Politiek, afgeleid van polis wat ‘city-state’ betekend, is een contested concept,
mensen zijn het er fundamenteel over oneens. Het wordt onder meer gezien als:
1. De kunst van overheidsbestuur > politiek als een
arena/locatie
2. Publieke zaken
3. Compromis en consensus
4. Uitoefening van macht > politiek als een proces
Politiek als een arena: gedrag wordt politiek door de plaats waar het zich bevindt.
Politiek als een proces: gedrag wordt politiek door gedrag dat onderscheidende
kenmerken of kwaliteiten vertoont en dus kan plaatsvinden in elke en misschien
alle sociale contexten.
Politiek als de kunst van overheidsbestuur (Chancellor Bismarck)
(arena)
Politiek is geen wetenschap, maar een kunst. De kunst van het bestuur, het
uitoefenen van controle binnen de samenleving door het nemen en handhaven
van collectieve beslissingen. De klassieke definitie van politiek, ontwikkeld vanuit
de oorspronkelijke betekenis van de term in Griekenland (polis = stadstaat).
Moderne vorm is ‘wat de staat betreft’.
David Easton definieert politiek als de gezaghebbende toewijzing van waarden.
Hiermee bedoelde hij dat politiek de verschillende processen omvat waarmee de
overheid reageert op druk van de grotere samenleving, met name door
voordelen, beloningen of sancties toe te kennen.
Niccolo Machiavelli (1469-1527), Italiaanse politicus en auteur, bekend door zijn
boek ‘The Prince’ waarin hij een handleiding schreef voor de volgende prins van
een verenigd Italië. Het boek bevat raadgevingen voor vorsten over hoe ze hun
staat moeten besturen. Voornaamste bezigheid van een vorst moest
bemachtigen, consolideren en in stand houden van macht zijn.
Politiek als publieke zaken (arena)
In de tweede en bredere opvatting van politiek wordt politiek gezien als ‘het
openbare leven’ of ‘publieke zaken’. Met andere woorden het onderscheid tussen
het politieke en het niet-politieke valt samen met de scheiding tussen een
wezenlijk publieke levenssfeer en wat als een privésfeer kan worden beschouwd.
Aristoteles: ‘de mens is van nature een politiek dier’, waarmee hij bedoelde dat
mensen alleen binnen een politieke gemeenschap een goed leven kunnen leiden.
De instituties van de staat (het staatsapparaat, de rechtbanken, de politie, het
leger, de sociale zekerheid) kunnen worden beschouwd in de zin dat zij
verantwoordelijk zijn voor de beïnvloeding.
De opvatting van politiek als een publieke activiteit heeft positieve en negatieve
beelden opgeleverd. In een traditie die teruggaat tot Aristoteles wordt politiek
juist vanwege het ‘openbare’ karakter gezien als een nobele en verlichte
bezigheid. Dit standpunt is stevig onderschreven door Hannah Arendt (1906-
1975), die in The Human Condition (1958) betoogde dat politiek de belangrijkste
vorm van menselijke activiteit is omdat het gaat om interactie tussen vrije en
gelijkwaardige burgers. Theoretici als Jean-Jacques Rousseau en John Stuart Mill
,die politieke participatie als een goed op zich afschilderde, hebben soortgelijke
conclusies getrokken.
Politiek als compromis en consensus (proces)
De derde opvatting van politiek heeft geen betrekking op de arena waarbinnen
de politiek zich bevindt maar op de manier hoe beslissingen worden gemaakt.
Politiek wordt gezien als een bijzonder middel om conflicten op te lossen: dat wil
zeggen door compromissen, verzoening en onderhandeling, in plaats van door
geweld en macht.
“Politiek is de activiteit waarmee verschillende belangen binnen een bepaalde
regeleenheid worden behartigd door hen een aandeel in de macht te geven in
verhouding tot hun belang voor het welzijn en het voortbestaan van de hele
gemeenschap (Bernard Crick)”.
Politiek als uitoefening van macht (proces)
De vierde definitie van politiek is de meest brede en radicale definitie. In plaats
van politiek te beperken tot een bepaald gebied (de overheid, de staat of het
‘publieke’ domein), ziet deze visie de politiek aan het werk in alle sociale
activiteiten en in elke hoek van het menselijk bestaan. Politiek staat centraal in
alle collectieve sociale activiteiten, formeel en informeel, openbaar en privé, in
alle menselijke groepen, instellingen en samenlevingen. Kan zowel binnen
families als onder naties en op het wereldtoneel.
