100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
2TP - Samenvatting Klinische Psychologie R181,21   Add to cart

Summary

2TP - Samenvatting Klinische Psychologie

 68 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle lessen (powerpoints, notities tijdens de lessen en handboek of extra lesmateriaal). Gemaakt voor het 2e jaar Toegepaste Psychologie aan de hogeschool Thomas More voor het vak Klinische Psychologie voor de examenperiode van januari 2023. Zie de tags voor de verschillende onderw...

[Show more]
Last document update: 8 months ago

Preview 4 out of 86  pages

  • No
  • Alle behandelde hoofdstukken uit de lessen
  • January 6, 2023
  • January 3, 2024
  • 86
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
KLP – januari 2023 1




KLINISCHE PSYCHOLOGIE
= grootste subdiscipline binnen de psychologie (andere zijn bijvoorbeeld A&O en SPP) die zich richt op
psychische problemen en stoornissen
- Vaak een verkeerde indruk: men denkt dat deze groep meteen in een kliniek werkt, maar zit veel meer aan
- Er is nog onenigheid over of problemen op somatisch vlak ook onder de klinische psychologie valt
- Wetenschappelijk karakter

VERSCHILLENDE DEFINITIES
Volgens de hoge gezondheidsraad gaat het om de autonome ontwikkeling en toepassing van theorieën,
methoden en technieken van de psychologie als wetenschap in de bevordering van de gezondheid, de
screening, psychologische diagnose en assessment van gezondheidsproblemen en de preventie van en
interventie bij deze problemen bij mensen

Volgens ons handboek gaat het om de tak van de psychologie die zich bezighoudt met de beschrijving, de
oorzaken en de behandeling van psychische stoornissen om het geestelijk welzijn te bevorderen

 Maar met welk afwijkend gedrag houden we ons dan bezig?
 Het gaat om een continuüm




NORMAAL VS ABNORMAAL
Terrein van de psychopathologie: beschrijving en classificatie van gedragingen

Wanneer zijn gedragingen afwijkend?
- Symptomen opsommen
- Kijken naar de diagnostische criteria: bepaalde voorwaarden waar de symptomen aan moeten voldoen om
een teken te kunnen zijn voor een psychische stoornis, bv. frequentheid, duur

6 FACTOREN VAN NEVID
1. Uitzonderlijk = opvallend en onconventioneel gedrag, bv. dingen horen of zien die er
niet zijn, een jongere die normaal in de fleur van zijn leven zit en nu
niets meer doet
2. Sociaal afwijkend = het overtreden van morele normen
3. Foute perceptie/interpretatie = irrationeel/onbegrijpelijk gedrag, bv. het gevoel dat de tv tegen je
praat
4. Aanzienlijk emotioneel lijden
5. Ongepast of contraproductief = gedrag waardoor anderen zich ongemakkelijk voelen en/of zij hun
gedrag dagdagelijkse niet meer kunnen volhouden of doen, bv. gamen tot 5u ’s
ochtends en nadien niet aandachtig zijn in de les
6. Gevaarlijk gedrag = gevaarlijk voor jezelf of anderen, bv. automutilatie, agressie naar
anderen, suïcide(gedachten)

 Ze hoeven niet alle 6 aanwezig te zijn om te kunnen spreken over abnormaal gedrag, maar vaak gaat het
wel om een combinatie

PSYCHISCHE STOORNIS

,KLP – januari 2023 2


Bijna 1 op 2 mensen krijgt ooit te maken met een psychische stoornis

Toch zijn er uitsluitende omstandigheden:
- Een te verwachten en cultureel aanvaarde reactie op een bepaalde gebeurtenis, bv. grote lijdensdruk door
een overlijden
- Langdurig deviant gedrag van politieke, religieuze of seksuele minderheden, bv. naakt protesteren ≠
exhibitionisme
- Uitvloeisel van conflict tussen individu en maatschappij

