100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting literatuur Leerproblemen: signalering en interventie (6473LPSI) R153,87   Add to cart

Summary

Samenvatting literatuur Leerproblemen: signalering en interventie (6473LPSI)

1 review
 108 views  19 purchases
  • Course
  • Institution

Een samenvatting van alle opgegeven literatuur voor het vak Leerproblemen: Signalering en Interventie (6473LPSI). De titels van de artikelen die in deze samenvatting aan bod komen, zijn: 1. Evidence-Based Assessment: Best Practices, Customary Practices, and Recommendations for Field-Based Assessm...

[Show more]

Preview 3 out of 30  pages

  • March 23, 2023
  • 30
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: liannekromhout • 1 year ago

avatar-seller
COLLEGE 1: INTRO & EVIDENCE-BASED WERKEN

GROSS, T. J., FARMER, R. L., & OCHS, S. E. (2019). EVIDENCE-BASED ASSESSMENT: BEST
PRACTICES, CUSTOMARY PRACTICES, AND RECOMMENDATIONS FOR FIELD-BASED
ASSESSMENT. CONTEMPORARY SCHOOL PSYCHOLOGY, 23, 304–326.
Evidence-based assessment (EBA) = het gebruik van door onderzoek ondersteunde en theoretisch
verantwoorde instrumenten en praktijken voor het verzamelen en interpreteren van informatie om tot
levensvatbare diagnostische en behandelbeslissingen te komen.
Veelvoorkomende problemen van EBA:
 een gebrek aan definitieve beoordelingsprocedures of richtlijnen met betrekking tot
probleemidentificatie, en vaak wordt er binnen een categorische taxonomie een grote
verscheidenheid aan problemen waargenomen;
o gelijktijdig optredende symptomen
o pogingen om meerdere informatiebronnen samen te voegen
o integratie van tegenstrijdige informatie
o veranderingen in het probleem vanwege heterotypische continuïteit
o individuele behoeften zijn eerder dimensionaal dan categorisch
Drie soorten beoordelingen waar school psychologen veelvuldig gebruik van maken en waarvan ze behoefte
hebben aan duidelijkheid rondom evidence-based praktijken zijn: gestandaardiseerde tests, screening, en
gedragsevaluatie.

Gestandaardiseerd testen – intelligentie en prestaties
Er zijn twee kwaliteiten die een score moet hebben om bruikbaar te zijn: (1) de score moet aan bepaalde
betrouwbaarheidscriteria voldoen en (2) de score moet valide zijn.
Consequent is de overkoepelende intelligentiesamenstelling - representatief voor algemene intelligentie, of g –
de meest betrouwbare en geldige score beschikbaar op intelligentietests.
Professionals worden aangemoedigd om de interpretatie van cognitieve instrumenten te concentreren op het
IQ, omdat dit de meest (1) psychometrisch verantwoorde, (2) voorspellende en (3) pragmatische score is.
Scores van gestandaardiseerde prestatietests zijn inhoudsvalide metingen van wiskunde, lezen, geschreven taal
en aanverwante academische composities.
Los van of we het nu hebben over het interpreteren van een IQ of een samengestelde meting, worden
professionals eraan herinnerd dat geen enkele test perfect is - dat alle psychologische metingen fouten met
zich meebrengen. Daarom moeten we altijd rekening houden met het betrouwbaarheidsinterval bij het
interpreteren van scores van psychologische instrumenten.
Gerelateerd aan het feit dat de tests die we gebruiken tijdens het diagnostisch proces niet perfect zijn, zijn
onderzoekers begonnen aan het afraden van het gebruik van rigide afbakeningen, zoals intellectuele handicap
waarvoor een IQ van 70 of lager vereist is – als diagnosecriteria.
Naast de foutenmarge die inherent is aan gestandaardiseerde tests, kunnen externe invloeden – construct-
irrelevante invloeden – de betekenis van testresultaten beïnvloeden door fouten te introduceren.
 Een methode om de invloed van construct-irrelevante invloeden te minimaliseren is simpelweg om
voorafgaand aan het testen te screenen op uitdagingen die de testvaliditeit kunnen verminderen.
 Het is waarschijnlijk dat de culturele achtergrond van een cliënt zijn/haar prestaties op
gestandaardiseerde instrumenten zal beïnvloeden, gezien hun grote afhankelijkheid van
leergeschiedenis en daarom is het noodzakelijk voor professionals om vertrouwd te raken met de
achtergrond van hun cliënt om hun testresultaten correct te interpreteren.
Veelgebruikte strategieën raden professionals aan om de deelscores in intelligentietesten te analyseren. Het
achterliggende idee is dat tekorten in een specifiek cognitief gebied informatief kunnen zijn voor het
diagnosticeren, classificeren of het ontwikkelen van een behandeling. Het analyseren van deelscores leidt
echter tot een toename van valse negatieven in de diagnose van een verstandelijke beperking.

