100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting erfrecht R110,14   Add to cart

Summary

Samenvatting erfrecht

1 review
 48 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is de samenvatting van het vak Erfrecht

Preview 4 out of 54  pages

  • Yes
  • September 19, 2022
  • 54
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: tondeleirshana • 1 year ago

avatar-seller
Cursus Erfrecht
Deel 1: Erfrecht
Hoofdstuk 1: Erven
Afdeling 1: Basisbegrippen
Erven, erfopvolging, nalatenschap en erfenis zijn synoniemen van elkaar.
Iedere persoon is titularis van een vermogen. De verkrijging van het
vermogen door overlijden van de titularis heet erven. Van de personen die het
vermogen erven, zegt men dat ze de overleden persoon opvolgen: zij verkrijgen
het vermogen van de erflater door erfopvolging.
Het vermogen dat nagelaten is en door nieuwe titularissen wordt geërfd, noemt
men de nalatenschap of erfenis.
Het erfrecht is het geheel van rechtsregels dat de nieuwe titularissen van het
geërfde vermogen aanwijst en de regels bevat betreffende de wijze waarop de
vermogensovergang plaatsvindt, en de gevolgen daarvan.
Degene die de nalatenschap krachtens erfrecht verkrijgt, noemt de wet
erfgenaam. Het is de persoon die tot de erfenis geroepen wordt. Er zijn 3 soorten:
 Wettelijke erfgenaam: Dit is wanneer er geen testament is. Er moet dus
gekeken worden naar de regels in het wetboek. Deze persoon erft volgens
de wettelijke devolutie. Zij zijn door de wet aangeduid om de nalatenschap
te verkrijgen.
 Testamentaire erfgenaam: Dit is wanneer er wel een testament is. Deze
persoon erft volgens de testamentaire devolutie. Zij zijn door een
testament aangeduid.
 Contractuele erfgenaam: Dit is wanneer er een erfovereenkomst of
huwelijkscontract is. De clausule die hier het meest wordt opgenomen is
“langst leeft al heeft”. Als deze clausule boven water komt, moeten de
kinderen wachten tot de langst levende overlijdt op de erfenis. De erfenis
gaat naar de langstlevende echtgenoot (LLE).
Die erfgenamen noemt men ook erfopvolgers want ze volgen de overleden
persoon door erfenis op en nemen zijn rechten over. Er is een mogelijkheid voor
combinatie van wettelijke en testamentaire devolutie.
Daarnaast spreekt men ook over de personen die erfgerechtigd zijn. Dat zijn
personen die erfgenamen kunnen worden omdat ze door de wet, het testament
of de contractuele erfstelling tot de nalatenschap geroepen zijn. De erfgenaam
heeft een keuze de erfenis al dan niet te aanvaarden. Hierbij zijn er 3
mogelijkheden:
 Zuiver aanvaarden
 Verwerpen
 Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving: je aanvaardt de
erfenis, maar je kan later nog altijd verwerpen.
Erfbekwaam is de persoon die tot de nalatenschap geroepen is, en dus een
erfgerechtigde is, en die deze nalatenschap mag aanvaarden. Je kunt

,erfbekwaam zijn, maar je kan ook onwaardig zijn om te erven. Wie door de wet
van de mogelijkheid om van deze erflater te erven is uitgesloten, is in die
nalatenschap erfonbekwaam. Een voorbeeld hiervan is dat je bijvoorbeeld een
moord hebt gepleegd.
De decuius wordt ook wel de overledene genoemd. Bij decuius is er geen
testament. Indien er wel een testament is, wordt de decuius testator genoemd.



