Samenvatting: Inleiding tot de macro-economie (18/
Other
Samenvatting: Inleiding tot de macro-economie (18/20 eerste zittijd)
4 views 0 purchase
Course
Samenvatting: Inleiding tot de macro-economie (18/
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Van 2000 tot 2007 heeft de wereldeconomie een aanhoudende groei doorgemaakt. In 2007
begonnen de huizenprijzen in de VS, die sinds 2000 verdubbeld waren, te dalen. Veel van de
hypotheken die tijdens de vorige expansie waren uitgegeven waren van slechte kwaliteit. Veel
van de leners waren niet in...
samenvatting inleiding tot de macro economie 1820 eerste zittijd
Written for
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Samenvatting: Inleiding tot de macro-economie
Samenvatting: Inleiding tot de macro-economie (18/
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
SMARTDOCS
Reviews received
Content preview
MACRO- ECONOMIE: EEN EUROPEES PERSPECTIEF
INLEIDING 2
Hoofdstuk 1: Een rondleiding door de wereld 2
Hoofdstuk 2: Een rondleiding door het boek 6
KORTE TERMIJN 12
Hoofdstuk 3: De goederenmarkt 12
Hoofdstuk 4: Financiële markten 1 18
Hoofdstuk 5: Financiële markten: het IS-LM model 25
Hoofdstuk 6: Financiële markten 2 33
MIDDELLANGE TERMIJN 43
Hoofdstuk 7: De arbeidsmarkt 43
Hoofdstuk 8: De Phillips-curve, de natuurlijke werkloosheid en inflatie 51
Hoofdstuk 9: Alle markten samenzetten: van korte tot middellange termijn
59
LANGE TERMIJN 64
Hoofdstuk 10: De feiten van groei 64
Hoofdstuk 11: Sparen, kapitaalaccumulatie en output 69
Hoofdstuk 12: Technologische vooruitgang en groei 82
Hoofdstuk 13: Technologische vooruitgang: korte, middellange en lange93
termijn
EXTENSIES 101
Hoofdstuk 17: Openheid in de goederen- en financiële markten 101
Hoofdstuk 18: De goederenmarkt in een open economie 110
Hoofdstuk 19: Output, de interestvoet en de wisselkoers 120
Hoofdstuk 20: Wisselkoers regimes 128
Gastcollege Nationale Bank — Marcia De Wachter 136
!1
,INLEIDING
HOOFDSTUK 1: EEN RONDLEIDING DOOR DE WERELD
1.1 De crisis
Van 2000 tot 2007 heeft de wereldeconomie een aanhoudende groei doorgemaakt. In 2007
begonnen de huizenprijzen in de VS, die sinds 2000 verdubbeld waren, te dalen. Veel van de
hypotheken die tijdens de vorige expansie waren uitgegeven waren van slechte kwaliteit. Veel
van de leners waren niet in staat om de maandelijkse betalingen op hun hypotheek te doen.
De banken die de hypotheken hadden uitgegeven, hadden deze vaak samengebundeld en
verpakt tot nieuwe effecten en deze vervolgens verkocht aan andere banken en beleggers.
Deze effecten werden vaak opnieuw tot nieuwe effecten verpakt. Door deze complexiteit is
de daling van de huizenprijzen omgezet in een grote financiële crisis.
Op 15 september 2008 ging de grote bank Lehman Brothers failliet. Door de banden tussen
Lehman en de andere banken, liepen ook veel andere banken het risico failliet te gaan. De
financiële crisis veranderde in een grote economische crisis met dalende aandelenkoersen.
Merk op dat tegen het einde van 2008 de aandelenkoersen de helft of meer van hun waarde
verloren hadden ten opzichte van hun vorige piek. Merk ook op dat, ondanks het feit dat de
crisis zijn oorsprong vond in de Verenigde Staten, de aandelenkoersen in Europa en
opkomende markten evenveel daalden als hun Amerikaanse tegenhangers (linkse figuur).
Mensen consumeerden minder en bedrijven gingen minder investeren. Ondanks de krachtige
acties van de Fed, die de rentetarieven helemaal tot nul heeft teruggebracht, en door de
Amerikaanse overheid, die de belastingen verlaagde, namen de vraag en de productie af. In
het derde kwartaal van 2008 werd de Amerikaanse productiegroei negatief en bleef dit ook in
2009 (rechtse figuur). Door de handel (import en export daalden) en de financiële kanalen
werd de Amerikaanse crisis snel een wereldcrisis.
Aandelenkoersen Groeipercentages
1.2 De Verenigde Staten
De Verenigde Staten zijn groot, met een productie output van $17,4 biljoen in 2014, goed
voor 23% van de wereldoutput. De levensstandaard in de VS is hoog: de output per persoon
is $54.600, wat dicht ligt bij de top.
