SAMENVATTING CONSUMENTENPSYCHOLOGIE
1. WAT IS CONSUMENTENGEDRAG
DEFINITIE VAN CONSUMENTENGEDRAG
Consumentenpsychologie kan omschreven worden als de wetenschappelijke studie van het
consumentengedrag. Bij consumenten denken we bij de eerste instantie aan het kopen en/of consumeren van
producten en diensten, maar het consumentengedrag dient veel breder opgevat te worden. het betreft:
Mentale en fysieke handelingen
Met hun aanleidingen, oorzaken en gevolgen
Van individuele en kleine groepen
4 fasen: oriëntatie, aanschaf, gebruik, onderhoud/afdanken
Goederen en diensten
Uit de commerciële sector, overheidssector en huishoudelijke waarden
Gevolg: tevredenheid en welzijn
Lettend op korte- en langetermijn effecten
De individuele en maatschappelijke gevolgen
MENTALE EN FYSIEKE HANDELINGEN
Fysieke handelingen zoals het afrekenen aan de kassa, en de cognitieve activiteiten die voorafgaan aan dit
gedrag.
AANLEIDEINGEN, OORZAKEN EN GEVOLGEN
De aanleiding van het koopgedrag kan gezocht worden in een veranderende levensomstandigheden. De
aanleiding kan eveneeens gezocht worden in een verenaderende perceptie op wat de consument bezit.
Aanleiding tot koopgedrag kan heel divers zijn. Een zoekproces wordt gestart en dat kan al dan niet resulteren
tot aankoop.
INDIVIDUELE EN KLEINE GROEPEN
Consumentengedrag kan een individuele aangelegenheid zijn. Aankoop kan betrekking hebben op een gezin of
huishouden. Het is mogelijk om individueel een product of dienst te gebruiken, maar vaak is het gezelliger om
meerdere vrienden of gezinsleden hierbij te betrekken.
ORIËNTATIE, AANSCHAF, GEBRUIK EN AFDANKEN
Het gaat over oriëntatie, de aankoop, het gebruik en het afdanken van scharrse goederenen diensten. De
consumentiecyclus beschrijft deze in fier fasen van het consumentengedrag. Moment van aankoop kan zeer
kort zijn, maar het kan het resultaat zijn van een lang overwegingsproces. Bovendien gaat na de aankoop het
consumentengedrag verder.
,VAN SCHAARSE GOEDEREN EN DIENSTEN
We spreken enkel over consumentengedrag voor zover het gaat over goederen en diensten. Dat wil zeggen dat
het onderwerp van dit vak goederen en diensten zijn waarvoor een prijs bepaald moet worden.
UIT DE COMMERCIELE SECTOR, OVERHEIDSSECTOR EN HUISHOUDELIJKE SECTOR
Deze producten en diensten kunnen afkomstig zijn van commerciële organisaties, de overheid en het
huishouden. Commerciële organisaties zijn bedrijven die goederen en diensten produceren met de bedoeling
daar zelf beter van te worden.
De overheid levert eveneens diensten aan de burgers. In dat geval betaalt de consument niet de marktprijs
maar een afgesproken prijs.
Huishoudelijke productie wil zeggen dat huishoudens niet alleen consumeren, maar ook kunnen produceren
wat ze gebruiken. De leden van een huishouding kunnen beslissen om de grondstoffen voor het middageten
aan te kopen en het zelf klaar te maken.
LEIDEND TOT FUNCTIEVERVULLING EN HET BEREIKEN VAN DOELEN EN WAARDEN
De aankoop en het gebruik van een product geeft aanleiding tot functievervulling en hiermee samenhangend
tot tevredenheid en welzijn. Dankzij de aankoop van een auto kan de leerling op stage, in die zin kunnen we
stellen dat deze auto een functie vervult in de behoefte van de student om zich te verplaatsen. Deze aankoop
kan leiden tot tevredenheid of niet, dit zal bij de volgende aankoop een rol spelen.
DE INDIVIDUELE EN MAATSCHAPPELIJKE GEVOLGEN
De aangename aspecten zijn voor het individu, maar de negatieve gevolgen zijn voor de samenleving. We
onderscheiden eveneens individuele, huishoudelijke en collectieve goederen/diensten al naargelang het
gebruik. In deze studie beperken we ons tot de eindgebruiker. Dat is de persoon die producten en diensten
aankoopt voor zichzelf voor de leden van zijn huishouding. Het koopgedrag van mensen die namens een
organisatie producten en diensten aankopen ten behoeve van deze organisatie vormt het onderwerp van een
afzonderlijke studie en valt buiten het bestek van dit handboek.
Uiteraard kan de consument slechts producten en diensten kopen die op de markt aangeboden worden.
vandaar dat we in een volgende paragraaf ingaan op het aanbod van goederen en diensten.
HET AANBOD VAN GOEDEREN EN DIENSTEN
Van schaarste naar overvloed. Wat is het verband tussen het toenemend inkomen en uitgaven voor diverse
typen van goederen?
