DAVEY G. (2014)
NOLEN -HOEKSEMA , S. (2014)
MCPARTLAND , J.C., R EICHOW , B., & V OLKMAR, F.R. (2012)
YOUNG, S., & A MARASINGHE, J.M. (2010)
Wat is ADHD/autisme?
ADHD
Attention-deficity/hyperactivity disorder (ADHD): Gedragsstoornis bij
kinderen die zorgt voor een mate van onoplettendheid, hyperactiviteit en/of
impulsiviteit die ongebruikelijk is voor kinderen. De DSM-5 criteria zijn:
Een persisterend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-
impulsiviteit dat interfereert met het functioneren of de ontwikkeling.
Onoplettendheid: Zes (of meer) van de volgende symptomen zijn
gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in een mate die
onaangepast is en een negatieve invloed heeft op sociale, schoolse of
beroepsmatige activiteiten en niet past bij het ontwikkelingsniveau. N.B. De
symptomen zijn niet alleen een manifestatie van oppositioneel gedrag,
uitdagendheid, vijandigheid of een onvermogen om taken of instructies te
begrijpen. Oudere adolescenten en volwassenen (17 jaar en ouder) moeten
aan ten minste vijf symptomen voldoen. De betrokkene:
o slaagt er vaak niet in voldoende aandacht te geven aan details of maakt
achteloos fouten in schoolwerk, werk of bij andere activiteiten
o heeft vaak moeite de aandacht bij taken of spel te houden
o lijkt vaak niet te luisteren als hij/zij direct aangesproken wordt
o volgt vaak aanwijzingen niet op en slaagt er vaak niet in schoolwerk of
karweitjes af te maken of verplichtingen op het werk na te komen (niet
het gevolg van oppositioneel gedrag of van het onvermogen om
aanwijzingen te begrijpen)
o heeft vaak moeite met het organiseren van taken en activiteiten
o vermijdt vaak, heeft een afkeer van of is onwillig zich bezig te houden
met taken die een langdurige geestelijke inspanning vereisen (zoals
school- of huiswerk)
o raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of bezigheden
(bijvoorbeeld speelgoed, huiswerk, potloden, boeken of gereedschap)
o wordt vaak gemakkelijk afgeleid door uitwendige prikkels
o is vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden
Hyperactiviteit en impulsiviteit: Zes (of meer) van de volgende
symptomen zijn gedurende ten minste zes maanden aanwezig geweest in
een mate die onaangepast is en een negatieve invloed heeft op sociale,
schoolse of beroepsmatige activiteiten en niet past bij het
ontwikkelingsniveau. N.B. De symptomen zijn niet alleen een manifestatie
van oppositioneel gedrag, uitdagendheid, vijandigheid of een onvermogen
om taken of instructies te begrijpen. Oudere adolescenten en volwassenen
, (17 jaar en ouder) moeten aan ten minste vijf symptomen voldoen. De
betrokkene:
o beweegt vaak onrustig met handen of voeten, of draait in zijn/haar stoel
o staat vaak op in de klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat
men op zijn plaats blijft zitten
o rent vaak rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is (bij
adolescenten of volwassenen kan dit beperkt zijn tot subjectieve
gevoelens van rusteloosheid)
o kan moeilijk rustig spelen of zich bezighouden met ontspannende
activiteiten
o is vaak 'in de weer' of 'draaft maar door'
o praat vaak aan een stuk door
o gooit het antwoord er vaak al uit voordat de vragen afgemaakt zijn
o heeft vaak moeite op zijn/haar beurt te wachten
o verstoort vaak bezigheden van anderen of dringt zich op (bijvoorbeeld
mengt zich zomaar in gesprekken of spelletjes)
Enkele symptomen van hyperactiviteit-impulsiviteit of onoplettendheid die
beperkingen veroorzaken waren voor het twaalfde jaar aanwezig.
Enkele beperkingen uit de groep symptomen zijn aanwezig op twee of meer
terreinen (bijvoorbeeld op school (of werk) en thuis).
Er moeten duidelijke aanwijzingen van significante beperkingen zijn in het
sociale, school- of beroepsmatig functioneren.
De symptomen komen niet uitsluitend voor in het beloop van een pervasieve
ontwikkelingsstoornis, schizofrenie of een andere psychotische stoornis en zijn
niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld
stemmingsstoornis, angststoornis, dissociatieve stoornis of een
persoonlijkheidsstoornis).
