Klassieke benaderingen
o Psychoanalyse/ psychodynamische therapie -> mentalization based
therapy, transference focussed therapy
o Gedragstherapie (mensen beter maken door gedrag aan/af te leren)
o Cognitieve gedragstherapieën -> dialectische gedragstherapie,
schematherapie (mentale toestanden/gedachten veranderen)
o Humanistische benadering (vb empathie, actief luisteren,..)
o Common factors model (gemeenschappelijke factoren die elke
therapeut toepast)
Moderne visies: rehabilitatie en vermaatschappelijking vd GGZ
o Herstelgerichte zorg
o Assertive community treatment
o Presentie
o Kwartiermaken
Medicatie-arme benaderingen vn psychose (medicatie vaak ongewenste
neveneffecten)
o Soteria
o Open dialoog
Heftige strijd tussen verschillende benaderingen
Grote markt, veel mensen die daar hun inkomen uit krijgen
Verschillen? Therapieën lijken mijlenver uit elkaar
Uitbereiding toepasbaarheid therapieën (EBP)
o Therapieën worden uitgedacht naargelang ziektebeeld/stoornissen
o Discussies over statuut aandoeningen maar anderzijds therapieën
tegen verschillende stoornissen
Wetenschappelijke onderbouwing
Outcome studies: effectiviteitsonderzoek (een vd moeilijkste onderzoeken om
goed uit te voeren, enige onderbouwde studie) vb insulinetherapie bij
psychoses
Modeverschijnselen?
Wetenschappelijke vooruitgang?
Dubbel blind?
, Specifieke problemen en moeilijkheden gelinkt aan effectiviteitsonderzoek in
de psychotherapie
o Meetbare problemen
o Vooronderstellingen
Onderzoekersloyaliteit
o Dodo-bird verdict (Rosenzweig 1936; Luborsky 1975)
Geen duidelijke criteria voor aan te duiden of een therapie
effectief is of niet, dus het lijkt alsof alle therapieën werken,
allemaal winnaar
o Loyaliteit van onderzoeken voorspelt vaak de uitkomst vn onderzoek
(onderzoekers zijn zodanig loyaal aan een onderzoek waardoor ze vaak
onbewust de resultaten duwen in de positieve richting)
o Te weinig rekening mee gehouden
o Effectgroottes zijn 30% hoger
o Vaak is hetzelfde kleine kransje verantwoordelijk voor een groot deel
van de positieve resultaten
o Meestal onbewust
o Waarschijnlijk oorzaak van methodologische fouten
o Effectiviteitsstudies worden vaak uitgevoerd door mensen die
bijgedragen hebben aan het uitvinden van een therapie (onbewuste
bias)
Publicatiebias
o Niet alle gevoerde onderzoeken worden gepubliceerd
De onderzoeken die tot de conclusie komen dat een therapie
niet zo goed werkt
Geen negatieve onderzoeken publiceren
o Bij in rekening brengen dalen de effectgroottes met 25%-33%
o Therapieën zijn effectief maar niet zo effectief als bewezen, moeizaam
proces, individueel aan zv
o Negatieve resultaten worden vaak verdraaid waardoor het lijkt alsof ze
toch positief zijn
o Poging tot replicatie
Slechts 37% oorspronkelijke onderzoeken worden uiteindelijk
bevestigd
o Preregistratie en verplichte publicatie van onderzoeken
Preregistratie: opvoorhand aankondigen dat er een onderzoek
gaat gebeuren
Verplicht in VS sinds januari ‘17
In Europa wordt het aangemoedigd
Methodologische moeilijkheden
o Welke outcome?
POM vs SOM (primaire vs secundaire outcome measure)
Multiple comparisons
Sterk verhoogd risico op vals positieve resultaten, HARKing
Outcome studies psychotherapie scoren slecht op dit vlak
, Preregistratie
MAAR! Klinische relevantie POM & SOM?
o Welke interventie?
1 interventie vs therapiepakket (vb schematherapie: limited
reparenting, empathische confrontatie, psycho-educatie,
cognitieve herstructurering, exposure, relaxatie, imaginair
rescripten,..)