Drie gezichten van macht
Men kan zeggen dat macht wordt uitgeoefend wanneer A, B iets laat doen dat B
anders niet zou hebben gedaan. A kan B echter op verschillende manieren
beïnvloeden. Hierdoor kunnen we onderscheid maken tussen verschillende
dimensies of gezichten van macht:
1. Macht als besluitvorming (Robert Dahl): bestaat uit bewuste acties die
op de een of andere manier de inhoud van beslissingen beïnvloeden.
2. Macht als agendasetting (Bahrach en Baratz): het vermogen te
voorkomen dat beslissingen worden genomen. Dit omvat het vermogen
om de politieke agenda te bepalen of te controleren, waardoor wordt
voorkomen dat problemen of voorstellen in de eerste plaats worden
uitgezonden. Voorbeeld is dat particuliere bedrijven een machtsbad
uitoefenen door campagne te voeren om de voorgestelde wetgeving
inzake consumentenbescherming teniet te doen (eerste gezicht) en door
te lobbyen bij partijen en politici om te voorkomen dat de kwestie van
consumentenrechten publiekelijk wordt besproken (tweede gezicht).
3. Macht als gedachtecontrole (Lukes): het vermogen om een ander te
beïnvloeden door vorm te geven aan wat hij of zij denkt, wilt of nodig
heeft. Dit is macht die wordt uitgedrukt als ideologische indoctrinatie of
psychologische controle, volgens Lukes ‘de radicale kijk op macht’.
Voorbeeld is vermogen van reclame om de smaak van de consument vorm
te geven.
Voorstanders van de opvatting van politiek als macht (perspectief van Harold
Laswell) zijn onder meer de feministen en marxisten.
Feministen: De opkomst van de vrouwenbevrijdingsbeweging in de jaren
zestig en zeventig, die groeiende belangstelling voor het feminisme met
zich meebracht, stimuleerde een radicaler denken over de aard van het
politieke. Moderne feministen hebben niet alleen getracht de arena’s
waarin politiek kan worden gezien uit te breiden, een notie die het meest
moedig werd beweerd door de radicale feministische slogan “het
, persoonlijke is het politieke”, maar ze hebben ook de neiging gehad om
politiek te zien als een proces, een met betrekking tot de uitoefening van
macht over anderen (Kate Millett in Sexual Politics, 1970).
Marxisten: hebben de term ‘politiek’ in twee betekenissen gebruikt. Als
eerste politiek in conventionele zin om te verwijzen naar het
staatsapparaat, dus politieke macht als georganiseerde macht van de ene
klasse om de andere klasse te onderdrukken. Politiek, recht en cultuur
maken deel uit van de ‘bovenbouw’ die zich onderscheidt van de
economische basis die het echte fundament vormt van het sociale leven.
Op een dieper niveau is politieke macht in deze visie geworteld in het
klassensysteem; zoals Lenin het uitdrukte, ‘politiek is de meest
geconcentreerde vorm van economie’. Marxisten geloven dat ‘het
economische politiek is’.
De filosofische traditie
De oorsprong van politieke analyse gaat terug naar het oude Griekenland en een
traditie die gewoonlijk ‘politieke filosofie’ wordt genoemd. Dit hield een
bevooroordeeldheid met belangrijke ethische, dwingende of normatieve vragen,
reflecterend op een bezorgdheid over ‘wat zou moeten’ in plaats van wat ‘is’.
Plato en Aristoteles worden gezien als de grondleggers van deze traditie. Deze
geschriften hebben de basis gevormd van de ‘traditionele’ kijk op politiek.
De empirische traditie
Deze traditie is terug te voeren naar het vroege politiek denken. In veel
opzichten vormen dergelijke geschriften de basis van wat nu ‘vergelijkende
regering’ wordt genoemd, en ze gaven aanleiding tot een institutionele
benadering van de discipline. De empirische benadering van politieke analyse
wordt gekenmerkt door de poging om een nuchtere en onpartijdige weergave
van de politieke realiteit te bieden. De benadering is ‘beschrijvend’ in de zin dat
ze probeert te analyseren en te verklaren, terwijl de normatieve benadering
prescriptief is, in die zin dat ze oordelen en aanbevelingen doet.
