Deze samenvatting is uitgewerkt op basis van de stof van het gehele boek in de vorm van de belangrijkste leerdoelen voor het tentamen. Op basis van deze uitwerkingen heb ik een 7.8 behaald voor het tentamen. Bovendien ben ik een student aan het Erasmus Honours Law College en sta ik een 8.0 gemiddel...
Indelingen objectief recht
1. Publiek en privaat recht
2. Formeel (vorm, Wetboek van Strafvordering) en materieel (inhoud, Wetboek van
Strafrecht)
3. Nationaal en Internationaal
Onderscheid privaatrecht of publiekrecht
1. De aard van de betrokken partijen
2. De aard van het te beschermen belang
3. Het initiatief tot handhaving van het recht
4. De middelen tot rechtshandhaving
1. Privaatrecht- Burgers onderling (horizontaal)
Publiekrecht- Staat en burgers (verticaal)
2. Privaatrecht- Particulier belang
Publiekrecht- Algemeen belang
Voorbeeld; waarbij niet duidelijk is of het particulier of algemeen belang is -> diefstal
3. Privaatrecht- Burger heeft het initiatief
Publiekrecht- Overheid heeft initiatief
Voorbeeld; waarbij burger het initiatief heeft bij publiekrecht is bij het aanvragen van
een vergunning en dan bezwaar maken bij het niet krijgen van een vergunning
4. Privaatrecht- Nakoming, schadevergoeding of ontbinding
Publiekrecht- Bestuursdwang
, Verschil; Overheidsingrijpen zijn wel ingrijpend, maar van de burger niet
Wat zijn de kenmerken van de rechtsgebieden?
Indeling in het privaatrecht (burgerlijkprocesrecht)
Materieel privaatrecht: bestaat weer uit;
1- Vermogensrecht: deel van materieel privaatrecht dat gaat over de geld
waardeerbare rechten en plichten.
2- Niet vermogensrecht: personen-en familierecht.
Formeel privaatrecht.
Internationaal privaatrecht
Conflictregels: bestaat uit regels die bepalen welke nationale regels moeten worden
toegepast (kijken naar internationaal recht)
Indeling in het publiekrecht
Staatsrecht: recht dat te maken heeft organisatie van een land.
Bestuursrecht: Ordening relatie burger en bestuur.
Strafrecht: Hierin staat vastgesteld welke sancties er gelden wanner een wettelijke
bepaling geschonden is.
Internationaal publiekrecht
Materieel en formeel recht
Materieel recht: zijn de regels waar de mensen zich aan moeten houden (positief
recht en rechtsnormen)
Formeel recht: de wijze waarop het recht wordt gehandhaafd (proces en procedure)
Dwingend en regelend
Dwingend recht: regels waarvan men niet mag afwijken.
Regelend recht: regels waarbij een afwijkende regeling mag treffen.
Functioneel rechtsgebied levert een bijdrage aan een specifiek beleidsterreinen bevat vaak
zowel publiekrechtelijke en privaatrechtelijke onderdelen (arbeidsrecht, gezondheidsrecht
en milieurecht)
Voldoen rechtsgebieden aan de criteriums of niet?
Nee ze zijn onvoldoende. Denk aan dat overheid ook privaatrechtelijk kan handelen.
Bezwaar in het bestuursrecht of belastingrecht
Overheid kan ook privaatrechtelijk handelen, wanneer de burgemeester een bankstel koopt
of de gemeente pennen koopt voor alle ambtenaren of als de overheid aansprakelijk is voor
de onrechtmatige daad wanneer stoeptegels slecht zijn onderhouden of bezwaar maken in
het bestuursrecht of belastingrecht waarbij bij gelijk goedkeuring geen rechter aan de pas
hoeft te komen.
Law in the action end law in the books -> visiuele cirkels
,Mensen leven regels niet na als ze een andere interpretatie hebben of naar andere regels
kijken.
Annotatie lezen van de weerleggingen bij wrongful birth
Waar kijk je naar; moraal of wet?
Het recht beperkt zich tot de sanctionering van heldere en minimale gedragsnormen, en laat
de ontwikkeling van idealen en aspiratieve normen over aan de moraal. Vanaf het begin van
de twintigste eeuw is dit overzichtelijke beeld weer gaan schuiven, in die zin dat er enerzijds
kan worden gesproken van een moralisering van het recht, en anderzijds van een juridisering
van de moraal.
