Toetsstof thema 7 DNP
LAAT MAAR ZIEN - Didactiek voor beeldend onderwijs
Jos van Onna en Anky Jacobse
Noordhoff uitgevers (5e druk, 2017)
Hoofdstuk: 8 en 10
Observeren van jonge kinderen, beelden en vorming
Samenvatting van het hele boek: Laat maar zien didactiek voor beeldend onderwijs
Samenvatting Beeld (eerste jaar kleuteronderwijs)
All for this textbook (11)
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Nieuwste Pabo
Beeldende Vorming
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
Benthe98
Reviews received
Content preview
BG
Thematoets 7
Beeldende vorming
Laat maar zien hoofdstuk 8 Beeldaspecten
8.1 kennis over beeldaspecten
- lesgeven is niet mogelijk zonder beeldende kennis
- Je kunt met jouw didactische aanpak tegemoetkomen aan speci eke leerbehoeften van
kinderen (zone van naaste ontwikkeling)
- Vorm wordt bepaald door beeldaspecten. Het zijn de visuele variabelen die in een beeld te
onderscheiden zijn
- Vorm, kleur, ruimte, textuur en compositie
- iemand die beeldend vormgeeft, moet verschijningsvormen kunnen manipuleren
8. 2 ruimte
Vormgeven van ruimte
- 3 categorieën bij het maken van ruimtelijke werkstukken
- Ruimte innemen
- Vormen die vooral door verdeling van de massa worden bepaald
- Ruimte doorsteken
- Massa speelt nauwelijks eens rol
- Aangeven van ruimte, vaak zo licht en sterk mogelijk, een ruimtelijk lijnenspel
- Ruimte omvatten
- Iets omvatten of zelf omvat worden (bv. Potten, huizen)
Ruimtesuggestie op het vlak
- ruimte op het platte vlag suggereren (teken of schildervlak)
- Lichtinval
- Hierdoor krijgt vorm volume
- Standpunt en horizon
- Horizon ins belangrijk oriëntatiepunt in het gezichtsveld
- Vertegenwoordigd ooghoogte van kijker in tafereel
- Plaats in het grondvlak
- Plaats van dingen in grondvlak bepaald ruimtelijke positie
- Lagere plaatsing —> dichtbij
- Hogere plaatsing —> verder weg
- Overlapping
- Je kunt laten zien wat dichter en verder weg staat
- Grootte verschil
- Bijvoorbeeld mensen verder weg zijn kleiner
- Ruimtesuggestie wordt versterkt door een afbeelding van groot object voorin, dat
‘duwt’ de rest van de afbeelding terug = repoussoir
- Kleur en textuur
- Door toenemende afstand neemt kleurintensiteit af, waardoor contrasten kleiner
worden —> spreken dan van (atoom)sferisch perspectief
- Textuurgradiënt —> structuur wordt op afstand dichter en minder goed
waarneembaar
Ruimte in kinderwerk
- ruimtelijk werk van kinderen kom je tegen in:
- Ruimte-innemend als boetseerwerkstukken (klei, papier-maché)
- Ruimte doorstekend als constructief werk met takken, hout, Texel, saté prikkers
- Ruimte omvattend als werk met kosteloos materiaal, vaak dozen, papier en karton
bouwwerken en keramiek
Kinderen leren op verschillende manieren (niveaus) met ruimtelijkheid (driedimensionaal) kunt
werken!
BG 1
fi
, BG
Thematoets 7
8.3 kleur
- kleur wordt veroorzaakt door het e ect van licht dat je visueel waarneemt
Kleurenleer
- kleur heeft aantal eigenschappen
- Toon
- Bepaald soort familie waartoe de kleur behoort
- Helderheid
- Mate waarin het licht weerkaatst wordt
- Verzadigdheid
- Mate van kleurigheid
- Hogere graad van verzadigdheid vergelijkbaar met de zoetheid van thee bij
steeds meer suiker
- Door grijs-wit kan kleur minder krachtig worden
Systematiek
- kleurencirkel van Johannes Itten is voorbeeld van ordening van
kleuren
- In het midden primaire kleuren —> blauw, rood en geel
- Daaromheen mengkleuren = secundaire kleuren —> oranje,
groen, violet
- Buitenrand zijn degradaties te zien
- Verzadiging en helderheid blijven buiten beschouwing
- laat ook zien welke kleuren tegenover elkaar liggen —> kleuren
zijn dan complementair (bv. blauw en oranje)
- Bij menging hiervan he en ze elkaar op, je krijgt dan grijs
Kleurnuances
- kleur verwanten van elkaar is kleurfamilie
- Kleurcontrast bij tegenovergestelde kleuren
Basiskleuren en mengen
- felle kleuren zijn puur en kunnen basis vormen voor andere kleuren
- Optische kleurenmenging —> als actieve oog mengt (bv. Puntjes bekijken van een afstand)
- Op beeldscherm mengen lichtpuntjes zich, primaire kleuren zijn hier blauw, rood en groen
Kleurbeleving
- kleuren worden door de meeste mensen hetzelfde beleefd
- Warme kleuren, doorgaans geel of rood
- Koele kleuren, neigen naar blauw
- Tegenstelling in kleurtemperatuur is koel-warm contrast
- Kleuren hebben ook vaak functie
Toonwaarden en lichtval
- hoeveelheid en kwaliteit van licht bepaald de soort kleur, de mate van verzadiging, en of we iets
als licht of donker zien
- Niet belichte kant is schaduwzijde
- Vorm van verduistering op ander oppervlak is de slagschaduw
- tegenlicht —> als je in een situatie het licht inkijkt
Kleur in kinderwerk
- kleur komt in vlakke als ruimtelijke werkstukken aan de orde
- Kleuronderzoek vindt ook plaats
BG 2
ff ff
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Benthe98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R59,16. You're not tied to anything after your purchase.