Screening
Screening = het gebruik van brede uitkomstmaten voor het beoordelen van individuele of collectieve
risiconiveaus voor tekorten, in het bijzonder voor academische of sociale vaardigheden.
 Belangrijk want het kan stagnerende leerlingen identificeren. Daarnaast helpt het bij het monitoren
van vaardigheidsontwikkeling en symptoomafname.

,  Kenmerken van goedwerkende screening methoden zijn onder meer:
o betrouwbaarheid en sociale validiteit;
o reactievermogen op verandering;
o routinematige administratie;
o globale en specifieke informatie met betrekking tot vaardigheidsniveau;
o administratiegemak;
o en algemeen nut.

Academische screening
 leesvaardigheden
o foneembewustzijn = individuele fonemen horen, identificeren en manipuleren tot woorden.
o fonetisch bewustzijn = ontwikkelen van associaties tussen letters en klanken.
o (vloeiend) lezen = het accuraat en vloeiend lezen van een tekst.
o woordenschat = essentiële woorden voor het communiceren en ontvangen van mondelinge
en geschreven communicatie.
o tekstbegrip = betekenis geven aan een tekst op een manier die leerlingen in staat stelt te
begrijpen wat er wordt gecommuniceerd en hoe ze de betekenis aan anderen kunnen
communiceren.
 schrijfvaardigheden
o kennis van het alfabet
o vloeiend handschrift
o spelling
o woordenschat
o zinsbouw
o schrijfstrategieën
 brainstormen, schetsen, doel stellen, zelfevaluatie
o kennis van genres
o De huidige screeningsmethoden omvatten eenvoudige verhaalstarters gedurende 3 tot 5
minuten en het interpreteren van telbare indices (bijv. totaal aantal geschreven woorden of
correct gespelde woorden) als een algemene maatstaf voor schrijfvaardigheid.
 rekenvaardigheden
o computation skills = het uitvoeren van standaard rekenkennis en -vaardigheden.
o application skills = toepassingsvaardigheden = het toepassen van rekenkennis en -
vaardigheden om (dagelijkse) problemen op te lossen.

Gedragsmatige screening
 sociale vaardigheden
o Sociale vaardigheden kunnen variëren van sociale vaardigheid tot externaliserende
problemen.
o sociale competentie = effectief navigeren tussen persoonlijke en omgevingstaken om in
iemands behoeften te voorzien op een manier die acceptabel is voor volwassenen en
leeftijdsgenoten.
 emotionele vaardigheden
o Emotionele vaardigheden kunnen variëren van emotionele competentie tot internaliserende
problemen.
o emotionele competentie = het vermogen om emotionele reacties te identificeren en te
beheersen in overeenstemming met de ontwikkelingsverwachtingen.
 academische gedragsvaardigheden
o motivatie = de bereidheid om een academische taak te proberen vanwege eerdere
succesvolle pogingen, de interesse in een onderwerp en het stoelen van doelen om
meesterschap aan te tonen.
o betrokkenheid = meedoen aan klassikale activiteiten die verband houden met instructie.
o studievaardigheden = gedragingen die nodig zijn om deel te nemen aan de instructie van
academische vaardigheden en deze vaardigheden met minimale hulp van een leerkracht of
zelfstandig onder de knie te krijgen.

