100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bijna alle hoofdstukken R62,22   Add to cart

Summary

Samenvatting bijna alle hoofdstukken

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Omwille van de specifieke verschillen bij dieren gebruikt voor voedselproductie, met name vissen, pluimvee en enkele zoogdieren, worden volgende stelsels vooral in detail besproken bij nutsdieren: steun en beweging, spijsvertering, voortplanting en het immuunstelsel. Hierbij wordt bijzondere aandac...

[Show more]

Preview 3 out of 30  pages

  • No
  • 32-41
  • July 11, 2022
  • 30
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 32: diversiteit en evolutie van het bouwplan
Algemene kenmerken van dieren
• Heterotroof (= E krijgen uit organische moleculen door ze te consumeren)
o Herbivoor Carnivoor Omnivoor Detrivoor
• Multicellulair = Metazoa
• Geen celwanden1, maar flexibele membranen: cellen samengehouden door extracellulaire structurele proteïnen
(collageen) +intercellulaire juncties
• Meestal bewegen 2(VLIEGEN)
o Niet bewegen = sessiel
o Verplaatsen in uiterste gevallen of traag = sedentair (Sponzen)
• Diversiteit in vorm (invertebraten en vertebraten)
• Diversiteit in habitat
• Seksuele reproductie
o Haploïde gameten3 Grote sessiele eicellen Beweeglijke spermatozoyten
• Embryonale ontwikkeling: zygote ondergaat mitose ➔ morula-blastula (=bal van cellen) -gastrula (= ingeplooide
blastula met holle zak (blastopoor))
• Meerdere types cellen zijn gerangschikt in weefsel (UITZONDERING: sponzen) en organen

Variatie in lichaamsbouwplan
• Waarom? Bestaansproblemen verhelpen (verkrijgen voedsel en zuurstof, verwijderen afvalstoffen, evenwicht in water-
en zoutbalans, in stand houden van de soort)
• Hoe? Naargelang habitat & morfologie/fysiologie + milieu (aquatisch/terrestrisch), afmetingen, levenswijze
(sessiel/vrijlevend)
• Basiskenmerken van deze evolutie
o Weefsel
▪ Geen weefsel en organen = Parazoa (Sponzen)
▪ Gescheiden en goed afgelijnde weefsels = Eumetozoa4
o Symmetrie
▪ Geen symmetrie = Parazoa
▪ Wel symmetrie = Eumetozoa
• Radiaal: lichaamsdelen rond centrale as (Cnidaria) = Radiata
• Bilateraal: linker-&rechterhelft zijn elkaars spiegelbeeld (Reptilia)= Bilateria (VOORDELEN:
++ mobiliteit doorheen milieu, concentratie specifieke organen op verschillende plaatsen in
lichaam, cefalisatie 5= evolutie specifieke hersenregio vooraan)




o Lichaamsholte = coeloom 6= ruimte omgeven door mesoderm gevormd tijdens embryonale ontwikkeling
(ondersteunt weefsels, verdeelt materialen over lichaam, plaats complexe ontwikkelingsinteracties, laat
ontwikkeling orgaansystemen toe) = GEEN BASISCIRTERIUM



1
Welk kenmerk is uniek voor alle dieren? Seksuele reproductie (nope, ook aseksueel komt voor bij sponzen); Multicellulariteit
(niet uniek voor dieren, planten zijn ook multicellulair); Geen celwanden; Heterotroof (niet uniek voor dieren; vleesetende planten
zijn ook heterotrofen)
2
Dieren zijn uniek om het feit dat ze spierweefsel hebben voor de beweging en zenuwweefsel om signalen te leiden tussen cellen
3
Bij seksuele voortplanting bij dieren worden gameten gevormd door het proces van MEIOSE
4
Parazoa en Eumetozoa verschillen van elkaar op vlak van weefsels
5
De evolutie van bilaterale symmetrie was een belangrijke voorloper voor cefalisatie
6
Een met vloeistofgevulde holte dat compleet ontwikkelt in het mesodermaal weefsel is een kenmerk van een coeloom

