Hi, too bad you don't like the summary. Can you send me a message? Then we can look for a solution.
Seller
Follow
svrmn
Reviews received
Content preview
Juridische en Ethische Context
Hoorcollege 1 Goed handelen
Handelen is een menselijke activiteit die wetens en willens gedaan wordt en waar mensen
voor verantwoordelijk kunnen worden gesteld.
Action is an intentional, purposive, conscious and subjectively meaningful activity.
Er is een actor die handelt. Niet handelen kan ook handelen zijn. Uiteindelijk gaat het om
goed handelen. Maar wat is goed handelen? Hierbij heb je ook te maken met (juridische)
regels. Moreel kan iets verwerpelijk gevonden worden, terwijl het juridisch niet strafbaar is en
andersom. Denk aan seks voor het huwelijk of seks tussen een 15- en 18-jarige. Mensen
kunnen verschillend denken over dergelijke kwesties. Bijvoorbeeld: een vader komt erachter
dat zijn zoon betrokken is bij een scooterdiefstal en doet geen aangifte bij de politie.
Wat goed handelen is, is dus niet eenduidig te beantwoorden. Het is een normatieve vraag
die we beantwoorden met impliciete en expliciete normen die gebaseerd zijn op waarden. In
deze cursus wordt deze normativiteit gearticuleerd, onderzocht en wordt er op gereflecteerd.
Dat is de enige manier waarop we tot een goed onderbouwde positie kunnen komen.
Er zijn drie kaders voor professioneel handelen. Deze kaders geven geen definitieve
antwoorden, maar wel houvast.
Maatschappelijk kader: de wet in een rechtsstaat en de juridische context van de
pedagogiek. Je hebt je wettelijk gezien aan bepaalde regels te houden
(bestuursrechtelijk, civielrechtelijk en strafrechtelijk). Deze liggen ten grondslag aan de
Internationale Rechten van het Kind. Het gaat dus om een verzameling van
verschillende wettelijke kaders.
Professioneel kader: hierin worden beroepen ingekaderd. Professionals maken dit
kader. Het gaat erom wat de professie legitimeert en wie het mogen uitoefenen. Ook
gaat het om waar de professionals zich aan moeten houden. Dit wordt weergegeven in
de beroepscode. Hierin staan waarden en normen van de beroepsgroep en de
beroepsethische richtlijn. Dit staat op de grens van recht en ethiek. Er zijn diverse
beroepscodes, bijvoorbeeld een beroepscode voor een sociaal werker, de beroepscode
jeugdzorgmedewerker (BPSW) en beroepscode voor academische pedagogen (NVO).
Mensen die zich hieraan houden mogen het beroep uitvoeren. Het tuchtrecht is hier ook
op gebaseerd. Beroepscodes, gedragscodes en integriteitscodes articuleren waarden en
normen in professionele organisaties.
o De NVO-beroepscode (laatste versie: september 2021; Nederlandse Vereniging van
Pedagogen en Onderwijskundigen) is voor academisch opgeleide pedagogen en
onderwijskundigen. Deze geeft richting en invulling aan het begrip ‘goede
pedagoog’. Op grond van de beroepscode kunnen pedagogen hun handelen en
beslissingen beroepsethisch bepalen en verantwoorden. Je blijft wel als individu
verantwoordelijk voor het eigen handelen. Het is dus een standaard voor kwaliteit
van beroepsuitoefening, gebaseerd op wet- en regelgeving voor zorg en jeugdigen.
Het is een norm waaraan het tuchtcollege ook toetst. Leden van de NVO moeten
zich hier dus aan houden en ook masterpedagogen die geregistreerd staan in het
Kwaliteitsregister Jeugd (verankerd in de Jeugdwet).
o Wat is een goede pedagoog? Pedagogen zijn gebonden aan de beroepscode en
daarmee aan normen waaraan een goede pedagoog behoort te voldoen. NVO-
leden staan voor het veilig opgroeien en een optimale ontwikkeling van kinderen en
jongeren, en doelmatige zorg als extra ondersteuning nodig is.
