Op de Erasmus Hogeschool in Jette heb je binnen voeding- en dieetkunde 2 keuzevakken in het 2de jaar. Voeding bij sporters of bij geriatrie en ik koos voor geriatrie oftewel ouderen.
Deze samenvatting omvat de volgende hoofdstukken:
1) Filosofie ouderen- en voedingszorg
2) Takenpakket diëtist ...
SAMENVATTING VOEDING IN DE GERIATRIE
H1: FILOSOFIE OUDEREN- EN VOEDINGSZORG
De belangrijkste uitdaging binnen de geriatrie is het maximaal inzetten om de vitaliteit, functionaliteit
en onafhankelijkheid zo lang mogelijk te garanderen!
Wanneer wordt een individu als ‘oudere’ beschouwd?
= De WHO omschrijft een oudere volwassene als een persoon die de leeftijd van 65 jaar heeft
bereikt. Deze leeftijd wordt namelijk geassocieerd met het recht op pensioen.
Wat is verouderen?
= De accumulatie van veranderingen die optreden doorheen de tijd, zowel op fysiek, psychologisch
als sociaal vlak. Met het ouder worden neemt de spiermassa af en de vetmassa neemt toe, dit leidt
tot een hogere mate van kwetsbaarheid.
Er zijn twee grote invalshoeken bij veroudering:
1) Anti-aging
= Er jonger uitzien en dus de veroudering tegenhouden.
2) Healthy aging
= Het proces van het ontwikkelen en het onderhouden van de functionele mogelijkheden die
iemand toelaat zich goed te voelen op oudere leeftijd. De functionele mogelijkheden worden
hier gezien als capaciteiten die toelaten te doen en te laten wat iemand waardevol vindt.
Gezond verouderen met preventie of vertraging van de achteruitgang en zo lang mogelijk
de dingen doen die men graag doet.
Dit houdt in:
- Te voldoen aan de basisbehoeften
- Te blijven leren, groeien en beslissingen blijven maken
- Mobiel te blijven
- Het uitbouwen en onderhouden van relaties
- Bij te dragen aan de maatschappij
Een geriatrische patiënt = iemand met een complex ziektebeeld a.g.v. stoornissen op lichamelijk,
geestelijk en/of sociaal gebied waardoor zelfstandig functioneren en de kwaliteit van het leven
negatief beïnvloed wordt.
De kenmerken van een geriatrische patiënt:
>75 jaar
Fragiliteit en beperkte homeostase: minder weerstand en bijvoorbeeld sneller dehydrateren
als de temperatuur oploopt door een vermindert dorstgevoel
Actieve polypathologie: bij ouderen komen er meer chronische aandoeningen voor
Atypische klinische beelden
Verstoorde farmacokinetica: de meeste ouderen nemen meerdere medicijnen en zij hebben
een andere dosering
Gevaar voor functionele achteruitgang
Gevaar voor deficiënte voeding: ze zijn sneller verzadigd of hebben minder eetlust waardoor
ze minder gaan eten en dat kan voor tekorten zorgen
Neiging tot inactiviteit en bedlegerigheid, toegenomen risico op opname in een instelling en
afhankelijkheid bij de activiteiten van het dagelijkse leven
Psychosociale problemen zoals eenzaamheid
PROBLEMEN DIE ONTSTAAN BIJ HET OUDER WORDEN
1) Frailty
= De intrinsieke veroudering van orgaansystemen, de kwetsbaarheid is te voorkomen maar
eenmaal daar onomkeerbaar!
Vb.: onvoldoende inname van eiwitten en energie leidt tot minder spiermassa en minder
spierkracht, dit kan ervoor zorgen dat het moeilijker is om te kauwen op voedsel wat dan kan
leiden tot ondervoeding. Vicieuze cirkel!
↳ De gevolgen van frailty:
- Verhoogde kans op vallen
- Hospitalisatie: snellere opname in WZC of ziekenhuis
- Hogere kans op overlijden
2) Sarcopenie
= Leeftijdsgerelateerd verlies van spiermassa en spierkracht.