, ▪ Triploblatisch = ecto-, meso- en endoderm = Eumetozoa: Bilateria
• Acoelomata (hebben geen lichaamsholte, ruimte tss meso- en endoderm, gevuld met cellen+
organisch materiaal)
• Pseudocoelomata (hebben pseudocoel tussen meso- en endoderm)
• Coelomata 7(hebben coeloom (=vloeistof/gas bevattende lichaamsholte volledig omgeven
door mesoderm) dat omgeven is peritoneum (= laagje epitheelcellen))
o Laat ontwikkeling geavanceerde orgaansystemen toe
o Hebben circulatiesysteem: aanvoer nutriënten +O2 & afvoer afvalproducten + CO2




▪ Diploplastisch = ecto- en endoderm =Eumetozoa: Cnidaria
o Embryonale ontwikkeling bij bilateria
▪ Mond ontwikkelt uit blastoporus – anus ontwikkelt later uit blastoporys/ander deel embryo
(platwormen, nematoden, annelida, mollusken, arthropoden) = Protostomia (oermondigen)
▪ Anus ontwikkelt uit blastoporus – mond ontwikkelt later uit ander deel embryo (chordaten,
echinodermaten) = Deuterostomia (nieuwmondigen)
▪ OPGELET: ze verschillen nog in 3 anderen embryonale kenmerken
• Klievingspatroon (spiraal/radiaal)
• Ontwikkelngsbestemming (vanaf 1ste deling ligt bestemming dochtercel vast=gedetermineerde
klieving/ totipotent, niet-determineerde klieving)
• Organisatie coeloom (direct uit mesoderm/indirect uit archenteron door invaginatie)




Het coeloom is ook een synapomorfie (= eerdere voorouders hadden het niet) voor de clade bestaande uit protostomen en
deuterostomen.
7
Coelomate kunnen een circulatiesysteem en intern skelet hebben, maar kunnen ook groter zijn dan pseudocoelomata

, o Segmentatie 8van lichaamseenheden
▪ Voordelen
• Laat redundante orgaansystemen toe (schade aan 1, ander segment neemt functie over)
• Meer efficiëntie en flexibele beweging (want elk segment kan apart bewegen)
▪ Verscheen meerdere malen = convergente evolutie
▪ Basis organisatie
• Arthropoda : kop, thorax, abdomen
• Vertebraten: wervelkolom en spieren gesegmenteerd

Hoofdstuk 32-34: Het dierenrijk




Parazoa: Porifera
• =Sponzen; Geen weefsels
• Lichaamsopbouw
o Vaasachtige vorm met uitstroomopening (= osculum)
o Lichaamswand
▪ Poriën/ostia (Ostia en osculum zorgen voor watercirculatie)
▪ Binnenste rij = geflagelleerde choanocyten9 (flesvormige cellen) (= intracellulaire vertering)
▪ Buitenste rij = pinacocyten (afgeplatte cellen) die eptheliale wand vormen
▪ Daartussen gelatineuze matrix = mesohyl
• Amoebocyten (produceren skelet)
• Spicula uit calciumcarbonaat of silicate = extra stevigheid &Spongine vezels




• Ademhaling via diffusie & Geen zenuwstelsel
• Voorplanting
o Seksueel: bepaalde choanocyten/amoeboide cellen worden zaadcel/eicel
▪ Gameten versmelten, larve drijft met plankton, hecht zich, groeit uit tot adult
▪ Hermafrodiet meestal ➔ kruisbevruchting
o Aseksueel via knopvorming en fragmentatie
• Cellen zijn totipotent (differentiatie, dedifferentioatie, redifferentiatie)
• Geen – weinig lichaamssymetrie
• Adult sessiel, maar larven vrijzwemmend

8
Segmentatie is GEEN voorwaarde om een gesloten circulatiesysteem te hebben.
9
Het celtype bij sponzen dat een flagel heeft noemt de choanocyte

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caramestdag. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R62,22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R62,22
  • (0)
  Buy now