Moraal of wet had vooral betrekking op de driehoekmodule (normatief, ideëel en actueel)
,Onderwijsgroep 2- 2 september 2020
Leerdoelen:
- Welke wetten zijn er en hoe komen ze tot stand?
- Welke wet gaat voor een ander en wat doet de rechter?
- Wanneer geldt hier in Nederland een verdrag?
- Kan een wet een verdrag opzijzetten?
Welke wetten zijn er?
Wet in formele zin -> Verwijst naar het besluit van de wetgever (regering en Staten-
Generaal) en heeft betrekking op de vorm waarin het besluit tot stand komt (Art. 81 e.v.
GW).
Wet in materiële zin (algemeen verbindend voorschrift) -> Algemeen, abstract, de burgers
bindende rechtsregel en afkomstig van een van de overheidsorganen die bevoegd is tot het
maken van regels (niet een formele wetgever). Het gaat dus niet om individuele gevallen.
Legaliteitsvraag -> Welke voorwaarden moeten daar dan voor zijn vervuld?
Legitimiteitsvraag -> Waarom vormt iets een bron van bindende regels?
Voorwaarden (legaliteitsvereisten) wetten:
-De wet is geschreven (lex scripta)
-De wet is bevoegdelijk gegeven (regering alleen formele wetgever dan AMvB)
-De wet mag niet in strijd zijn met een hogere regeling (toetsingsrecht)
Drie categorieën wetten
- Wetten in formele zin die geen wet in materiële zin zijn (goedkeuring van de rijksbegroting)
- Wetten in formele zin die tevens wet in materiële zin zijn (Auteurswet)
- Wetten, die alleen wet in materiële zin zijn, maar geen wet in formele zin (het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens) (Art. 105 GW)
Geen van beiden bij beleidsregels
Hoe komen wetten tot stand?
1. Fase 1 Voorbereiding, advies en indiening
- Voorbereiding ministerie
- Behandeling ministerraad
- Advies Raad van State aan de regering (art. 37 GW)
- Indiening wetsvoorstel aan de Tweede Kamer (art. 82 GW) met memorie van
toelichting van de regering
Fase 2 Behandeling in de Tweede Kamer
- Voorbereidend onderzoek van en Kamercommissie, die een verslag uitbrengt
- Regering verzendt een nota naar aanleiding van het verslag (soms verzegeld van een
nota van wijzigingen)
- Plenaire behandeling
- Kamer kan Amendement indienen (wijzigingen in het voorstel, art. 84 GW)
, - Stemming
Fase 3 Behandeling in de Eerste Kamer
- Voorbereidend onderzoek van een Kamercommissie
- Kamerleden kunnen het voorstel alleen aanvaarden of verwerpen in zijn geheel
(geen recht van Amendement, art. 85 GW)
- Voordat een wetsvoorstel is aangenomen door de Staten-Generaal kan het worden
ingetrokken door de indiener
Fase 4 Bekrachtiging, bekendmaking en inwerkingtreding
- Bekrachtiging door de koning (art. 87 GW) en de verantwoordelijke ministers
(ministeriële contraseign, art. 47 GW)
- Bekendmaking door plaatsing in het staatsblad
- Inwerktreding met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de
datum van de bekendmaking (Staatscourant waarin lagere regelgeving wordt
gepubliceerd)
Tweede Kamerleden hebben zelf het recht om een voorstel voor een wet aan de Tweede
Kamer voor te stellen -> Recht van initiatief
Welke wet gaat voor een ander?
1. Internationaal recht/verdragen
2. Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
3. Grondwet
4. Wet in formele zin
5. Algemene maatregelen van bestuur (AMvB)
6. Ministeriële regelingen
7. Verordeningen van provincie
8. Verordeningen van gemeente/waterschap
Conflictregels
1. Lex superior
Als een lagere en een hogere regeling in conflict komen, dan gaat de hogere regeling
voor.
2. Lex specialis
Als een algemene en een specifieke regeling in conflict komen, dan gaat de specifieke
regeling voor
3. Lex posterior
Als een oudere en een jongere regeling in conflict komen, dan gaat de jongere
regeling voor.
Verbindende bepaling is een bepaling voor alleen de burger
Wat doet de rechter als wetten botsen?
