100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HH Werkcolleges Uitwerkingen - DB1 R110,14   Add to cart

Class notes

HH Werkcolleges Uitwerkingen - DB1

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Met deze uitgebreide uitwerkingen van de werkcolleges van HH hoef je zelf geen uren meer te verliezen met het uitwerken van alle stof!

Preview 2 out of 13  pages

  • January 28, 2022
  • 13
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Nvt
  • All classes
avatar-seller
Voorbereiding
Zie voorbereiding Hc2

Wc1
Werkcollege
Opdracht 1 – Thermoneutrale zone
a) Hoe staan de omgevingstemperatuur, lichaamstemperatuur en metabole snelheid met elkaar in
verband? Wanneer spreek je van homeothermie en thermoneutrale zone? De metabole snelheid
bepaalt de lichaamswarmte vanuit het dier, de omgevingstemperatuur kan deze verder beïnvloeden.
Er is sprake van homeothermie als het dier zelf in staat is zijn lichaamstemperatuur te reguleren
binnen bepaalde referentiewaarden. In de thermoneutrale zone geldt dit ook, maar dan kan het dier
dit doen zonder het metabolisme te verhogen.

b) Welke mechanismen kunnen actief zijn bij een dier in rust bij omgevingstemperaturen:
1) lager dan de LCT: vasoconstrictie + (non)-shivering thermogenese + piloerectie +
gedragsmatig.
2) tussen de LCT – UCT: vasoconstrictie/dilatatie, pilomotoriek.
3) boven de UCT: perifere vasodilatatie + zweten/panten + gedragsmatig.

c) Door welke factoren verschilt bij jonge dieren de breedte van de homeothermiezone met die van
volwassen dieren? De hypothalamus van jonge dieren moet nog ‘wennen’ nadat deze in de
baarmoeder nooit temperatuur heeft hoeven regelen.

d) De thermoregulatie ligt niet zozeer vast als dat deze afhankelijk is van de fysieke staat van een dier.
Hoe zal bij onderstaande dieren de LCT en UCT zijn verplaatst, ten opzichte van een gezond
volwassen dier van die soort? Leg uit. LCT UCT
- Een hond met obesitas - -
- Een kat met linker hartfalen / -
- Een paard met hypothyreoïdie + +
- Een neonataal lammetje + /-
- Een hoogproductieve melkkoe
- -
Opdracht 2 – Warmteoverdracht
Bekijk ter inleiding op deze opdracht de video die op Blackboard geplaatst is over pinguïns.
a) Verklaar het gedrag van de pinguïns uit de video aan de hand van de verschillende manieren van
warmteoverdracht. Door samen te scholen verminder je de oppervlakte:volume-ratio waardoor je
minder warmte verliest. Je minimaliseert zo het contactoppervlak met de koude omgeving.

Op heel warme zomerdagen kan het voorkomen dat je bij schapen hetzelfde gedrag waarneemt, dat ze
in een groep dicht tegen elkaar gaan staan.
b) Hoe kun je dit gedrag van de schapen verklaren aan de hand van verschillende manieren van
warmteoverdracht. Hetzelfde principe geldt hier, minder relatieve oppervlakte zorgt voor relatief
minder warmtewisseling met de omgeving.

c) Zou je adviseren om de schapen direct te scheren, als er voor de volgende dagen extreem warme
temperaturen (35-40°C) worden voorspeld? Waarom wel of niet? Nee, de wol werkt isolerend en
houdt ook de warmte tegen. Schapen worden in het voorjaar geshcoren zodat ze weer vacht hebben
als het echt warm wordt. Ook helpt de vacht tegen verbranding.

Opdracht 3 – Ectothermie
Ectotherme dieren zijn afhankelijk van hun omgeving voor lichaamswarmte.
a) Wat is een voordeel en een nadeel van ectothermie? Voordeel is dat het geen eigen energie kost →
minder etensbehoefte. Nadeel is dat je volledig afhankelijk bent van de omstandigheden en mogelijk
niet actief kunt zijn wanneer dat nodig is.

, b) Teken in de figuur van opdracht 1 hoe de lijnen in de grafiek
lopen die passen bij een poikilotherm ectotherm dier.

c) Op welke manieren kan een ectotherm dier zijn
lichaamstemperatuur regelen? Gedragsmatig, door bijv. op
een warme steen in de zon te liggen.

d) Welke gevolgen heeft dit voor de huisvesting (waar moet een terrarium voor een reptiel aan
voldoen)? Er moet een warmtebron beschikbaar zijn.

d) Kan een reptiel koorts krijgen? Nee, koorts is een endotherm proces.

Opdracht 4 – Oververhitting hond
a) Wanneer de omgevingstemperatuur stijgt tot boven de lichaamstemperatuur, op welke manieren kan
een dier dan warmte verliezen? Alleen via verdamping (zweten/panten).

De hond in de video is aan het hijgen/panten om zijn lichaamstemperatuur niet te
hoog op te laten lopen.
b) Van welke omgevingsfactoren hangt de efficiëntie van warmteverlies door verdamping af? De
luchtvochtigheid. Waardoor raakt de hond in de auto oververhit? Door hijgen stijgt de luchtvochtigheid
in de gesloten ruimte, waardoor panten steeds minder efficiënt wordt. Ook warmt de hond op deze
manier zelf de omgeving op, wat de efficiëntie van panten ook vermindert.

c) Vergelijk respiratoire (hond) en cutane (paard) verdamping met elkaar. Welke
vorm is de meest efficiënte manier om warmte te verliezen en waarom? Cutaan, je hebt een groter
oppervlak waarop je warmte verliest waardoor dit efficiënter/sneller verloopt.

d) Welke behandeling zou je als dierenarts instellen, wanneer een eigenaar met een oververhitte hond
(apathisch, sterk hijgend, droge tong, gedesoriënteerd) aankomt bij de dierenkliniek? Vloeistof
toedienen (IV) en in een koel (niet koud) bad leggen.

e) Wat is de prognose voor deze oververhitte hond? Afhankelijk van de ernst van oververhitting kan
eventueel massale eiwitdenaturatie plaatsvinden waarmee systeemfalen bereikt kan worden. Als dit
echter nog niet is gebeurd is de prognose vrij goed.

Opdracht 5 – Acclimatisatie en inspanning
De circulatie transporteert O2 naar de weefsels toe en voert CO2 af. Daarnaast heeft de
circulatie ook een belangrijke functie in het afvoeren van geproduceerde warmte naar de periferie, zodat
deze aan de omgeving afgegeven kan worden.
a) Welk ‘conflict’ ontstaat er voor het circulatiestelsel bij langdurige zware inspanning in warme
omstandigheden? Vasoconstrictie om omgevingswarmte te beperken VS vasodilatatie om
lichaamswarmte af te voeren.

b) Hittestress kan leiden tot Multiple Organ Dysfunction Syndrome. Leg dit uit. Door massale
eiwitdenaturatie kunnen meerdere organen falen. Ook verminderde O 2 toevoer vindt plaats door
mindere doorbloeding.

Een dier heeft ongeveer 10 tot 20 dagen nodig om te
acclimatiseren om beter te
kunnen presteren tijdens inspanning in warme
omstandigheden.


c) Op welke manieren zou een dier zich kunnen aanpassen aan de
warme omstandigheden? Andere vacht, lager basaal metabolisme,
gedragsmatig.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller remconederlof. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R110,14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R110,14
  • (0)
  Buy now