Ontmantelende studies vs additieve studies
1e heeft geen effect, 2e klein maar significant
(onderzoeksloyaliteit??)
Farmaceutische onderzoeken gemakkelijker dan therapeutische
onderzoeken
Klein onderdeel van therapie weglaten heeft vaak geen groot
verschil in outcome
Controlegroepen
o Wachtlijsten
Nocebo?( mensen slechter later voelen door geen therapie te
geven,) Placebo geven is geen optie
o TAU (treatment as usual- standaardbehandelingen bij iedere zv met
dezelfde stoornis)
Vaak slecht gedefinieerd
Vaak weinig begeleiding
Vaak door slecht opgeleid personeel (therapie wordt vaak
gegeven door professionals maar controlegroep wordt begeleidt
door vb studenten/ niet opgeleiden)
Problemen met vooronderstellingen
Sleutel en slot
o Validiteit diagnostiek?
o Comorbiditeit
o Ontwikkeld voor een specifieke stoornis?
o Sleutel = therapie, slot= bepaalde stoornis
Sleutels zijn vaak lopers voor verschillende sloten
Psychodynamische modellen: uitgangpunten
Psychoanalyse: Freud
Uitgangspunten
o Belang vroege ervaringen
o Belang onbewuste processen
o Relaties met significante anderen (mensen die grote rol gespeeld
hebben in vroegere ervaringen) worden geïnternaliseerd en bepalen
onze actuele relaties -> iedere keer als je iemand ontmoet zijn er
bepaalde aspecten vd nieuwe relatie die je linkt met eerdere
ervaringen. Het verleden leidt het heden
, o Innerlijke conflicten zijn basis vn psychische symptomen vb bepaalde
driften die je hebt maar die maatschappelijk niet oke zijn, die driften
worden deel vn persoonlijkheid >schuldgevoel
o Defensiemechanismen tegen onbewuste wensen
o Overdracht (relatie met therapeut wordt bepaald door bepaalde rugzak
die pt heeft, zie puntje drie) /tegenoverdracht (reactie vn therapeut op
overdracht & eerdere ervaringen vd therapeut, zijn rugzak)
Es: psychische presentanten vd driften/behoeften vb honger, dorst
o Psychodynamisch idee: driften zijn zodanig ingeschakeld zodat het
meer dan enkel behoeften worden vb kind heeft dorst-> meer dan
enkel dorst, ook moeder willen zien vb anorexia -> honger maar
onderdrukken door bepaalde gedachten
o interpretatie door eigen ervaringen. Vb kind huilt, niet omdat het graag
huilt maar misschien omdat het honger heeft of koud heeft. Verder
denken dan bepaalde situaties dmv eigen ervaringen/interpretaties
o driftbevrediging, onmiddellijk en nu. Daarom in maatschappij zijn er
wetten -> waar en wanneer je driften kan en mag bevredigen vb niet
openbaar plassen.
o Samenleving heeft een inperkende werking op de driften, op welke
manier driften mogen bevredigd worden via maatschappelijk
toegelaten wegen
o Meest primitieve stadium vh denken, onbewuste wensen
o Ik wil een snoepje dus ik eet zonder schuldgevoel een snoep
Ich: proberen om compromis te sluiten tussen Es (driften) en überich (hou u
aan de regels)
o Ik voel me enkel schuldig als ik betrapt word op het eten van een
snoepje
Uberich: wetten, regels en verwachtingen
o Ik voel me schuldig omdat ik een snoep gegeten heb
Lustprincipe/realiteitsprincipe
Libido: verwijst nr lichamelijke omgang met buitenwereld, plezant of niet
plezant. Energie die we ter beschikking hebben om een drift te bevredigen
Psychoseksuele ontwikkeling
o Oraal (baby)
o Anaal
o Fallisch (puberteit)
Psychodynamische modellen: defensiemechanismen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiedetroyer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R125,76. You're not tied to anything after your purchase.