- Alle lagere regels kan je toetsen aan het verdrag
- De wet in formele zin mag niet getoetst worden aan de grondwet, maar wel aan lagere
regelgeving (respect naar formele wetgever)
,- Wet in formele zin kan je toetsen aan de lagere regelgeving
- Wet in formele zin gaat voor wet in materiële zin
De rechter moet een lagere regel toetsen aan een hogere en als het tegenstrijdig is de lagere
regel onverbindend verklaren. In art. 120 GW wordt een toetsingsverbod opgelegd voor de
rechter. De rechter beoordeelt geen Grondwet aan wet in formele zin, maar toetst een wet
in formele zin wel aan een verdrag. Anders is er namelijk geen machtenscheiding; de rechter
zou dan op de stoel van de wetgever gaan zitten.
Wanneer geldt hier in Nederland een verdrag?
Als Nederland bij een verdrag is aangesloten en alle procedures zijn afgehandeld dan zijn de
regels van een verdrag geldig. Het artikel gaat alleen over bepalingen uit het verdrag waar
wij als burgers iets mee kunnen, die ons direct rechten en plichten geven (Art. 93 GW). Goed
voorbeeld hiervan zijn mensenrechten verdragen. Artikel 94 van de Grondwet gaat over de
verhouding tussen de wet en een verdragsbepaling. Voorbeeld op zondag open zijn. De
verdragsbepaling gaat voor de wet, als de wet in strijd is met de gedragsbepaling.
Er zijn twee verschillende opvattingen over de doorwerking van de verdragen:
- In een dualistische opvatting worden de nationale en internationale rechtsorde als van
elkaar gescheiden rechtssferen beschouwd (zoals in het Verenigd Koninkrijk).
- In een monistische opvatting worden de nationale rechtsstelsels gezien als ondergeschikt
aan een overkoepelende internationale rechtsorde.
In Nederland hebben we een gematigd Monisme (Art. 93 en art. 94 GW). In deze
tussenpositie bestaan er verdragsbepalingen die zonder tussenkomst van een
transformatiewet in Nederland gelden.
Kan een wet een verdrag opzijzetten?
Wanneer er geen sprake is van eenieder verbindende verdragsbepaling en tussenkomst van
de nationale wetgever noodzakelijk is om aan de verdragsinhoud gelding te geven dan mag
de rechter deze niet toetsen aan het verdrag.
,Onderwijsgroep 3 – 7 september 2020
Leerdoelen:
- Wat is ongeschreven recht?
- Wat zijn rechtsbeginselen?
- Wat is de relatie tussen geschreven en ongeschreven recht?
- Wat is de taak van rechtswetenschap?
- Wat zijn de bronnen (van ongeschreven recht)?
Wat is ongeschreven recht?
Gewoonterecht als bron van recht, in de zin dat mensen in bepaalde situaties op een
bepaalde manier handelen en een bepaald gedrag herhalen (wel juridisch bindend). Veelal
gaat het om ongeschreven gebruiken en niet direct af te leiden uit geschreven recht.
Habits zijn gewoontes waarvan men slechts kan zeggen dat het regelmatig voorkomt en zijn
geen verplichting op het juridisch gebied (fatsoen, religie of moraal).
Gedragsvoorschriften zijn voorschriften, waarvan men ervaart dat men zich op een bepaalde
wijze behoort te gedragen.
Twee voorwaarden voor het bestaan van gewoonterecht
1. Herhaling van feiten (usus)
2. Een ideëel moment: de overtuiging dat het recht vereist dat het zo gedaan wordt en
niet anders (opinio necessitatis)
Wat betekenen die voorwaarden nu precies?
De herhaling van feiten is een feitelijke voorwaarde. Een gedragslijn die min of meer door
een vaste kring personen gevolgd moet worden, dit kan geografisch of professioneel worden
bepaald. Men kan zich ook afvragen hoelang de feiten herhaald moeten worden om van
usus (bestendig gebruik) te kunnen spreken. Contra legem (in strijd met de wet) gaat minder
gemakkelijk dan praeter legem (geen strijd met de wet).
Catoochi -> gewoonterecht
Bezwaar:
- Verschillende groepen mensen met een andere ideeën
- Rechtsbronnen zijn vaak niet te achterhalen.
Wat zijn rechtsbeginselen?
Rechtsbeginselen zijn traditioneel geen rechtsbronnen. Rechtsbeginselen binden vanwege
hun inhoud en niet vanwege hun vorm. Het zijn morele principes die juridisch bindend zijn,
maar niet in de wet staan. Ze zijn contralegem, dat houdt in dat rechtsbeginselen het
mogelijk maken om in ieder concreet geval de best mogelijke interpretatie van het recht te
geven en daarmee dynamiek en flexibiliteit geven aan de rechtsorde.