CULTURELE ASPECTEN VAN AFWIJKEND GEDRAG
- Abnormaal gedrag en psychische stoornissen kunnen in verschillende culturen anders geuit worden, bv.
verschil in de meest voorkomende angsten in de Westerse vs Afrikaanse cultuur: financieel vs boze geesten
- Mogelijks worden er andere termen gebruikt voor of worden de termen anders ingevuld qua symptomen
van psychische stoornissen, bv. andere uitingsvorm van depressie in de Westerse vs Oosterse cultuur:
afwezigheid van positieve gevoelens vs somatische klachten
- Symptomen zijn soms erg gelijkend, ondanks culturele verschillen, bv. schizofrenie wereldwijd gelijkend
 Het is dus belangrijk om oog te hebben voor deze culturele verschillen!

ANDERE INVALSHOEKEN OM NAAR AFWIJKEND GEDRAG TE KIJKEN
- Waar ligt de grens? Hoe beslissen we dat?
- Controverses over masturbatie, homoseksualiteit
 Geen zwart-witverhaal; we kunnen gebruik maken van verschillende modellen:

STATISTISCH MODEL
= normaalverdeling van menselijke eigenschappen waarbij
- Het gaat om een continuüm met een gemiddelde en standaarddeviaties
- We spreken van abnormaliteit bij de extreem hoge of lage scores / scores die een bepaald aantal SD boven
of onder het gemiddelde liggen
 Dit is maar een hulpmiddel en is niet voldoende om enkel obv dit model een diagnose te kunnen stellen,
want:
 Waar ligt de grens?
 Niet alle menselijke eigenschappen zijn normaal verdeeld
 Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen wel of geen lijden

MEDISCH MODEL
= kijkt naar de oorzaken van stoornissen op somatogeen vlak en zal die zoeken in de medische parameters, bv.
tevelen/tekorten in de bloedwaardes wijzen tot de diagnose van depressie
- Grens ligt dus bij het feit of de ‘ziekte’ aantoonbaar is of niet
- Wilt dus de onderliggende mechanismen bestrijden, maar die zijn er niet altijd!
- Patiënt (≠ cliënt) is hierbij heel passief, want de therapeut stelt een diagnose vanuit zijn expertise, schrijft
een therapie voor en de patiënt zal die therapie passief ondergaan, bv. medicatie
- Leidt ook tot stigmatisering (“jij hebt …” / stempel)

LEERMODEL
= gaat ervan uit dat stoornissen ontstaan door een verkeerd leerproces, bv. vroege traumatische ervaring,
misgelopen opvoeding, grote tegenslag, conditionering
- Hier gaat het dus niet om een duidelijke organische oorzaak voor de stoornis
- Samen met de “leerling” die een “probleem” heeft wordt er een doel vooropgesteld, waaruit een
programma voortvloeit
 Maar dus enkel bruikbaar als de leerling eigen verantwoordelijkheid op kan nemen

,KLP – januari 2023 3


PREVALENTIE
Vanuit epidemiologisch onderzoek uit 2018 via een gezondheidsenquête bij kinderen, adolescenten,
volwassenen, ouderen, gezinnen waarin abnormaal gedrag voorkomt (niet enkel stoornissen maar ook
chronisch, terugkerend disfunctioneren) wordt er het volgende vastgesteld:
- 1/3e voelt psychisch onwelbevinden
- 1/5e heeft een reële kans op psychische aandoening
- Psycho-emotionele toestand afgelopen decennium minder goed

- Wie zien dat mensen zich meer isoleren, vaker ziek zijn, zich schadelijk gedragen, meer medische
aandoeningen hebben en soms levensbedreigende situaties door drugverslaving, geweld en zelfmoord
- Vrouwen zijn meer vatbaar voor bepaalde stoornissen zoals angst, depressie, eetstoornissen, maar niet
voor extreme pathologie en zelfmoordgedachten en -pogingen
- In het Vlaams Gewest is het significant beter dan in het Brussels en Waals Gewest
- Lager geschoolden hebben vaker mentale problemen
- Gemiddeld ontstaan psychische stoornissen op 21J oud, met 18-24J is de meest kwetsbare groep
- België zit in de koplopers wat betreft psychofarmaca

