100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
VOLLEDIGE samenvatting Boek Sottiaux, GESLAAGD 1e zit R285,95   Add to cart

Summary

VOLLEDIGE samenvatting Boek Sottiaux, GESLAAGD 1e zit

3 reviews
 273 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van het boek van Sottiaux voor Grondwettelijk recht. Inclusief enkele aantekeningen uit de les van Koen Lemmens (KULeuven campus Brussel). Hiervoor staat steeds les: dus je kan heel makkelijk onderscheiden wat van het boek komt en wat van de les komt. Maak je leven makkelijk ...

[Show more]

Preview 4 out of 117  pages

  • No
  • Unknown
  • May 10, 2022
  • 117
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: victoriadjelo71 • 4 months ago

review-writer-avatar

By: devosantoine • 1 year ago

review-writer-avatar

By: heidicarton • 2 year ago

avatar-seller
Grondwettelijk recht

Inleidende les 09/02/2021

Stefan Sottiaux, Grondwettelijk Recht, Intersentia, als handboek. Het doel van het vak is dat
alle studenten die rechten volgen dezelfde materie aanleren. Elk college gaat over ongeveer
een hoofdstuk. Zeker ook naar de monitoraten gaan, want daar kan je alles inoefenen. Het
examen bestaat uit vragen van de twee onderdelen. Het ene grondwettelijk recht en het
andere het administratieve recht.
Wat men hier doet, een ruime open vraag die peilt naar het brede inzicht over de problemen
van het grondwettelijk recht, een casus/oefening die aansluit bij wat u bij de monitoraten
doet en dan zijn er twee of drie meerkeuzevragen die technisch van aard zijn en peilen of je
overweg kan met de bronnen van het recht. Niet de meest ingewikkelde technische en hele
procedurele kant van de uitzondering op de uitzondering…

1. Grondwet: betekenis

1.1. Grondwet- een maatschappelijk contract

Een vraag is, wat zou een grondwet nu doen of zijn… De grondwet gaat aan de ene kant de
overheidsmacht institutionaliseren en de instellingen creëren. De basis afspraken van een
staat en de samenleving staan in de grondwet. De staat heeft een vast territorium en
populatie en ook overheidsgezag. Mensen die samenleven moeten afspraken maken en deze
basis moet vaak in een tekst worden vastgelegd. Centraal bij de grondwet staat de
overheidsmacht, de uitoefening van de soevereiniteit.

 Institutionele organisatie van overheidsmacht
 Beperken van overheidsmacht
o Doorheen de geschiedenis is dit niet altijd zo geweest. Zoals de farao die
goddelijk was, maar door de secularisatie krijg je erna een leider die door God
gekozen is, maar hij is niet een God. Zodra het verlichtingsdenken zich begint
te ontwikkelen, begint men te beseffen dat recht en rechtsregels eigenlijk van
mensen komen. Met dat inzicht rijst snel de vraag: wat maakt nu dat mensen
over anderen gezag kunnen uitoefenen? Allerlei denkers zoals Hobbes,
Rousseau, Locke… hebben hierover nagedacht. Het concept waar men dan bij
uitkomt is de instemming. In een democratische organisatie mogen de leiders
over burgers hun gezag uitoefenen, maar dat is enkel omdat de burgers hun
instemming hebben gegeven.
o Machtenscheiding (horizontaal en verticaal)
 Montesqieu is de eerste associatie, hij creëert het idee van een
tegengedachte op de macht. De gedachte dat kracht weerstand
oproept, wat je ook kan linken met de positieve wetenschappen. Bij
Montesqieu heb je een horizontale machtenscheiding, de mensen die
regels maken, uitvoeren en degenen die het toepassen op individuele
gevallen. Dit zorgt voor een bescherming voor de burgers, als dezen
strikt gescheiden zijn.

1

,  Rechters die zich afvragen of de corona MB’s wel grondwettelijk
zijn en of ze dezen dan effectief willen toepassen.
 De onschendbaarheid van de wet, maar tegenwoordig wel de
grondwettelijke hoven. Men aanvaard nu dus wel dat rechters of
speciale organen kunnen nagaan of wetgevers binnen hun
bevoegdheid blijven.
 Verkiezingscontentieux, principe ingeschreven dat de verkozenen
zich kunnen uitspreken over de regelmatigheid van de
verkiezingen. Ook vorig jaar arrest tegen België, omdat men vindt
dat je niet zelf over je eigen verkiezingen kan gaan oordelen.

 Maar de scheiding der machten moet je niet ter ver gaan bekijken, want anders
kan het zijn dat hij niets meer betekent. De samenwerking is heel belangrijk en
zorgt niet per se voor geen scheiding. Toch zijn er nog problemen…

 Daartegenover heb je de verticale machtenscheiding, waar je niet de macht
in verschillende staatsfuncties gaat verdelen, maar ze over verschillende
beleidsniveaus gaat verdelen. Zoals bij een federale staat waar je ook
bepaalde delen grote bevoegdheden gaat geven.
 De vraag aan de studenten is, zit je in België niet in een situatie waarin er een
zodanige machtenversnippering is over verschillende bevoegdheidsniveaus
dat het systeem niet performant kan werken. En in een situatie waar
sommigen toch zeer veel macht naar zich toetrekken. Kan je in België nog
effectief keuzes maken door al deze bevoegdheidsniveaus.

o Grondrechten
 Al vanaf de Magna Carta en later verschillende Bill of Rights (USA,
Engeland…) en later zelfs onze Belgen en hun rechten zie je dat de
grondrechten beschermd werden. Vanaf de Franse en Amerikaanse revolutie
ga je zien dat die volop uitbreiden en later ook in internationale verdragen
worden gebracht.

o Andere functies
 Nationale tradities spelen hier ook een belangrijke rol in, de grondwet van
Duitsland na de tweede wereldoorlog heeft een belangrijke symbolische
waarde in de heropbouw van Duitsland. Bij ons is de grondwet een notarieel
document, maar in Amerika gaat men daar helemaal anders mee om.