, o Voor pedagogen is de pedagogische relatie het aangrijpingspunt voor hun
handelen. Zij zoeken hierin verklaringen en oplossingen. Pedagogen streven primair
naar normalisatie van de opvoedingsrelatie of die nu eenvoudig of heel complex is.
Het is een normatieve aanname dat kinderen optimaal moeten ontwikkelen. En
wat is veilig eigenlijk? Moet het per se doelmatig zijn? Wat is normalisatie?
Waarom moeten we dat bereiken? Waarom zoeken we naar verklaringen en
oplossingen? Waarom is de pedagogische relatie het aangrijpingspunt? Er
wordt dus een (eventuele problematische) waardengeladenheid verondersteld.
o De beroepscode laat ruimte voor inzicht van de professional (professionele
autonomie; tenzij clausule; discretionaire ruimte). Wanneer je je moet
verantwoorden voor het tuchtcollege gaat het om je onderbouwing van het
handelen, omdat je als persoon verantwoordelijk bent voor je handelen. Ook moet je
de wet kennen en handelen naar inzicht (recht en ethiek komen samen). Een
reflectieve professional handelt niet defensief, maar integer.
Een professioneel kader betekent dus ook reflectie op je professie. Het gaat dus zowel
over de normativiteit als over de vakinhoud (deze interacteren met elkaar). Verder moet
je nadenken over organisatie, beleid, doelstellingen, aannamen, concepten en
professionele waarden (respect voor autonomie, goede zorg etc.). Wat maakt jou tot
een goede professional?
o Een norm is een impliciete of expliciete regel. Maar normen zijn geen feiten en ze
zijn niet altijd even eenduidig! We kunnen normen proberen te definiëren
(normalisatie). Dan hebben we een afspraak! Het is niet per se een weergave van
de werkelijkheid. Dit is ook weer een kwestie van normativiteit. Vaak vinden we
normen voor een veilige brandmelder acceptabeler dan normen voor een mooi
mens. De normatieve ethiek zoekt naar rechtvaardiging van morele normen.
Pedagogen scheppen normen door te zeggen wat normaal, leerbaar, begeleidbaar, een
goede ontwikkeling, wenselijk gedrag, een harmonieus gezin is. Interventies bevatten
dus ook impliciete morele oordelen en ideeën over mens- en maatschappijbeelden. Goed
handelen is je dus verhouden tot deze normativiteit. Wat betekent jouw oordeel voor de
ander en wat legitimeert jouw oordeel?
Persoonlijk kader (ethiek): wordt bepaald door waarden, normen en opvattingen over
mens en maatschappij. Deze krijgen we van jongs af aan mee. Dit wordt bewust en
onbewust geïnternaliseerd. Het is niet zo dat we ons niet er toe kunnen verhouden.
Ethiek is niets anders dan systematisch nadenken over deze normen en waarden.
Professioneel handelen vereist een reflectieve houding. Hiermee kan je integriteit
bewaren, omgaan met dilemma’s (dilemmahantering) en handelingen evalueren in
retroperspectief (handelingsevaluatie; hebben we het goed gedaan en waarom, moeten
we iets bijstellen?).
o Een moreel dilemma hanteren: je moet in deze situatie kiezen. Het gaat dus om
conflicterende waarden. Hoe ga je hiermee om? Dit vraagt analyse en reflectie,
een ethisch stappenplan of moreel beraad. In het laatste geval is er een MDO in
een organisatie. Hier is meestal geen tijd voor.
o Een etnisch reflectieve attitude: dit ontwikkel je door ermee bezig te zijn. Zoek dus
op in de praktijk en op andere plekken waar je het tegen komt. Het gaat om de
houding als pedagogische professional als hulpverlener/docent/wetenschapper/
beleidsmedewerker. Je zou dit kunnen verwoorden als permanent nadenken,
verwonderen, redeneren, reflecteren, een kritische houding, wisselen van
perspectief en wees je bewust van je eigen waarden en die van een ander. Dit
, maakt je open-minded. Etnische theorieën en benaderingen voorzien je van
gereedschap voor het ontwikkelen van de attitude.