Er zijn twee subtypes van ADHD:
Voornamelijk onoplettende uiting (ADD)
Voornamelijk hyperactieve/impulsieve uiting
Als beide elementen aanwezig zijn, spreken we van gecombineerde uiting
Je spreekt van een subtype als er minstens zes van de symptomen op het
dominante gebied en minder dan zes op het niet-dominante gebied herkenbaar
zijn. Hyperactiviteit en impulsiviteit worden makkelijker overgroeid dan
aandachtsproblemen.
Kinderen met ADHD doen het vaak slecht op school door hun
aandachtsproblemen en hebben door hun hyperactiviteit vaak weinig vriendjes
of vriendinnetjes, omdat ze vaak opdringerig, prikkelbaar, veeleisend en explosief
zijn en hun eigen regels willen maken. Als dingen niet gaan zoals zij willen,
kunnen ze ook nog agressief worden.
Bij de onoplettendheid van ADHD gaat het vooral om problemen om zijn/haar
aandacht langer ergens bij te houden. Selectieve aandacht is geen probleem.
Autisme
Autisme (Autism spectrum disorder, ASD) is een pervasieve
ontwikkelingsstoornis: een ernstige en blijvende verslechtering van de
, verschillende gebieden van ontwikkeling, met inbegrip van sociale interacties,
het dagelijkse gedrag, interesses en activiteiten. De DSM-5 criteria zijn :
Blijvende tekorten in sociale communicatie en interactie die in allerlei situaties
blijken:
tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale
communicatieve gedrag
tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties
Door herhaling gekenmerkte gedragspatronen, beperkte interesses en
beperkte activiteiten (HBB); deze doen zich voor in allerlei situaties. Ze blijken
uit de volgende vier tekorten waarvan het kind er minstens twee moet hebben:
herhaling en stereotypie in motorisch gedrag, spreken, gebruik van
voorwerpen
overmatig en star vasthouden aan routines
geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
zeer beperkte, gefixeerde belangstellingen die opvallen door hun intensiteit
en onderwerp
over- of onderreageren op zintuiglijke waarnemingen of ongewone aandacht
voor zintuiglijk waarneembare aspecten van de omgeving
De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (kunnen wel pas
later herkend worden)
De verschijnselen veroorzaken klinisch relevante verstoring van het huidige
functioneren in sociale of andere belangrijke levensgebieden
De stoornissen worden niet beter verklaard uit intelligentiestoornis of globale
ontwikkelingsachterstand en de sociale communicatie moet minder zijn dan
past bij het cognitieve niveau van het kind.
Mensen met autisme laten tekortkomingen zien op drie gebieden: sociale
interactie, communicatie en activiteiten en interesses.
Sociale interactie: Als baby’s lachen en brabbelen de kinderen al minder. Ze
willen minder knuffelen en maken geen oogcontact. Ze spelen liever alleen en
reageren niet op de emoties van anderen. Ze hebben zelf wel emoties, maar
herkennen ze moeilijk bij anderen (mind-blindness). Dit blijkt ook uit de
TOM-test.
Communicatie: Autistische kinderen hebben problemen met het effectief
gebruik van taal. Sommige kinderen produceren geen eigen zinnen, maar
herhalen alleen wat ze horen (echolalie). Ze gebruiken weinig intonatie of
expressie bij het communiceren. Verder praten ze vaak in tweede of derde
persoon over zichzelf (pronoun reversal).
Activiteiten en interesses: Kinderen met autisme spelen niet symbolisch met
speelgoed, maar zijn vaak gefixeerd op één speeltje of één onderdeel van het
geheel waarmee ze een bepaalde actie grenzeloos kunnen herhalen. Routines
en rituelen zijn extreem belangrijk. Afwijkingen hiervan kunnen enorme woede
veroorzaken. Sommige kinderen herhalen een bepaalde beweging heel vaak,
dit heet self-stimulatory behaviour of stimming.
Mensen met autisme hebben vaak een ondergemiddelde intelligentie, ook al zijn
voorbeelden van mensen met autisme die hoogbegaafd zijn bekender. Soms zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellepsychologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R59,16. You're not tied to anything after your purchase.