!2
,Wanneer economen dieper willen graven en naar de gezondheidstoestand van een land
willen kijken, dan bekijken ze drie basisvariabelen:
- Output groei: de snelheid waarmee de output verandert
- Werkloosheidsgraad: het aandeel van de werknemers in de economie dat geen baan
heeft en op zoek is naar een baan
- Inflatie: de snelheid waarmee de gemiddelde prijs van goederen in de economie in de loop
van de tijd toeneemt
De Amerikaanse economie was in 2015 in goede staat, en liet veel van de gevolgen van de
crisis van 2008-2009 achter zich.
Groei, werkloosheid en inflatie in de Verenigde Staten, 1990-2015
Toen de crisis begon, probeerde de Fed de daling van de uitgaven te beperken door de
rentevoet die het controleert, de federal funds rate, te verlagen. Waarom stopte de Fed bij
nul? Als het onder nul zou gaan, dan gaan de consumenten liever cash geld aanhouden i.p.v.
obligaties, omdat cash geld een rentevoet heeft van 0%.
Deze beperking staat bekend als de zero lower bound. De Federal Funds Rate sinds 2000
Waarom zijn lage rentepercentages een potentieel
probleem? Ten eerste beperkt de lage rente het vermogen
van de Fed om te reageren op verdere negatieve
schokken. Ten tweede kunnen lage rentetarieven ertoe
leiden dat beleggers buitensporige risico's nemen om hun
rendement te vergroten. En te veel risico's nemen kan op
zijn beurt aanleiding geven tot wéér een financiële crisis.
Productiviteitsgroei is belangrijk voor een aanhoudende stijging van het inkomen per persoon,
maar sinds 2010 is deze slechts ongeveer half zo groot als in de jaren negentig. De vertraging
van de productiviteitsgroei is alarmerend omdat de levensstandaard, met name voor de
armen, mogelijk niet toeneemt. Terwijl bij een hoge/snelle productiviteitsgroei iedereen er van
zal kunnen profiteren, zelfs als er ongelijkheid is. De armen kunnen minder profiteren dan de
rijken, maar ze zien wél nog steeds hun levensstandaard stijgen.
Productiviteitsgroei
!3
, 1.3 De Eurozone
De Europese Unie (EU), opgericht in 1957, is een groep van 28
Europese landen met een gemeenschappelijke markt. In 1999
vormde de EU een gemeenschappelijke valutagebied genaamd
de eurozone, die in 2002 de nationale valuta verving door de
euro. De eurozone heeft een sterke economische macht. De
output is bijna gelijk aan die van de Verenigde Staten, en de
levensstandaard ligt niet ver achter.
Net als in de VS werden de acute fase van de crisis, 2008 en
2009, gekenmerkt door negatieve groei. Terwijl de Verenigde
Staten herstelden, bleef de groei in het eurogebied zwak, bijna
nihil in de periode 2010-2014. De werkloosheid, die vanaf 2007
steeg, staat op een hoge 11,1%, bijna het dubbele van die van
de VS! De inflatie is laag, onder de doelstelling van de Europese
Centrale Bank (ECB).
Groei, werkloosheid en inflatie in de eurozone, 1990-2015
Anders dan in de VS, waar de groei in 2010 positief werd, hadden zowel de eurozone als de
rest van de EU een tweede dip. De economie herstelde zich tegen het einde van 2010, maar
de groei werd dan in 2012 opnieuw negatief en dit bleef zo voor zes maanden. Deze tweede
recessie in het eurogebied noemt men de eurocrisis en houdt verband met de Griekse crisis,
die eindigde met het gedeeltelijk in gebreke blijven van de Griekse overheidsschuld. Het
eurogebied staat vandaag voor twee hoofdproblemen. De eerste is hoe men de werkloosheid
kan verminderen. De tweede is of en hoe de eurozone efficiënt kan functioneren als een
gemeenschappelijk valutagebied.
Kan de Europese werkloosheid worden verminderd? De hoge gemiddelde werkloosheid in
het eurogebied verbergt de verschillen tussen eurolanden. Aan de ene kant had Spanje een
werkloosheidscijfer van 23%. Aan de andere kant was het Duitse werkloosheidspercentage
minder dan 5%. Dit suggereert dat er meer aan de gang is dan de crisis en de daling van de
vraag. Sommige economen geloven dat het grootste probleem is dat Europese landen hun
werknemers te veel beschermen. Om te voorkomen dat werknemers hun baan verliezen,
maakt de EU het duur voor bedrijven om werknemers te ontslaan. Een van de ongewilde
gevolgen van dit beleid is dat het bedrijven weerhoudt om werknemers in dienst te nemen, en
dit verhoogt de werkloosheid. De oplossing is minder beschermend te zijn, deze ‘labour
market rigidities’ weg te nemen en Amerikaanse arbeidsmarktinstellingen in te voeren.
!4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SMARTDOCS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R145,20. You're not tied to anything after your purchase.