Het persoonlijk kader en professionele kader kunnen met elkaar in conflict zijn, maar ze
kunnen ook overeenkomen. Daarvoor is de discretionaire ruimte.
Ethiek, recht en code
Overeenkomsten Verschillen
Ze willen allen te Het recht is een systeem met algemene regels, vastgesteld door een
antwoorden op de formele autoriteit met sanctionerende bevoegdheid. Het zijn dus
vraag hoe te wetten en regels die vastliggen, maar zijn wel gebaseerd op ethische
handelen? Maar waarden (van de meerderheid).
ook vragen over Ethiek is een systematische reflectie. Het ligt niet vast, maar het is wel
het juiste, goede een theorie. Het wordt ook niet uitgevoerd door een formele autoriteit.
en rechtvaardige. Het heeft niet per se te maken met regels, omdat illegaal handelen
ethisch juist kan zijn (bijvoorbeeld mensen opvangen). De
beroepscode zit meer richting het recht en ethiek gaat meer over
reflectie op je eigen waarden. De vraag wat goed handelen is, is een
primair ethische vraag.
Wat is moreel goed?
Je zou kunnen zeggen dat het een evolutionair gegeven is. We hebben van onszelf
empathie en een gevoel van rechtvaardigheid. Dit zijn dus intuïties.
Ook zijn er morele regels bij openbaring/religies. Het is dan door God gegeven en het morele
goede ligt dan in de schepping. Dus culturele waarden.
In de ethiek gaat het over de menselijke rede. Het gaat over nadenken/reflecteren en de
ethische theorie. Dan kom je op onder andere Plato en Aristoteles.
Ethiek kun je definiëren als een systematische reflectie op de moraal. Het moraal is een
stelsel van waarden en normen. Ethiek is van oudsher een belangrijk onderdeel van de
filosofie. Het gaat om een praktische filosofie en vraagt naar het goede leven. Hoe wordt dit
ingevuld en wat betekent dat? Het denkt kritisch na over morele opvattingen en handelen.
Hier wordt ook onderzoek naar gedaan. Er zijn verschillende vormen van ethiek:
Descriptieve ethiek: beschrijving van de moraal in de samenleving. Het is
objectiverend en gebaseerd op een historische en maatschappelijke context.
Normatieve ethiek: wat is juist? De waarden en normen worden hier
gerechtvaardigd. Deze stelt wat goede regels zijn, wat nastreefwaardig is en waar je
je aan moet houden. Het zijn de ethische theorieën en is prescriptief.
o Etnische theorieën: etnische theorieën komen tot stand binnen de filosofie.
Het is een product van permanente discussie. Dit is al van oudsher (Grieken).
De ethische theorieën geven principes om handelingen mee te beoordelen,
dus richtlijnen over hoe we moeten handelen. Ook evalueren ze of het een
goede handeling is.
Meta-ethiek: reflecteert op ethiek. Het gaat over de aannames die nodig zijn om te
denken, zoals: wat is een handeling en wat is verantwoordelijkheid? Waar komen de
waarden en normen vandaan?
Toegepaste ethiek: ethiek voor een bepaald veld, bijvoorbeeld medische ethiek. Het
is dus de beroepsethiek. In ons geval voor pedagogen.