↳ Risicofactoren: Gevolgen:
- Leeftijd: vanaf 50 neemt de vetvrije massa af - Fysieke en cognitieve beperkingen
en start het proces van sarcopenie - Krachtverlies
- Lage energie-eiwitinname - Verminderde inspanningscapaciteit (ademhaling)
- Innactiviteit - Verminderde kwaliteit van leven
- Verhoogde kans op overlijden
, - Een ziekte hebben
↳ Preventie: een hogere inname van eiwitten leidt tot een daling van de afname van
spiermassa.
Een
negatieve eiwitbalans = het verlies aan spiermassa door een lage eiwitinname.
Anabool resistent = minder sterk reageren op anabole prikkels.
Een hoge eiwitinname (25-30g eiwit per maaltijd) vermijdt de anabole resistentie
3) Anorexia of ageing
= De fysiologische processen van veroudering en factoren die bij ouderen voorkomen zoals
comorbiditeiten en polyfarmacie veroorzaken vaak een verlies aan eetlust bij ouderen.
↳ De oorzaken:
- Fysiologisch: verlies van smaak, geur en zicht & veranderingen in de gastro-intestinale
motiliteit
- Psychologisch en sociaal: armoede en isolement
- Medisch
↳ De gevolgen:
- Verandering van de lichaamssamenstelling: lichaamswater en spiermassa dalen en
vetmassa stijgt
- Hoger verzadigingsgevoel maar dezelfde voedselinname
- Verminderde smaak- en geursensatie
- Minder eetlust en voedingsinname in functie van de leeftijd
4) Ondervoeding of malnutritie
= Een acute of chronische toestand waarbij een tekort of disbalans van energie, eiwitten of
andere voedingsstoffen leiden tot meetbare, nadelige effecten op de lichaamssamenstelling
(verlies van vetvrije massa), functioneren en klinische resultaten.
We onderscheiden twee soorten ondervoeding:
Chronische ondervoeding Acute ondervoeding
Afgenomen vetmassa met behoud van Oorzaak: kwashiorkor = aandoening bij
lichaamseiwitten kinderen door langdurig tekort van eiwitten
Gedurende een lange periode Snel optredend tekort aan eiwitten
Afname van spiermassa Snelle weefselafbraak en afbraak van
lichaamseiwitten
Lage voedselinname Voldoende voedselinname
Gepaard met chronische ziekte Gepaard met acute ziekte of operatie
, Voldoende KH en V beschikbaar als E-bron
De oorzaken van ondervoeding:
Fysieke factoren
- Verminderde smaak, geur en eetlust
- Verminderde mobiliteit
- Ontregeling van honger en verzadigingsgevoel
- Verstoorde vertering en opname in maagdarmkanaal
- Pijn en vermoeidheid
Medische factoren Psychische factoren
- Ziektetoestand - Depressie
- Kauw- en slikproblemen - Verdriet en angst
- Dementie - Verandering in levenssituatie
- Bijwerkingen medicatie Sociale factoren
- Eenzaamheid
De gevolgen van ondervoeding: - Rouw
- Meer ziektes
- Minder spiermassa hoger risico op vallen, lagere conditie en lagere hart- en
longcapaciteit
- Verminderde immunologische afweer tragere wondgenezing, langzamer herstel bij
ziekte en meer complicaties
- Verminderde levenskwaliteit
- Hogere kans op mortaliteit
Men kan ondervoeding opsoren a.d.h.v. de GLIM criteria:
1) Fysiologische veranderingen
- Vertraagde maaglediging
- Leeftijdsgeïnduceerde anorexie
- Verminderde geur- en smaakervaring
Leidt tot een verminderde voedselinname!
2) Hormonale en metabole veranderingen
= De ingenomen voedingstoffen worden minder efficiënt opgenomen en benut
3) Psychologische en sociale veranderingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller faravanbelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R167,04. You're not tied to anything after your purchase.