,Een rechtsbeginsel moet voldoen aan twee aspecten (legaliteitsvraag): Het moet in de eerste
plaats een normatieve gedachte, een desideratum (iets wenselijks) met morele of politieke
betekenis. Daarnaast vinden rechtsbeginselen verankering in de wet, jurisprudentie,
verdragen (direct) of in interpretaties die niet geschreven hoeven te zijn en alleen
voorwaarden zijn (niet direct). Het gaat niet om een normatieve gedachte zonder meer,
maar om een ratio van het recht (anders is het een louter morele waarde of louter politieke
wens).
1. Normatieve functie van rechtsbeginselen leiden tot rechtsgevolgen als dit niet in
wisselwerking is met rechtsregels. Ze vervullen een vergelijkbare rol net als regels.
Soms hebben rechtsregels een aanvullende werking en soms juist een beperkende of
derogerende werking.
1A. Aanvullende werking is aan de orde wanneer de wet met behulp van 1 of
meerdere rechtsbeginselen wordt opgevuld. Voorbeeld: Er is ook discriminatie als
iemand van sekse veranderd en wordt ontslagen en niet alleen expliciet als iemand
een man of vrouw is en dan wordt ontslagen (leemte)
1B. Beperkende werking is aan de orde wanneer op grond van een beginsel een
wetbepaling opzij wordt gezet. De toepassing van de wet wordt in strijd met
rechtsbeginselen geacht en op die grond achterwege gelaten. Voorbeeld: De Hoge
Raad mag de wetstoepassing van de inspecteur beoordelen en ook beoordelen als hij
naar onbehoorlijk bestuur heeft gehandeld. Dit is in strijd met de wet.
Onwaardige deelgenoot (rechtsbeginselen) is een zaak waar beide gevallen
(aanvullend en beperkend) valt te verdedigen en is een goed voorbeeld van een
normatieve functie van rechtsbeginselen, want het heeft rechtgevolgen tot gevolg.
Rechtsbeginselen zijn normatieve gedachten ofwel grondgedachten die een
rechtsorde fungeren. Beginselen vormen als het ware het morele cement van het
recht. Ze geven aanvulling aam de interne moraal van het recht. Paul Scholten: ‘Alle
beginselen worden gedragen door de gedachte, dat het mogelijk is goed en kwaad,
wat behoort en niet behoort te scheiden. En wat meer zegt, het is die gedachte, die
doorwerkt bij iedere rechtsvorming, in alle onderscheiden van recht en onrecht, of
het nu een wetgever is, de rechter of de regeerder, die het doet.’
2. De legitimerende functie van rechtsgebieden is in het licht van toepassing
geachte wet- of regelgeving. Het voorbeeld wrongful birth-arrest laat dit duidelijk
zien. De rechter besprak namelijk een aantal mogelijke tegenargumenten en
verwierp deze om zijn besluit te rechtvaardigen.
3. De actualiserende functie van rechtsbeginselen houdt in dat het recht wordt
aangepast aan de eisen van die tijd, zoals ook in wrongful birth-arrest wordt
geïllustreerd. Er is meer waarde toegekend aan zelfbeschikking dan
lotsbeschikking.
, Wat is de taak van rechtswetenschap?
Systematiseren en verbinden van recht en de rechtsdogmatiek
Het is een kenbron
Boomgaard -> Recht in verhouding (wat zijn de juridische methoden)
Willink-> Wetgever recht doet (welke methode heeft de rechtswetenschap)
Wat is de relatie tussen geschreven en ongeschreven recht?
De verbinding leggen tussen rechten en moraal (normatief en ideëel)
Tussen wettelijke regels en
niet in de wet neergelegde
interpretaties en
beginselen
bevindt zich de
rechtspraak als kenbron
van recht, die een
verbinding vormt tussen
het geschreven en
ongeschreven recht
Wat zijn de bronnen van ongeschreven recht?
Rechtsbeginselen, gewoonterecht (vertrouwensregel) en bepaalde verkeersopvattingen
Witteveen
- Verwerping is dat door een bevoegde instantie een rechtsbeginsel wordt verworpen
- Aanvullende rechtsbeginselen zijn beginselen die de wet aanvullen bij leemtes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambermeinen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R87,61. You're not tied to anything after your purchase.