Morele oordelen
Mensen hebben verschillende opvattingen over het goede. Morele oordelen hangen samen
met het individu, tijd, cultuur, smaak en conventie. Voor de ethiek betekent dit dat we moeten
nadenken hoe we met de verschillen om moeten gaan. Moeten we verschillen na elkaar
, laten bestaan en iedereen het zelf laten uit maken over wat goed of slecht is? Of moeten we
er eenduidig over zijn: een universele theorie? Dit is een probleem voor de ethiek!
Als je verschillen centraal staat en stelt dat ze niet vergelijkbaar zijn, kom je bij het
relativisme terecht: alle waarden zijn evenveel waard. De waarheidswaarde van moreel
oordelen kan dus verschillen per individu. Het gaat dan om individueel moreel relativisme.
Het respecteert individuele meningen. Ook kan er sprake zijn van cultureel moreel
relativisme. Dan berust de waarheidswaarde van moreel oordeel op culturele overtuiging.
Deze respecteert culturele verschillen.
Maar dit geeft ook ruimte aan morele onverschilligheid. Dit is dus een probleem. We zouden
namelijk alles moeten accepteren, omdat een ander wat anders mag vinden. Dus
bijvoorbeeld kindermishandeling: dat vindt hij nou eenmaal, dus ja dat is zijn idee. Maar dat
maakt ook dat je geen oordeel meer kan vellen. Ook de waardetolerantie is niet meer
algemeen aanvaardbaar. Dit is dus een uitdaging voor de ethiek.
Dan het universalisme. Dat staat tegenover het relativisme. Het moreel universalisme gaat
uit van algemeen geldende waarden. Altijd voor iedereen gelden dezelfde waarden. Dit
maakt algemeen geldende morele oordelen mogelijk.
Moreel absolutisme: waarheidswaarde van moreel oordeel wordt extern gegeven
(denk aan religies die stellen dat er maar één waarheid is)
Moreel objectivisme: waarheidswaarde van moreel oordeel op basis van redelijkheid
van het moderne subject (dit is wel westers)
Maar er is geen algemene acceptatie van een universele bron van een moraal. Niet iedereen
is het er mee eens dat de rede een goede basis is. Anderen zoeken het ergens anders. Er is
ook kritiek op het eenheidsdenken. Het sluit uit wat verschillend is en de gangbare opinie
overheerst waardoor andere opinies onzichtbaar worden.
Hoe moet het dan wel?
We willen erkenning van het verschil: pluralisme. Dit is er namelijk eenmaal. Maar we willen
ook gedeelde waarden (onder)zoeken, zoals tolerantie of bescherming van een individu. We
zijn zelf altijd onderdeel van het discours. We moeten ook reflexief zijn! Wees je bewust van
je discours. De etnische theorie biedt systematiek. Een ethiek permanent gesprek is nooit
definitief, maar altijd voorlopig. Er is filosofie om normatieve kaders en dominante discours
kritisch te doordenken.
Hoorcollege 2 Geluk: Teleologische ethiek
In de normatieve ethische theorie is er onderscheid tussen:
Teologische ethiek: telos is doel in het Grieks. Het gaat erom dat het doel of de
gevolgen van handeling bepalen of de handeling juist is.
o De deugdethiek (Aristoteles) kijkt perfectionistisch, dus naar en voortreffelijk leven.
Het doel is dus eudaimonia (geluk). Dit doet iets met de houding van de actor.
o De gevolgenethiek (utilitaristen, zoals Bentham en Mill) kijken non-
perfectionistisch. Het doel is het ervaren van geluk en nut. Ook wordt gekeken naar
de gevolgen van de handeling.
Deontologische ethiek: to deon betekent in het Grieks dat wat moet of behoort. De
intrinsieke kwaliteit van de handeling bepaalt of de handeling juist is. De theorieën van
Kant en Rawls passen in de plichtenethiek.
In dit college gaat het over de teologische ethiek. Je kunt onderscheid maken tussen de
doelen en de gevolgen van de handeling. Deze bepalen of de handeling juist was.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller svrmn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R107,12. You're not tied to anything after your purchase.