Noodzakelijke goederen
Dit zijn producten zonder dewelke consumenten niet kunnen overleven. Bij toenemend inkomen gaat men
minder beginnen uitgeven aan noodzakelijke goederen.
Inferieure goederen
Goederen waaraan minder wordt uitgegeven naarmate het inkomen stijgt. Bv tweedehandskleding.
Luxegoederen
De consument gaat naarmate meer uitgeven aan luxegoederen wanneer hun inkomst stijgt.
,Producten doorlopen een levenscyclus. Deze levenscyclus geeft het verband aan tussen de bezitsgraad van een
product en het tijdsverloop. We onderscheiden vier fasen: introductie, groei-, volwassenheids- en eindfase.
Vanuit deze productcylcus begrijpen we de drang van bedrijven naar innovaties.
EEN INDEX VAN CONSUMENTENVERTROUWEN
De productie van goederen had destijds voornamelijk de bedoeling om te voorzien in de meest elementaire
levensbehoeften. De producten hadden enkel een functionele betekenis. Het centrale probleem voor veel
mensen bestond erin dat de middelen onvoldoende waren om deze goederen aan te schaffen. Door de
industriële revolutie werden allerlei goederen beschikbaar voor de massa. De koopkracht nam toe en hierdoor
kreeg de consument de beschikking over een vrij te besteden inkomen. Vanaf dat ogenblik kunnen de
bestedingen niet meer rechtstreeks afgeleid worden uit de inkomens.
Katona- voor velen nde grondlegger van de consumentenpsychologie, begreep dat als eerste en trachtte de
consumentenopinie inzake de ontwikkeling van bestedingen te meten middels de index van
consumentenvertrouwen (ICV). Om dit te meten gebruikten ze enkele korte vragen over de visie op de
ontwikkeling van de economie, van het individuele huishouden en tevens over de geschiktheid van het
moment om uitgvaen van duurzame goederen te doen. Als deze index hoog is, wijst dat erop dat tijdens de
komende periode de bestedingen zullen stijgen, terwijl als deze index laag is de bestedingen zullen dalen. Dat
heeft belangrijke gevolgen voor de economische activiteiten. Deze ICV wordt momenteel nog steeds gebruikt.
INDEX VAN CONSUMENTENVERTROUWEN 19 VS 20
CONSUMENTENCULTUUR/MAATSCHAPPIJ
1. Consumptie bevindt zich op hoog niveau, ver boven opleidingsniveau
De rol van inferieure goederen neemt af en de luxegoederen komen meer op de voorgrond.
2. Goederen worden vooral verworven via aankoop en minder door eigen productie
Hierdoor ontstaat comparatieve voordelen, waardoor meer geconsumeerd kan worden.
3. Consumptie en overconsumptie worden algemeen aanvaard
4. Mensen evalueren zichzelf en anderen op basis van hun consumptiegedrag
Hoe is deze consumtiemaatschappij ontstaan?
1. Het aanbod van goederen en diensten wordt verbeterd door de comparatieve voordelen en de
verbeterende technologieën. Hierdoor kunnen goederen goedkoper en massaler geproduceerd
worden.
, 2. Het toenemende inkomen heeft bijdragen tot een toenemende vraag naar goederen Mensen willen zo
veel mogelijk bezitten en tonen dat aan anderen. (materialisme)
3. Reclame stimuleert het gebruik van goederen.
DE PRODUCTLEVENSCYCLUS
De productlevenscyclus geeft het verband aan tussen de tijd en de bezitsgraad in de populatie
DE INTRODUCTIEFASE
Tijdens de introductiefase worden de consumenten attent gemaakt op het nieuwe product. In deze fase vormt
de consument zich een beeld van het product. Wat is het? Wat kan ik er mee doen? … (bv: mobiel betalen)
DE GROEIFASE
In de groeifase is het product bekend, maar er zullen varianten, eventueel andere merken op de markt
veschijnen. De consumenten kunnen nu kiezen welk merk ze willen. (bv: elektrische auto)
DE VOLWASSENHEIDSFASE
Aan het einde van de groeifase bereikt de bezitgraad zijn hoogtepunt. Tijdens de volwassenheidsfase blijft dit
punt ongeveer hetzelfde. In deze fase heeft de grote massa van consumenten belangstelling voor het product.
De productie draait op volle toeren. Hierdoor zijn in deze fase van de cyclus de winstmogelijkheden voor de
producenten optimaal.
DE EINDFASE
Als de vraag naar een product afneemt, komt het in een eindfase. Er ontstaan nieuwe producten die de functie
overnemen. De vraag naar dit soort producten neemt af. De producenten zullen het product op een bepaald
moment uit de handel nemen.
WAT IS HET MORAAL VAN DE PRODUCTLEVENSCYCLUS
Gezien de houdbaarheid van de producten beperkt is, is innovatie van levensbelang.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rania_chetouani. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R116,43. You're not tied to anything after your purchase.