samenvatting van het vak diervoeding, bestaat uit verschillende onderdelen
- Vitamines en mineralen
- Energie
- voeding KHD
- additieven
- vetering, metabolisme, voeropname
- voeding Paard
- voeding varken
- voeding rund
- proefdieren
- pluimvee
- examenles
AANVULLING VOEDING V. HERKAUWERS
Spijsverteringsstelsel herkauwers
Pensmaag (rumen):
Herkauwers hebben meerdere magen, vooral de pens is hierbij belangrijk → hierin vindt de
fermentatie plaats. Dit gebeurt niet meteen bij de geboorte: de fermentatieve capaciteit moet
zich ontwikkelen naargelang de dieren gaan groeien, bij kalveren duurt dit ongeveer 3 maanden.
- Ruwvoer doet de pens vergroten
- Krachtvoer activeert de resorptie-epitheel
Zowel het ruwvoer als het krachtvoer zijn belangrijk.
Netmaag (reticulum):
De fijne waterige brei wat overspoelt vanuit de pens komt hierin. In de netmaag wordt het
gefilterd om het zo door te sluizen
Boekmaag (omasum):
Fysieke verkleining en waterresorptie vindt hierin plaats.
Lebmaag (abomasum):
De echte maag, hierin start de eerste enzymatische vertering.
,Stikstofmetabolisme bij herkauwers
In het voeder zit eiwit en non-protein-nitrogen dit komt binnen in de pens: NPN gaan bij
eenmagigen onbenut → bij herkauwers niet: fermentatievat vooraan, dus die gaan van zowel
normaal eiwit als van NPN uiteindelijk microbieel-eiwit maken. Dit doen ze meestal door het
volledig terug af te breken tot ammoniak.
Ammoniak is een base → drijft de pH naar omhoog, wat weer niet zo gunstig is voor
bijvoorbeeld magnesium. Het moet tijdig benut worden anders gaat het via de bloedbaan naar
de lever worden gestuurd en gaat de lever naar ureum van maken, dit omdat ammoniak snel
giftig wordt. Het ureum gaat dan via de urine verdwijnen, maar dat is zonde: stikstof is duur, dus
dat speel je liever niet kwijt, ook in de natuur is eiwit meestal schaars. Daarom een
enterohepatische cyclus: vanuit de lever komt het ureum terug in het speeksel terecht waardoor
het weer opnieuw in de pens komt. Op die manier is de herkauwer in staat om zo van de stikstof
wel eiwit te maken.
Microbieel eiwit is niet het enige, een deel van het eiwit passeert de pens: pens-bestendig eiwit,
als het goed zit wordt dat dan gewoonweg enzymatisch afgebroken en anders gaat het mee met
de mest (als het volledig niet-verteerbaar is). het afgebroken eiwit wordt dan enzymatisch
afgebroken tot aminozuren in de lebmaag en de dunne darm, die aminozuren zijn volledig
bepaald aan wat voor eiwitten er binnenkomen en worden afgebroken.
verliesposten:
- Metabool fecaal eiwit in de mest(verliespost van eiwit wat niet afkomstig is van het voer)
- Voeder eiwit in de mest
- Endogene stikstof in de urine (endogene verliespost wat niet afkomstig is van het voer)
- Ureum
,Eiwitwaardering bij herkauwers
DVE = darmverteerbaar eiwit (op het einde van de dunne darm wordt gekeken hoeveel eiwit
geabsordbeerd is geweest door de koe)
Darmverteerbaareiwit bestaat uit drie delen
- Darmverteerbaar bestendig eiwit: het eiwit dat de pens passeert, maar wel in de
lebmaag en de dunne darm verteerd kan worden. De aminozuursamenstelling is daarvan
dus wel belangrijk.