, Gebruikelijke praktijken
Meestal worden preventie structuren gebruikt om vast te stellen hoe de problemen van een student kunnen
worden opgelost. In plaats van te begrijpen hoe vergelijkbare problemen van een groepsniveau tot een
individueel niveau moeten worden aangepakt om academisch en sociaal falen in onderwijsomgevingen te
voorkomen, zal het beleid waarschijnlijk een wait-to-fail methode onderschrijven. Bredere aspecten van het
welzijn van studenten worden genegeerd en screeningsmethoden worden op ongepaste wijze toegepast.
Universeel screenen wordt meestal inadequaat geïmplementeerd met veel vals positieve resultaten tot gevolg.
Dit kan worden toegeschreven aan problemen met het zien van een screening als:
 het vereisen van meer overweging i.p.v. op het eerste gezicht cut-off scores te gebruiken;
 ondergeschikt aan interventieselectie, i.p.v. een integraal onderdeel van interventieselectie;
 en een overmaat aan tijd en middelen uitgave.

Gedragsbeoordeling
Gedragsbeoordeling = een brede categorie van beoordelingsbenaderingen die de nadruk leggen op het meten
van waarneembaar, sociaal significant gedrag en de context(en) waarin het gedrag plaatsvindt.
Het doel van gedragsbeoordeling is meestal het beschrijven van gedrag, ontwikkelen van een behandeling en
monitoren van de uitkomsten van de behandeling.
Antecedent Variabele(n) die voorafgaan aan en invloed hebben op het optreden van een
gedraging
Contextuele variabelen Deze variabelen, ook wel instellingsgebeurtenis(sen) genoemd, bepalen de
context waarin het gedrag voorkomt (bijvoorbeeld tijdens het zelfstandig
lezen).
Individuele bemiddelende De voorkeuren, antipathieën en gevoeligheden van leerlingen kunnen zowel
variabelen motiverend als demotiverend werken en ze moeten worden beschouwd als de
beoordelings- en behandelplannen zijn ontwikkeld.
Individuele De vaardigheidstekorten van leerlingen kunnen op sociaal, academisch,
vaardigheidstekorten adaptief of communicatief domein zijn en kunnen fungeren als motiverende
operaties.
Motiverende operaties Variabelen die de waarde van een bepaalde bekrachtiger verhogen of verlagen
en, als gevolg daarvan de kans op betrokkenheid van het individu vergroten of
verkleinen in gedragingen die leiden tot die specifieke bekrachtigers.
Discriminerende stimulus Variabele(n) die de beschikbaarheid van bekrachtiging aangeeft.
Gevolgen van gedrag Nauw verwant aan de functie van gedrag; de gevolgen van gedrag zijn die
variabelen die onmiddellijk volgen op het optreden van een gedraging en
vergroten de kans op het gedrag.
Een uitgebreide gedragsbeoordeling is er een die probeert om individuele en contextuele variabelen te
verduidelijken door middel van een variëteit van indirecte en directe beoordelingsprocedures, naast het
bepalen van de functie van het gedrag.
Er moet informatie worden verzameld over omgevingsinvloeden, inclusief antecedenten van gedrag en
contextuele variabelen. Individuele beoordelingsgebieden moeten individuele bemiddelende variabelen
omvatten, zoals voorkeuren of afkeer, individuele vaardigheid en sterke en zwakke punten, motiverende
operaties, discriminerende stimuli en gevolgen van gedrag.

Assessment theory
Beoordelingsprofessionals moeten starten met de assumptie dat er geen prestatieverschillen zijn tussen de
leerling en haar ‘normaal’ ontwikkelende leeftijdsgenoten (de nulhypothese). Ieder stukje beoordelingsdata
heeft de potentie om de nulhypothese te ondersteunen of ontkrachten. Met andere woorden, als de prestaties
van de student op meerdere beoordelingen verschillen, is het waarschijnlijk dat er een behoefte is aan
ondersteuning.


LILIENFELD, S. O., AMMIRATI, R., & DAVID, M. (2012). DISTINGUISHING SCIENCE FROM
PSEUDOSCIENCE IN SCHOOL PSYCHOLOGY: SCIENCE AND SCIENTIFIC THINKING AS SAFEGUARDS
AGAINST HUMAN ERROR. JOURNAL OF SCHOOL PSYCHOLOGY, 50(1) , 7-36.

In schoolpsychologie, cognitieve fouten zijn vooral problematisch wanneer ze bijdragen aan de acceptatie van
pseudowetenschappelijke praktijken – praktijken die wetenschappelijk onderbouwd lijken, maar dat niet zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oudenaarden16. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R153,87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R153,87  19x  sold
  • (1)
  Buy now