passage helpt voor
oplossingen en water
Impermeabel: een membraan waardoor niets door heen kan
Vrij permeabel: een membraan waardoor elke oplossing makkelijk doorheen kan
Selectief permeabel: een membraan waardoor bepaalde materialen doorheen kunnen
Diffusie
- Wordt bepaald door de concentratie gradient: verschil tussen lage en hoge concentraties
- Iedere cel genereerd bijvoorbeeld CO2 → CO2 concentratie in cel is hoog → plasma
membraan is vrij permeabel
- Verschillende factoren hebben invloed op de diffusie snelheid
o Afstand
o Ion en molecuulgrootte
o Temperatuur
o Concentratie gradient
o Elektrische krachten
Soorten diffusie
Simpele diffusie: alcohol, vetzuren en steroiden kunnen door de lipide poorten van het membraan
heen
Channel gemedieerde diffusie: water oplosbare moleculen en ionen diffuseren hierdoor heen
- Transmembraan eiwitten
Osmose
- Verplaatsing van water door een membraan (diffusie is verplaatsing van stoffen door
membraan)
- Door selectief permeabel membraan
- Vrij permeabel voor water, maar niet voor alle oplosbare stoffen
- Water gaat door membraan naar kant met een hogere concentratie stoffen
- Hydrostatische druk ontstaat wanneer je duwt tegen een vloeistof
- Watermoleculen kunnen langs aquaporines gaan
Verschillende soorten toniciteit
- Isotoon: gelijke concentratie
- Hypotoon: water gaat de cel in (in cel hoge concentratie stoffen)
- Hypertoon: water gaat cel uit (buiten cel hoge concentratie stoffen)
3.6 carrier gemedieerde en vesiculaire transport zorgt voor membraan passage of
specifieke substanties
Carrier gemedieerd transport
- Integraal eiwitten binden aan specifieke ionen of organische substraten en dragen hen door
het plasma membraan
- Eigenschappen
o Specificiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anouk152. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R108,20. You're not tied to anything after your purchase.