Dit is de tweede participatieopdracht van het vak Organization Theory. Het document is gemaakt in 2020. Het doel van dit document is om hier als student zijnde, informatie en inspiratie uit te halen. Er kan worden geleerd van dit document. Echter is het niet de bedoeling om dit document klakkeloos ...
Participatieopdracht 2 OT
1a) Benoem de modellen van besluitvorming die door Eisenhardt & Zbaracki
(1992)wordenonderscheiden in hun artikelen leg deze uit. Er wordt gesproken
over drie modellen:
Rational and bounded rational model: Dit model bestaat uit drie basis fasen -
indentificatie, ontwikkeling en een selectie fase van beslissingen maken- die het hart
vormen. In dit model worden alternatieven opgesomd en de ‘optimale’ hiervan wordt
gekozen. Er wordt vanuit gegaan dat men alle informatie tot beschikking heeft. Vaak
proberen deze ‘decision makers’ rationeel te zijn maar dit lukt niet altijd door
cognitieve beperkingen, beperkingen op vaardigheid. Ze beschikken bijvoorbeeld niet
over alle informatie die nodig is. Daarom spreken we van ‘bounded rationality’.
Political and power model: in dit model wordt onderhandeld tussen mensen binnen
een organisatie die niet dezelfde doelen hebben voor de organisatie. Vaak krijgen de
meest ‘powerful’ of machtige mensen binnen een organisatie dan hun zin. Uit dit
model volgt ook dat organisaties nooit maar één doel hebben maar vaak meerdere.
Carbage can model: Hierbij worden organisaties als anarchieën gezien en komen
besluiten tot stand door een random samenloop van mensen, problemen, oplossingen
en keuze mogelijkheden. Ook is de doelstelling van de organisatie vaag. Hierdoor
duurt het vaak erg lang voordat er besluiten worden genomen. Er worden hierbij
eigenlijk oplossingen verzameld die je nog niet hebt als organisatie zijnde.
b) Hoe verhouden deze, door Eisenhardt & Zbracki (1992) onderscheiden
modellen zich tot de “Classical model” en ‘’Administrative model”?
Het rational model is eigenlijk hetzelfde als het classical model. Deze modellen
nemen aan dat de manager access heeft tot alle informatie die nodig is om een besluit
te maken. Hierdoor wordt er dus gekozen voor een besluit dat ‘optimaal’ is.
Het bounded rational model komt juist overeen met het administrative model. Vaak
genoeg komen managers niet aan alle informatie en hebben ze cognitieve beperkingen.
Er kan in allebei de modellen dus ook geen optimaal besluit tot stand komen. Het gaat
hier eerder om satisficing.
Political and power model verschillen juist op het classical en administrative model.
Bij dit model is er geen duidelijk probleem of duidelijk doel maar gaat het om
verschillende groepen binnen een organisatie die in conflict zijn over doelen. Wel is er
net zoals de administrative model een conditie van onduidelijkheid of
dubbelzinnigheid binnen de organisatie. In tegenstelling tot de andere modellen kan er
bij dit model niet door één iemand een besluit worden genomen maar zal er eerst
moeten worden onderhandeld binnen de bedrijfscoalitie.
Het garbage can model is een geval apart. Het gaat bij dit model vooral om timing en
geluk. Wel is er in overeenkomst met het administrative model een vage doelstelling
binnen de organisatie. Voor de rest duurt het ook erg lang voordat er een besluit wordt
gemaakt bij dit model in tegenstelling tot de andere modellen.
, c) Ondersteunt dit empirisch onderzoek het ‘rational model’ of juist het ‘bounded
rational model’?
Dit onderzoek steunt het bounded rational model omdat:
1. research duidelijk laat zien dat er cognitieve beperkingen aan het rational model
zitten, waardoor besluiten niet meer optimaal worden genomen maar juist ‘satisficing’.
2. Ook laat research zien dat besluiten de basis fasen van probleemherkenning , -
ontwikkeling en -selectie wel volgen maar dat ze hier op verschillende manieren
doorheen gaan, soms ook dieper gaan in een bepaalde fase, of een ander pad volgen.
3. En als laatste beïnvloed de complexiteit van het probleem en conflict tussen
belsuitnemers vaak de vorm van het besluit pad.
2. Jones en George (2020, p.193-4) bespreken cognitive biases en onderscheiden vier
“sourcesof cognitive biases”. Bespreek deze vier bronnen van biases en geef van
elk een voorbeeld op basis van je eigen ervaringen.
confirmation bias: Hierbij is er sprake van een sterke vooringenomenheid waardoor
er een slecht besluit kan worden gemaakt. Ik moest bijvoorbeeld vorige week met de
bus naar het station. Altijd pak ik dezelfde vertrouwde bus (bus 28). Mijn moeder
vertelde mij dat ik dit keer beter een andere bus (bus 22) kon pakken in verband met
wegwerkzaamheden. Aangezien bus 28 voor mijn deur stopt en het m’n vertrouwde
bus was luisterde ik niet naar mijn moeders advies. Bus 28 is altijd op tijd dus waarom
nu niet, dacht ik. Uiteindelijk kwam ik alsnog te laat op het station en had ik beter naar
mijn moeder kunnnen luisteren.
Representativeness bias: Dit is een overhaaste generalisatie waardoor besluiten slecht
gemaakt worden. Laatst keek ik bijvoorbeeld naar opsporing verzocht. Vaak als er
bijvorbeeld een misdaad gepleegd is, zijn er mensen die zeggen dat het vast en zeker
wel weer die buitenlanders zullen zijn. Als dan blijkt dat het Nederlanders waren,
hadden ze ongelijk.
Illusion of control: Hierbij overschat men zich van eigen vermogen. Ik had
bijvoorbeeld laatst een weddenschap verloren omdat ik een potje FIFA tegen een
vriendin van mij ging spelen. Ik dacht dat ik het potje wel even snel zou winnen en
ging de weddenschap dus aan. Wat ik niet wist was dat het meisje erg goed was in
FIFA. Hierdoor verloor ik het potje en dus ook de weddenschap.
Escalating commitments: is het blijven investeren ondanks slechte resultaten. Ik had
bijvoorbeeld een scooter die erg oud was en eigenlijk ook gewoon kapot was. Toch
besloot ik om er nieuwe onderdelen in te stoppen en hem te laten renoveren. Ik stopte
veel geld in die scooter. Uiteindelijk hadden deze investeringen allemaal niet geholpen
doordat er iedere keer wel weer wat kapot ging door de oudheid van de scooter.
Uiteindelijk heeft het me dus heel veel gekost en niks opgeleverd. Ik had de scooter
beter gelijk weg kunnen doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Xander02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R58,63. You're not tied to anything after your purchase.