Afdeling 2: Openvallen van de nalatenschap
De nalatenschap valt pas open op het ogenblik waarop de titularis van het
vermogen overlijdt. Het overlijden wordt bewezen door:
 Een overlijdensakte, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke
stand van de plaats waar de persoon is overleden. Deze akte vermeldt het
tijdstip van overlijden, evenals onder meer de naam, woonplaats en
geboorteplaats en -datum van de overledene. Voor de overlijdensakte heb
je een medisch attest nodig. Als de overlijdensakte in orde is, moet dit
naar de belastingdienst, de verzekering, de bank, de werkgever, de
pensioendienst… gestuurd worden.
 Een vonnis dat het overlijden gerechtelijk vaststelt. Dit vonnis vermeldt de
datum van overlijden.
Er zijn 2 types van overledene:
 Vermist: je bent zeker dat die persoon overleden is, maar het stoffelijk
overschot wordt niet gevonden. Bv: op safari valt een persoon van de rots
in een rivier en het lichaam wordt opgegeten door de krokodillen. Dit
allemaal wordt per toeval gefilmd door de gids.
 Afwezigheid: het is onzeker of de persoon in kwestie overleden is of niet.
Bv: je broer vertrekt op wereldreis en laat een aantal jaar niets meer van
hem horen (art. 112 BW).
Uitzonderlijk kan de nalatenschap openvallen zonder dat het overlijden
vastgesteld is. Dat gebeurt als een persoon afwezig is verklaard. Het vonnis dat
die persoon afwezig verklaart, geldt als een akte van de burgerlijke stand. Het
heeft alle gevolgen van het overlijden vanaf de datum van de overschrijving
ervan in de registers van de burgerlijke stand.
Voor het openvallen van de nalatenschap vertrekken we altijd van de datum van
overlijden. Dit is belangrijk voor de financiële kant.


De personen die als erfgerechtigden tot een opengevallen nalatenschap
geroepen worden, worden aangewezen door de regels van de devolutie van de
nalatenschap. We maken hier een onderscheid tussen wettelijke, testamentaire
en contractuele devolutie. De wettelijke devolutie wordt ook de intestaat
genoemd. De regels van de wettelijke devolutie gelden immers omdat de erflater
geen testament heeft opgemaakt of omdat het testament geen uitwerking heeft.
Wettelijke devolutie reikt de wetgever regels aan die wij moeten naleven om de
erfenis in stukken te trekken en te geven aan de erfgenamen. De partner of
echtgenoot van de erflater kan nooit erven in de wettelijke devolutie.

,Zodra de nalatenschap openvalt, gaat ze van rechtswege over op de
erfgerechtigden. De datum waarop dit openvalt, is de datum van overlijden. Deze
datum is daarom belangrijk.
De wet houdt rekening met de plaats waar de nalatenschap openvalt. Deze
plaats determineert immers welke rechter territoriaal bevoegd is om kennis te
nemen van de verzoeken en de eisen die op een nalatenschap betrekking
hebben.
De plaats waar de nalatenschap openvalt is de woonplaats van de erflater op het
tijdstip van zijn overlijden. Dit is het hoofdverblijf van de overledene, ongeacht of
hij daar ook in de bevolkingsregisters was ingeschreven. Dit is belangrijk voor de
territoriale bevoegdheid. Het heeft betrekking op de machtiging tot verkoop van
de onroerende goederen en vordering tot verdeling van de nalatenschap (art.
110 BW).



Hoofdstuk 2: Erfbekwaamheid
Afdeling 1: Begrip en voorwaarden
Een persoon die tot de nalatenschap van een overleden persoon geroepen is, kan
in deze nalatenschap daadwerkelijk erfgenaam worden als hij erfbekwaam is. Er
zijn 4 voorwaarden om te kunnen erven of de erfenis te kunnen aanvaarden
(zuiver of onder voorwaarde):
 De erfgenaam moet bestaan op het moment van het openvallen van de
nalatenschap. Hij moet met andere woorden al verwekt zijn.
 De erfgenaam moet in leven zijn op het ogenblik van het openvallen van
de nalatenschap. Hij moet levend en levensvatbaar zijn.
 De erfgenaam mag niet uitgesloten of vervallen verklaard zijn om te
kunnen erven. Hij mag met andere woorden niet onbekwaam zijn.
 De erfgenaam mag niet onwaardig zijn om te erven.