BEGRIPPEN
Klinisch beeld = het beeld dat direct door de arts of hulpverlener zichtbaar is
Prevalentie = frequentie van het voorkomen van een bepaalde aandoening op een specifiek moment
binnen een omschreven populatie
Oude en nieuwe = totale populatiegroep
gevallen
Symptoom ≠ diagnostisch criterium
= ziekteteken of uiting, signaal, kenmerk van een pathologisch proces
- Hoofdsymptoom vs bijsymptoom
Syndroom = een groep van (dikwijls) samen optredende symptomen
(descriptieve) = de beschrijving van het voorkomen van symptomen en syndromen in de zin van
diagnose karakteristieke eigenschappen, en dit ongeacht de mogelijke verklaringen
Differentiaal = reeks van een aantal diagnoses die kan gegeven worden aan éénzelfde klinische beeld
diagnose
Comorbiditeit = het samen voorkomen van 2 of meerdere verschillende stoornissen
Etiologie = verkenning van factoren die de stoornis hebben veroorzaakt, uitgelokt, bevorderd of in
stand gehouden
Pathogenese = onderzoek van de wijze waarop deze factoren hun werking uitoefenen en tot deze
stoornis hebben geleid
Prognose = een door onderzoek gefundeerde voorspelling van het mogelijk beloop van de stoornis,
zonder en met therapeutisch ingrijpen
Therapie = ontwerp en uitvoering van een interventie (op grond van diagnose, etiologie,
pathogenese en prognose) met het doel het pathologisch functioneren te doen
verdwijnen, verbeteren of de gevolgen ervan te beperken (revalidatie)
Ziektebesef = patiënt beseft dat er een ziekte is – is niet altijd het geval, zoals bij persoonlijkheids-
stoornis; beschouwen dat soms niet als pathologisch
Ziekte-inzicht = patiënt heeft inzicht in de oorzaken, het verloop, de prognose en de behandeling

, KLP – januari 2023 4



THEORIEËN EN PSYCHOTHERAPEUTISC HE
STROMINGEN
Er zijn verschillende stromingen/perspectieven om naar psychotherapie te kijken, die elk een andere nadruk
leggen

Belangrijke onderscheiden om te weten:
- Behandeling kan ambulant of residentieel (vrijwillig of gedwongen) zijn
- De methode kan psychotherapeutisch/counselend of biologisch zijn
- De keuze van deze zaken hangt af van het probleem, de opleiding van de behandelaar en een sturing door
behandelrichtlijning
- Vaak wordt er ook multidisciplinair gewerkt

Gemeenschappelijke kenmerken binnen de stromingen:
- Er wordt gedaan aan systematische interactie …
- … die gebaseerd is op een goede theoretische basis van psychologische principes …
- … en die zich richt op gedachten, gevoelens en gedrag

Er zijn enkele non-specifieke behandelfactoren die gelijk zijn voor elke psychologische aanpak:
- Luisteren en aandacht
- Empathie
- Hoop op verandering
 De specifieke behandelfactoren verschillen per stroming

BIOLOGISCH PERSPECTIEF EN PSYCHOFARMACOTHERAPIE

BIOLOGISCH PERSPECTIEF
Hersenen zijn een klomp zenuwcellen die onderling met elkaar verbonden zijn




- Je kan ze eigenlijk zien als een soort black box: we stoppen er dingen in, binnen gebeurt er iets (maar we
weten eigenlijk niet goed wat) en er komt iets uit
- Research naar de hersenen kunnen we op 2 manieren bekijken: macroscopisch en microscopisch

MACROSCOPISCHE RESEARCH
CT-scan = scan van de hersenen via röntgenstraling waar oa. tumors mee opgemerkt kunnen worden
FMRI = Functional Magnetic Resonance Imaging of Functionele MRI waarmee de plaats van
hersenactiviteit achterhaald kan worden
EEG = Electro-encephalography waarbij hersenactiviteit elektrisch gemeten wordt via elektroden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mellowerillish. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R181,21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R181,21  7x  sold
  • (0)
  Buy now