Dit is een volledige samenvatting van OLOD 2 ASS en ontwikkeling. Alle nodig informatie voor het examen staat hierin.
Alle ontwikkelingen komen aan bod in een mooie lay-out.
Opleiding: BANABA autismespectrumstoornissen, AP Hogeschool
Academiejaar: 2022 – 2023
Docent: Vera Turpyn
,ASS en ontwikkeling Lore De Moor
Hoofdstuk 1: ontwikkeling
Begrippen
Ontwikkeling
= een reeks progressieve veranderingen die tot hogere niveaus van functioneren en differentiatie
leiden. Een getrapt proces waarbij elke volgende trede op een hoger niveau staat. Hierbij zijn
biologische factoren belangrijk maar even goed omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol bij
ontwikkeling. Een samenspel van rijping en leren.
Rijping
= heeft te maken met groei (van klein naar groot) en met differentiatie (van eenvoudig naar
complex). Er is een belangrijke biologische factor bij rijping, onder andere genen zijn een bepalende
factor. Rijping alleen, als veranderingsmechanisme, doet geen recht aan de
ontwikkelingsmogelijkheden van elk individu.
Bijvoorbeeld: het zenuwstelsel van een vierjarige laat een veel fijner vertakt stelsel zien dan dat van
een pasgeboren baby.
Leren
= het verwerven van kennis en vaardigheden op basis van ervaring. Hierbij speelt de omgeving een
heel belangrijke rol, door actief in contact te treden met de omgeving doen we ervaring op. Die
ervaring zorgt ervoor dat we ons op verschillende manieren leren aanpassen aan de omgeving. Op
deze manier verhogen we onze competenties. Deze competenties zorgen ervoor dat we meer grip
krijgen op onze omgeving. Bij leren gaat het om een relatief blijvende gedragsverandering als
gevolg van ervaringen. Een aantal vaardigheden leer je zelf, bij andere heb je instructies nodig.
Bijvoorbeeld: een kleuter leert dat een plas op een potje een enthousiaste reactie oplevert. Of het
taalniveau van een kind wordt heel sterk beïnvloed door omgevingsfactoren. De taalomgeving is heel
belangrijk voor de taalontwikkeling.
Nature
= aangeboren kenmerken. Beslist of ASS al dan niet aanwezig is
Nurture
= de sociale (zoals eigen milieu) en biologische (zoals verschillende stoffen in de lucht) omgeving,
dit zal bepalen hoe ASS tot uiting komt.
2
,ASS en ontwikkeling Lore De Moor
Kinder- en jeugdjaren: verschillende levensfasen
• Babyperiode : 0-12 maanden
o Motorische ontwikkeling gaat razendsnel
o Ontstaan eerste gehechtheidsfase
• Peuterperiode : 1-4 jaar
o Spraakontwikkeling en egocentrisme
• Kleuterperiode : 4-6 jaar
o Meer gericht op andere kinderen
o Rijke fantasie
• Schoolperiode : 6-12 jaar
o Geen speciale naam
o ‘schoolkinderen’ => geen goede term want kleuters en adolescenten gaan ook naar
school
o Onderwijs speelt een belangrijke rol, kinderen ontmoeten veel andere kinderen
door sport of hobby’s
• Adolescentie : 12-18 jaar
o Begin = puberteit
o Ontwikkeling seksualiteit en identiteit
! Ontwikkeling is een gestaagd proces en kan sterk variëren tussen kinderen dus opsplitsen in
groepen is niet ideaal. Wij gaan dus niet uit van een leeftijdsindeling, maar wel indeling per domein.
Domeinen
• Spraak- en taalontwikkeling
• Cognitieve ontwikkeling (EF)
• Morele ontwikkeling (geweten)
• Sociaal-emotionele ontwikkeling
! de ontwikkeling op deze verschillende domeinen staan niet op zich. Er is bijvoorbeeld een heel
duidelijk relatie tussen taal en denken. Deze relatie komt al zeer vroeg tot stand. Al op het moment
dat kinderen beseffen dat alles een naam heeft (normale ontwikkeling voor één jaar). In het begin
wordt dit duidelijk door te wijzen of een bepaalde klankenreeks te maken dat neer komt op ‘is dat?’.