Afdeling 2: Bestaan als voorwaarde van erfbekwaamheid (art. 725
BW)
Alleen fysieke personen wijst de wet aan als wettelijke erfgerechtigden.
Rechtspersonen kunnen enkel erven in geval van testamentaire devolutie. Dit is
een legaat ten voordele van een rechtspersoon. Een legaat is iets geven vanuit
een testament. De wet eist dat de erfgerechtigde bestaat op het ogenblik dat de
nalatenschap openvalt.
Bestaan betekent voor een fysieke persoon geboren zijn: het juridisch bestaan
begint bij de geboorte. Deze regel wordt aangevuld met een bijkomende regel,
ten voordele van het kind dat nog niet geboren is, maar reeds verwekt is op het
ogenblik waarop de nalatenschap openvalt.
Het kind dat op dat ogenblik reeds verwekt is en dus pas geboren wordt nadat de
nalatenschap al is opengevallen, is wel erfbekwaam. Uiteraard moet het kind
vervolgens levend worden geboren. De wet voegt daaraan toe dat het kind ook

, levensvatbaar moet geboren worden. Dat wil zeggen dat het alle vitale organen
heeft om zelfstandig te kunnen leven.



Afdeling 3: In leven zijn als voorwaarde van erfbekwaamheid (art.
720 BW)
De erfgerechtigde moet dus nog in leven zijn op het ogenblik waarop de erflater
overlijdt. Hij voldoet aan deze voorwaarde van overleving, ook al zou hij zeer
kort, zelfs minder dan 1 minuut na de erflater overlijden. Het erfrecht ten
opzichte van de DC zit dan in zijn nalatenschap en het keuzerecht gaat gewoon
over op zijn erfgenamen. Dit is de techniek van plaatsvervulling.
Een ander woord hiervoor is erven bij staken. Dit betekent dat de DC overlijdt en
de erfenis wordt verdeeld onder zijn 2 kinderen. 1 van zijn kinderen is voor de DC
overleden dus de kinderen van het overleden kind van de DC erven.
Wat als het in leven zijn van de erfgerechtigde op het tijdstip waarop de
nalatenschap openvalt, onzeker is? Dan gaat het om een persoon die
vermoedelijk afwezig is. Deze komt tot de nalatenschap en wordt bij de
afhandeling ervan vertegenwoordigd door zijn gevolmachtigde: een gerechtelijke
bewindvoerder of een door de vrederechter aan te wijzen notaris (art. 116, lid 1
BW).
Gaat het om een persoon die in levensbedreigende omstandigheden verdwenen
is, maar nog niet overleden is verklaard, dan komt de persoon alsnog tot de
nalatenschap en wordt hij vertegenwoordigd door een notaris aangewezen door
de familierechtbank (art. 128 BW).
Leer van de commoriëntes is de leer van het gelijktijdig overlijden. Bv: je ouders
hebben een auto ongeluk. Je vader overlijdt ter plaatse en je moeder wordt
meegenomen naar het ziekenhuis maar een aantal uur later overlijdt zij ook aan
haar verwondingen.



Afdeling 4: Uitsluiting en verval van erfrecht
Zowel uitsluiting als verval leiden tot de niet-uitoefening van het wettelijk
erfrecht. Beide zijn een mogelijk gevolg van de ontzetting uit het ouderlijk gezag.
Ontzetting: bv. verwaarlozing, mishandeling…
Hiervoor zijn 2 zaken:
 De ouder erft niet in de nalatenschap van zijn kind
 De ouder kan op vraag van de afstammelingen (kinderen en kleinkinderen)
eveneens ontzet worden uit de erfrechten ten opzichte van de andere
ouder of de wettelijk samenwonende partner.



Afdeling 5: Onwaardigheid om te erven (art. 727 BW)
De erfgerechtigde is onwaardig wanneer hij zich op onbetamelijke wijze
tegenover de persoon van de erflater gedragen heeft. In zo’n geval is het

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MelOss. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R110,14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R110,14  3x  sold
  • (1)
  Buy now