Behaviouralisme: de overtuiging dat sociale theorieën alleen moeten worden
geconstrueerd op basis van waarneembaar gedrag wat kwantificeerbare
gegevens oplevert voor onderzoek.
Rationele-keuze theorie: deze benadering van analyse leunt sterk op het
voorbeeld van de economische theorie bij het opbouwen van modellen op basis
van procedurele regels, meestal over het rationeel egoïstische gedrag van de
betrokken individuen. Kritiek op de rationele-keuze theorie is dat door uit te gaan
van een abstract model van het individu, onvoldoende aandacht aan sociale en
historische factoren wordt besteed, onder meer door niet te erkennen dat
menselijk eigenbelang sociaal geconditioneerd kan zijn en niet aangeboren.
Karl Marx kan worden gezien als de eerste persoon die het woord politiek heeft
omschreven in wetenschappelijke termen. Hij gebruikt hiervoor zijn zogenaamde
‘materialistische opvatting van geschiedenis’.
Postculturalisme: benadrukt dat alle ideeën en concepten worden uitgedrukt in
taal die zelf verstrikt is in complexe relaties van macht.
, ‘Positionality’ en hoe het uitmaakt
Jouw positie in de maatschappij bepaald wat je ziet – en wat je belangrijk
vindt.
Mensen in een dominante positie bepalen welke problemen belangrijk zijn
en wat voor kennis nodig is om die aan te pakken.
In Amerikaanse Politicologie: meer dan 65% man, meer dan 90% wit.
Analytische gereedschappen
Concepten: een idee over iets, vaak een woord of een korte zin. Is meer
dan een normale naam. Concept van een kat is bijvoorbeeld ‘harig
zoogdier’.
Modellen: breder dan een concept. Omvat een reeks ideeën i.p.v. één idee.
Een representatie van iets, een poppenhuis of modelvliegtuig.
Theorieën: conceptuele constructies die worden gebruikt als instrumenten
voor politieke analyse. Strikt gezien is een theorie een propositie. Het biedt
een systematische verklaring voor een verzameling empirische gegevens.
Een model hiervan is slechts een verklarend hulpmiddel. Theorie is waar,
model is nuttig.
Deze 3 factoren hebben allerlei effecten op ons politiek systeem model.
Politiek systeem model
Er zit een filter tussen ons (de burger) en de overheid. Wat wij belangrijk vinden
op de politieke agenda kan erg verschillen van wat er uiteindelijk uitkomt
(output). De gatekeepers werken als filter van wat er in- en uitgaat (wat zij
belangrijk vinden).
Vroeger was er een duidelijke scheiding tussen de verschillende soorten politiek
(internationaal en landelijk). Tegenwoordig mengt het allemaal meer samen
(wereldwijd, regionaal, lokaal en nationaal).
Input: bestaat uit eisen en steun van het grote publiek.
Output: beslissingen en acties van de overheid, waaronder het maken van beleid,
aannemen van wetten etc. deze output genereert feedback, die op zijn beurt
verdere eisen en ondersteuning vormt.
Soevereiniteit: de hoogste autoriteit van de staat, een harde schil die de
binnenkant van de politiek van de buitenkant scheidt. Politiek heeft binnen een
ordelijk karakter, voortkomend uit het vermogen van de staat binnen de
huiselijke sfeer om heerschappij van bovenaf op te leggen. Buiten heeft de
politiek een anarchistisch karakter, afgeleid van het feit dat er geen gezag is in
de internationale sfeer hoger dan de soevereine staat. Als politieke activiteit niet
langer gezien kan worden als binnenlandse en internationale sferen, kan politiek
het best worden begrepen in termen van overlappingen en onderlinge relaties
tussen een aantal sferen: mondiaal, regionaal, nationaal en lokaal.
Wat is een politieke ideologie?
Vanuit sociaalwetenschappelijk oogpunt is een ideologie een min of meer
samenhangend geheel van ideeën dat een basis vormt voor georganiseerd
politiek handelen, of dat nu bedoeld is om het bestaande systeem van
machtsverhoudingen in stand te houden, te wijzigen of omver te werpen. Alle
ideologieën bieden daarom (1) een weergave van de bestaande orde, meestal in
de vorm van een wereldbeeld, (2) bieden een model van een gewenste toekomst,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studerenmet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R127,43. You're not tied to anything after your purchase.