100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BB alle leerstof (exclusief ziekteleer) R89,43   Add to cart

Summary

Samenvatting BB alle leerstof (exclusief ziekteleer)

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle leerstof uit de hoorcolleges, werkcolleges, literatuur en practica samengevat, inclusief afbeeldingen

Preview 3 out of 25  pages

  • August 30, 2022
  • 25
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Bloed en Bloedvormende organen (BB)
Erytrocyten afwijkingen
HOORCOLLEGE 2 - ANEMIE

Onderscheid anemie en shock

- Anemie: tachypneu, tachycardie, steile pols, bleke slijmvliezen, warme extremiteiten, CRT < 2
seconden, systolische souffle (= hartgeruis)
- Shock: tachypneu, tachycardie, zwakke slecht gevulde pols, bleke slijmvliezen, koude
extremiteiten, CRT > 2 seconden, hypotherm, matige tot slechte turgor, lage veneuze druk

Laboratorium onderzoek

Osmotische fragiliteit van erytrocyten

Suspensie van erytrocyten in NaCl oplossing wordt na 5 minuten incubatie afgecentrifugeerd.
Verhoogde fragiliteit wordt zichtbaar door vrij hemoglobine in de zoutoplossing. Zieke erytrocyten
gaan kapot bij een hoger percentage zout dan bij normale erytrocyten (= 0,5%).

Immuungemedieerde hemolytische anemie (Coombstest)

Erytrocyt afbraak als gevolg van antilichaam binding wat leidt tot fagocytose door macrofagen of
complementbinding. Deze erytrofagocytose leidt tot sferocyt vorming. De Coombstest bepaalt de
aanwezigheid van erytrocytgebonden antilichamen.

WERKCOLLEGE 1 - ORIËNTATIE BLOED

De functies van bloed

1. Transport: gaswisseling, stofwisseling, humorale communicatie
2. Handhaving van het interne milieu: pH, temperatuur, (colloïd) osmotische druk
3. Afweer: aspecifieke afweer (complement, prostaglandines, histamines, fagocyterende
leukocyten), adaptieve afweer (antilichamen, T-cellen)
4. Hydraulische vloeistof: opzetten hanenkam of erectie van de penis
De verschillende bloedcomponenten

- Bloedplasma: laagmoleculaire stoffen (ionen, glucose, aminozuren), opgeloste specifieke
eiwitten (antistoffen, stollings- en complementfactoren, transporteiwitten)
- Bloedplaatsjes (trombocyten): afdichten van een lek in de endotheelwand samen met de
stollingseiwitten
- Witte bloedcellen (leukocyten): verschillende soorten, gespecialiseerd in afweerreacties en
fagocytose
- Rode bloedcellen (erytrocyten): bevatten het eiwit hemoglobine

Bloedstroom

De viscositeit neemt toe als er meer rode bloedcellen zijn. Ook de arbeid die het hart moet leveren
neemt toe. In een capillair is er filevorming van erytrocyten waarbij de vorm van de rode bloedcel
veranderd van biconcave naar een parachute. De stroomsnelheid neemt af en de gasuitwisseling
neemt toe. In een bloedvat is de stroomsnelheid in het midden maximaal en langs de vaatwand nul.
De hoeveelheid bloed naar de verschillende organen kan worden aangepast door vasoconstrictie en
vasodilatatie.

,Hemostase

Een beschadigd bloedvat wordt afgesloten door een stevig netwerk gemaakt door samenwerking van
de trombocyten en stollingseiwitten onder invloed van speciale weefselfactoren. Het eiwit trombine
en calciumionen spelen bij de vorming van dit fibrinenetwerk een belangrijke rol.

Erytrocyten

De rode bloedcellen van vogels, reptielen en amfibieën hebben, in tegenstelling tot die van
zoogdieren, een kern en zijn daardoor groter.