- Darmverteerbaar microbieel eiwit: microben in de pens die dit maken, het is daar niet zo
belangrijk wat er voor eiwitten er dan via de voeding binnekomen, dit omdat het toch
eerst wordt gestript naaar ammoniak. Dit deel zou het grootste deel moeten zijn van eiwit
- Darmverteerbaar metabool fecaal eiwit: verliespost van het dier zelf
DVBE: bestendig eiwit
- Eiwit
- Eiwit moet een bepaalde bestendigheid hebben
- Eiwit moet verteerbaar zijn
DVME: microbieel eiwit
- Fermenteerbare organische stof (FOS) = energie voor de bacterien (zolang er maar
genoeg energie is voor de bacteriën gaan ze eiwit maken) maar ze hebben ook bouwstof
nodig: ze hebben genoeg stikstof nodig.
DVMFE: verliespost
- Hoeveel materie er door de darm moet, als er heel veel massa doorheen de darm moet
zal dit verlies ook groter zijn.
➔ Hoeveel eiwit kunnen de bacterien in de pens maken op basis van de voorhande stikstof
➔ Bouwstenen en energie: als deze niet in balans zijn kom je in de problemen.
➔ OEB zou op papier 0 moeten zijn: in balans
➔ Balans negatief: heel veel fermenteerbare organische stof, maar veel te weinig stikstof
als bouwstenen. (DVE is overschat)
➔ Positieve balans: een deel van het stikstof is onderbenut.
➔ Zowel positef als negatief is niet gunstig, negatief: leidt tot pensverzuring. Een positieve
balans: te veel ammoniak (wat een base is + toxisch is hoge conc). Een chronisch hoge
OEB leidt tot een langere tussenkalftijd.
- Te veel FOS: aardappelen
- Te weinig FOS: soja
De fractie van het darmverteerbaar bestendig eiwit, maakt dat een koe niet helemaal
onafhankelijk is van het aminozuurprofiel van het eiwit dat zich in de voeding bevindt.
Pensbeschermende aminozuren zijn aminozuren in de voeding die zijn beschermd zodat ze de
pens overleven: deze aminozuren kunnen de eiwitbenutting bij herkauwers verbeteren,
bijvoorbeeld als ze limiterende aminozurn zijn van het bensbestendig eiwit.
Is de snelheid van fermentatie in de pens het best zo snel mogelijk, traag mogelijk of ergens
tussenin?
- Te traag: te weinig dat rondkomt, te veel tijd om energie uit de voeding te krijgen
- Te snel: snelle fermentatie betekent dat de energie ook weer snel weg is. (heel snel
omhoog en weer heel snel omlaag).
- de gulden middenweg!!
,Wat gaan de bacteriën doen in de pens
- monogastrica: zetmeel wordt omgezet naar maltose naar glucose en dan gaat dat zo
naar pyruvaat
- bij pensbacterien zijn er veel meer pathways om uiteindelijk pyruvaat te verkrijgen, veel
verschillende koolhydraat componenten kunnen omgezet worden tot iets wat het dierlijk
metabolisme gaat herkennen om uiteindelijk pyruvaat te verkrijgen
- bacteriën kunnen veel meer dan van pyruvaat naar de krebscyclus
o boterzuur
o azijnzuur (een van de bronnen van methaan)
o propionzuur (als deze wegvalt: kans op acidose want lactaat stapelt op)
dieren die traagverteerbare voeder krijgen (meer vezel) dan krijg je meer azijnzuur en dus meer
methaan: meer krachtvoer= minder methaan (maar krachtvoer heeft een veel grotere CO2-
foodprint dan ruwvoer).
Methaan is heel energierijk maar de koe kan het niet benutten: is een energetische verliespost
dus de koe wilt het liefst ook zo weinig mogelijk methaan maken.
, Eindresultaat fermentatie:
Belang van de verhouding
- azijnzuur = stuge trage vezelrijke fermentatie
- propionzuur = fellere fermentatie (butenpulp bijvoorbeeld)
azijnzuur:propionzuur verhouding x-as
efficientie waarmee metaboliseerbare energie wordt benut y-as
optimum zit bij een goede
azijnzuur/propionzuur verhouding
te weinig azijnzuur: te weini korte
vetzuursynthese
te weinig propionzuur: tekorten
voor de gluconeogenese
pathway.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Milanugent5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R137,97. You're not tied to anything after your purchase.