Alle vragen en antwoorden worden opgeslagen in hun geheugen. Op deze manier leren ze de
wereld ordenen. Stoel hoort bij tafel, hond hoort bij blaffen…
Het gebruik van woorden en aanwijzingen heeft te maken met het zien wat wel en niet met elkaar te
maken heeft. Bijvoorbeeld een appelsien en appel horen bij elkaar, dit is fruit. Op deze manier
beïnvloed het denken het taalgebruik. Kinderen passen de woorden en zinsvormen aan, aan hun
denkschema. Zo wordt een komkommer soms een kommakommer. Ze kunnen ook zinnen maken
die niet kloppen zoals ‘jij hebt een foute mond’, waarmee ze willen zeggen ik vind het niet leuk wat
je zegt.
Taalontwikkeling is ook afhankelijk van het leervermogen van een kind. Kinderen die moeite hebben
met leren, leren de gesproken taal ook langzamer dan kinderen die snel leren. Soms wordt het
speken helemaal niet geleerd.
3
, ASS en ontwikkeling Lore De Moor
Hoofdstuk 2: spraak- en taalontwikkeling
Voorlopers taalontwikkeling
Ontwikkeling van intentionaliteit
• Communicatieve intentionaliteit
o = kinderen worden zich bewust dat hun communicatieve signalen anderen hun
gedrag beïnvloeden
• 9 – 13 maanden: eerste intentionele communicatie
o Proto-imperatieve geheugen
▪ = gedragingen om een gewenst voorwerp of handeling te verkrijgen
o Proto-declaratieve gedragingen
▪ = erveringen te delen
Symboolvorming
• Symboolbegrip
o = relatie tussen een symbool (het voorwerp) en de handeling waarnaar het symbool
verwijst
o Dit woord moet kunnen verwijzen naar het symbool wanneer dit niet aanwezig is
• Eerste levensjaren: symbolen aanleren
o Taal is een symbolisch systeem waarbij woorden verwezen worden naar
symbolen/gebaren
▪ Zijn gebaseerd op onderlinge afspraken die worden aangeleerd
o Vb. symbolisch spel, wijzen als tegen van ‘dag’ zeggen…
• Symboolbegrip en gebruik
o Bij eerste woorden nog geen symboolbegrip
▪ Vaak nog verbonden aan een specifiek object in een specifieke context
▪ Pas symbolisch als het kind dit woord kan generaliseren
Begrippen
Spraakontwikkeling
= ontwikkeling van de articulatie, vb. maken van geluiden
Kinderen leren naar klanken luisteren en proberen deze te maken. Dit wordt bepaald door de mate
waarin kinderen verschillen kunnen horen tussen spraakklanken maar ook door de controle die
kinderen hebben over hun tong, lip en gehemeltespieren.
Voorwaarden goede spraakontwikkeling zijn
• Een goed gehoor
• Een goede beheersing van spraakorganen
Taalontwikkeling
= het verwerven van inzicht in het hanteren van grammaticale en communicatieve regels. Vb.
geluiden bewust maken
• Grammaticale regels = taalvorm
o Vb. vervoegen van werkwoord, woordvolgorde in een zin… dit is de taalvorm.
• Communicatieve regels = de afspraken omtrent taalinhoud en taalgebruik
o Vb. bij een zin als ‘ik wil eten’ is ‘eten’ de inhoud van de boodschap, als je dan eten
aangeboden krijgt heb je je doel behaald en dat is het taalgebruik.
Taalinhoud
= de inhoud van wat je zegt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LoreDeMoor. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R156,67. You're not tied to anything after your purchase.