Transport en opslag van zuurstof

In vertebraten vindt dit plaats door middel van hemoproteïnes. In zoogdieren zijn dit hemoglobine,
myoglobine en cytochromen.

- Myoglobine: vooral in spiercellen, opslageiwit voor zuurstof
- Hemoglobine: bestaat uit 2α- en 2β-subunits met elk een heem-groep, aanvoer van zuurstof
en afvoer van CO2, belangrijke pH-buffer (zuurstof gebonden → oxy-hemoglobine en
zuurstof losgelaten → deoxy-hemoglobine)
- Cytochromen: deel van de elektronentransportketen, reductie van zuurstof

Hemoglobine

De curve van myoglobine is een hyperbool (Michaelis-Menten) en de
curve van hemoglobine vertoont allosterische/coöperatieve interactie.

Onder normale omstandigheden bevindt het ijzeratoom in Hb zich in de
ferro-oxidatie toestand (Fe2+).

Foetaal hemoglobine bindt zuurstof beter dan volwassen hemoglobine,
vanwege een zwakkere 2,3-BPG binding, waardoor zuurstof van moederlijk naar foetaal bloed kan
worden overgedragen.

Hemoglobine fungeert naast O2-transporteur ook als een warmtewisselaar (niet bij pooldieren).



Heem en radicaal vorming

Zonder globuline zou zuurstof zo goed als irreversibel binden aan heem en kan het in de weefsels
niet worden losgelaten. Daarnaast beschermt het globuline gedeelte tegen de vorming van
schadelijke zuurstofradicalen en het ontstaan van ferri-ionen (Fe3+). Bij het transport van zuurstof in
de vorm van oxy-hemoglobine kan soms spontaan methemoglobine ontstaan. Metabolieten en
enzymen in de cel kunnen bijdragen aan het herstel van metHb en het onschadelijk maken van
zuurstof radicalen.

Stofwisseling van de erytrocyt

Anaerobe glycolyse (glucose → 2 lactaat + 2 ATP + 0 NADH) in de erytrocyt
draag o.a. bij aan ATP vorming en NADH vorming. Naast enzymen voor de
glycolyse bevat de erytrocyt nog een aantal enzymen, zoals metHb-reductase.

Bij het PPP is NADPH (elektronendonor) nodig voor het onschadelijk maken van de superoxide-
anionen. Verder zijn de enzymen superoxide dismutase (SOD) en glutathion peroxidase (GPO)

, betrokken en het metaboliet gluthathion (GSH, elektronendonor). Door
zwavelbruggen kan het geoxideerde glutathion dimeer (GS-SG) gevormd
worden (2 GSH → GS-SG + 2 elektronen + 2 H+).

Als het PPP niet goed functioneert, vormen de cysteine zijketens van Hb
onderling zwavelbruggen wat leidt tot Heinz bodies.

In een zijpad van de glycolyse wordt 1,3-bisfosfoglyceraat omgezet tot 2,3-
bisfosfoglyceraat (2,3-BPG) dat de deoxy-vorm van Hb stabiliseert waardoor
de affiniteit voor zuurstof afneemt. Via de 2,3-BPG-shunt kan de glycolyse in
plaats van 2 ATP per glucosemolecuul er één minder opleveren.

WERKCOLLEGE 2 - ERYTROPOËSE , OPBOUW EN AFBRAAK VAN HEEM & HEMOGLOBINE ; DE IJZERHUISHOUDING

Opbouw van heem en hemoglobine



4 2 2


4 4


4


4


4


16


32

32 glycine 32 succinyl-SCoA

Afbraak van Hb en heem


4 2 2 MACROFAAG


4 Biliverdine 4 4 MACROFAAG

4 Bilirubine MACROFAAG


4 Bilirubine BLOED

4 Bilirubine-di-glucuronide

4 DARM anaeroob

4 DARM aeroob
urine (urobiline)/feces (stercobiline)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmaburm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R89,43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R89,43
  • (0)
  Buy now