2

, 1.2 Grondwet in breder verband

 Relatie tussen Grondwet en democratievorm, omdat hier verschillende opvattingen
over zijn. Wij leven in een representatieve democratie. Al komen er bij ons veel
vragen bij kijken… welke andere vormen bestaan er nog?
o Direct: In een directe democratie die vaak gezien wordt als beste democratie
krijg je vaak zaken zoals referenda. Dit werkt meestal in kleine
samenlevingsverbanden, maar je kan moeilijk een samenleving van 11 miljoen
mensen laten besturen door 11 miljoen mensen.
o Representatief: Hier komen er bij ons veel vragen bij kijken, zeker bij onze
grondwet want daar heb je nationale soevereiniteit die samenhangt met de
representatieve democratie. Maar je krijgt dus ook specialisatie, aangezien de
experts over bepaalde zaken moeten oordelen, maar ook om de ratio aan te
brengen. Dit model heeft het gehaald uit praktische overwegingen. Een van
de vragen is de de kloof tussen de burger en staat en of er effectief een zin is
van de burgers. In een representatieve democratie kan je ook wel een
referenda aanmaken, dus het is niet zo zwart op wit.
o Deliberatief: Vandaag wordt hier veel mee geëxperimenteerd. Denk naar de
argumenten die worden aangeroepen, zoals discussies en ook de betrekking
van burgers bij het bestuur. Als correctie op de representatieve democratie.
o Consensus: In België zijn we ook meer naar dit aan het evolueren. De
consensus staat tegenover de meerderheidsdemocratie. Maar bepaalde
samenlevingen kunnen zo verdeeld zijn, dat een meerderheid nooit echt de
ander representeert. Veel verscheidenheid, zoals in NL-katholieken en
protestanten en België ook met de Vlamingen en Walen. Mocht je
meerderheid laten regeren, dan representeer je de ander niet meer op den
duur. Consensus zoekt dus een evenwicht tussen de democratische
staatsstructuren, maar met mechanismes die de consensus zoeken.

 Relatie tussen grondwet en regeringsvorm (verdeling staatsmacht over bestuurders)
o Parlementair: Het Belgische model, waarbij het staatshoofd naast het
parlement staat. Het staatshoofd wordt ook bijgestaan door een regering en
hij heeft steeds meer een quasi symbolische betekenis. De regering krijgt wel
meer macht en moet soort van samenwerken met het parlement. Het
parlement kan de regering laten vallen. In Engeland gaat dit nog verder met
Parliamentary Sovereignity.
o Presidentieel: In de VSA heeft het staatshoofd een centrale rol in de UM, hij
duidt de regering aan en er is geen vertrouwensband met het parlement. Wel
via de impeachment. De scheiding der machten loopt daar anders, en je hebt
ook checks and balances, maar toch worden dezen anders tot uiting gebracht.
Dezelfde gedachten krijgen hier dus wel een andere invulling.
o Semi-presidentieel: Het Franse model is hier typisch voor, het is een
combinatie van beiden. De president en het parlement worden door de
bevolking gekozen. De regering is zoals het presidentiele en wordt door de


3

, president benoemd, maar ze moeten ook het vertrouwen van het parlement
hebben.


 Relatie tussen Grondwet en de staatsvorm (verdeling soevereiniteit binnen de staat)
o Gecentraliseerde of gedecentraliseerde eenheidsstaat met deconcentratie
 Gecentraliseerde: Er is alleen sprake van een horizontale
machtenscheiding er is een gewone scheiding en basta. Een staat waar
verder alle regels over heel het territorium gelijk zijn. Dit hadden de
Jakobijnen geprobeerd, maar dat betekent ook dat je geen gemeentes
of andere zaken hebt.
 Gedecentraliseerde: Dit heeft steeds in België bestaan, zoals
gemeentes en provincies. De gedecentraliseerde organen hebben wel
een eigen persoonlijkheid en kunnen zelf zaken beslissen. Er is wel een
controle, maar dat is een toezicht dat met de wettigheid bezig is.
 Bij deconcentratie krijg je gewoon buitendiensten, dit is wat je bijna
overal krijgt.
o Federale staat
 Decentralisatie zo ver gedreven dat de decentrale instellingen de
bevoegdheid hebben om regels met kracht van wet te maken. En
tussen de niveaus zijn ze autonoom met de wetgevende bevoegdheid.
De vraag is wie Kompetenz-Kompetenz heeft en wie de
bevoegdheidsniveaus kan vastleggen.
 Centrifugaal, wegvluchten
 Centripetaal, naar het midden
o Kompetenz-Kompetenz
o Statenbond of confederatie
 Onafhankelijke staten die beslissen om bepaalde bevoegdheden
samen uit te oefenen. Soms is de samenwerking sterk of loopt het uit
tot niks.
 Centrifugaal, wegvluchten
 Centripetaal, naar het midden
o Tussenvorm is de regionale staat
 Waarbij de regio’s toch een grote mate autonomie spreken, maar niet
echt al een federale staat.

 België kan geen confederatie zijn als je naar de definitie kijkt, omdat je geen
onafhankelijke staten hebt.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nalikehuygens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R285,95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80189 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R285,95  11x  sold
  • (3)
  Buy now