Week 2 van mensenrechten en pluraliteit
Alle literatuur samengevat (tekst Letsas beetje uitgebreid, vooral vertaling). De rest van de literatuur duidelijk samengevat.
Belangrijkste punten van alle case-law aangeduid en besproken.
Alle opdrachten gemaakt en uitgebreid toegelicht.
Minor Mensenrechten in de moderne samenleving (UvA)
Collegejaar 2022 – 2023
Week 2
Table of Contents
T. Wolff: True Believers? Sincerity and Article 9 of the European Convention on Human
Rights................................................................................................................................3
C. Laborde: Liberalism’s Religion......................................................................................11
A. Pinto: Religion & Human Rights: An Empirical Investigation of the Use of Limitations..13
A. Follesdal: Appreciating the Margin of Appreciation......................................................17
G. Letsas: The Margin of Appreciation Revisited, a Response to Follesdal.........................24
Case-law: Wanneer is er sprake van waarachtigheid m.b.t. art. 9 EVRM..........................34
W. v. UNITED KINGDOM (10 februari 1993)................................................................................34
KOSTESKI v. MACEDONIA (13 april 2006)....................................................................................34
SKUGAR v. RUSSIA (3 december 2009)........................................................................................35
KOVALKOVS v. LATVIA (31 januari 2012)....................................................................................36
VARTIC v. ROMANIA 17 (december 2013)...................................................................................36
S.A.S. v. FRANCE (1 juli 2014)......................................................................................................37
DE WILDE v. THE NETHERLANDS (9 november 2021)..................................................................37
Case-law: Beperkingen en margin of appreciation............................................................39
KOKKINAKIS v. GREECE (25 mei 1993).........................................................................................39
GULER AND UGUR v. TURKIJE (2 december 2014).......................................................................40
HANDYSIDE v. THE UNITED KINGDOM (7 december 1976).........................................................40
KOKKINAKIS v. GREECE (25 mei 1993).........................................................................................40
EWEIDA AND OTHERS v. UNITED KINGDOM (15 januari 2013)....................................................41
, S.A.S. v. FRANCE (1 juli 2014)......................................................................................................41
HANDYSIDE v. THE UNITED KINGDOM (7 december 1976).........................................................44
BIBLICAL CENTRE OF THE CHUVASH REPUBLIC v. RUSSIA (12 juni 2014).....................................45
KOKKINAKIS v. GREECE (25 mei 1993).........................................................................................46
EWEIDA AND OTHERS v. UNITED KINGDOM (15 januari 2013)....................................................47
S.A.S. v. FRANCE (1 juli 2014)......................................................................................................48
,T. Wolff: True Believers? Sincerity and Article 9 of the European Convention on Human
Rights
Wanneer iemand zich voor de rechter beroept op zijn recht om zijn overtuiging in praktijk te
brengen, moet de rechter ervan overtuigd zijn dat aan de volgende drie voorwaarden is
voldaan:
1. The Belief System Condition (De Geloofssysteemvoorwaarde): het geloofssysteem
moet een geloofssysteem zijn in de relevante juridische zin.
2. The Manifestation Condition (De Manifestatievoorwaarde): de praktijk moet een
manifestatie zijn van het geloofssysteem.
3. The Sincerity Condition (De Oprechtheidsvoorwaarde): de persoon moet
daadwerkelijk geloven wat die beweert te geloven.
Bij de derde voorwaarde (Sincerity Condition), bestaan 3 soorten onoprechtheid:
a) Fake belief systems (onechte geloofssystemen): onoprechtheid over het bestaan van
een geloofssysteem.
b) Fake adherents (nepaanhangers): onoprechtheid over iemands gehechtheid aan een
geloofssysteem.
c) Fake practitioners (nepbeoefenaars): onoprechtheid over het feit dat een praktijk
een manifestatie is van een geloofssysteem.
a) Fake belief systems:
Als iemand beweert dat een geloofssysteem dat in feite nep is, echt bestaat.
Voorbeelden:
- Het Vliegende Spaghettimonster (parodie)
- De Kloosterorde van de Zusters van Walburga (frauduleus)
- De Church of Cognizance (frauduleus)
Wat als een geloof dat om frauduleuze redenen is uitgevonden, vervolgens door mensen
wordt geloofd?
, Scientology: opgericht om geld te verdienen. De meeste aanhangers zijn echter ware
gelovigen. Scientology bestaat daardoor als geloofssysteem en is erkend door het hof.
Mensen die alleen om frauduleuze redenen betrokken zijn, zijn echter fake adherents.
b) Fake adherents:
Iemand doet alsof hij een geloofssysteem aanhangt.
Kosteski v. Macadonië: een man die ten onrechte beweerde moslim te zijn en een vrije dag
eiste op een islamitische feestdag.
- Belief System Condition: de islam is een geloofssysteem in de relevante juridische zin.
- Manifestation Condition: als de datum echt een islamitische feestdag is, dan is de
praktijk een manifestatie van het geloofssyteem.
- Sincerity Condition: de persoon is geen moslim, dus hier wordt niet aan voldaan.
Een subgroep gevangeniszaken valt ook in deze categorie van onoprechtheid. Het gaat om
gevangenen die doen alsof zij een wettelijk vastgelegd geloofssysteem aanhangen om een
vrijstelling of voorrecht te krijgen. Tot deze categorie behoren ook gevallen waarin
asielzoekers ten onrechte beweren aanhangers te zijn van een godsdienst waarvan de leden
in hun land van herkomst worden vervolgd.
c) Fake practitioners:
Iemand doet alsof hij gelooft dat een praktijk een manifestatie is van een geloofssysteem.
Kan dat anderen dit wel geloven, maar de desbetreffende persoon niet.
Bijvoorbeeld: vaccin weigeren op grond van geloofssysteem: kan dat iemand wel religieus is,
maar dat de overtuiging van het niet-vaccineren geen uiting is van diens godsdienst.
Verschil tussen The Manifestation Condition en Fake practitioners:
Bij manifestation condition: is er een voldoende plausibel verband tussen het
geloofssysteem en de vermeende manifestatie?
Bij fake practitioners: aangenomen dat de praktijk een manifestatie is van het geloof;
gelooft deze persoon dan werkelijk dat de praktijk een manifestatie is van het
geloofssysteem?
Alle vormen van onoprechtheid brengen bijbedoelingen/een ander motief met zich mee.
Dit impliceert niet dat de aanwezigheid van een bijbedoeling altijd wijst op onoprechtheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tatianakingma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R85,55. You're not tied to anything after your purchase.