1.1 INLEIDING
Personenbelasting: de belasting waaraan de natuurlijke persoon in België onderworpen is.
Vóór de zesde staatshervorming hadden de gewesten maar een beperkte bevoegdheid om
eigen accenten te leggen in hun regionaal fiscaal beleid.
De BFW (Bijzondere financieringswet van 06/01/2014) heeft de Belgische personenbelasting
veranderd.
Vroeger werd de geïnde federale personenbelasting via ‘dotaties’ (overdrachten) verdeeld
over de gewesten voor de financiering van het gewestelijke beleid.
Nu wordt de personenbelasting voor het overgrote deel bepaald door de federale overheid
en krijgen de gewesten onmiddellijk, per belastingplichtige, een deel doorgeschoven waarop
ze o.a. zelf belastingverminderingen kunnen toepassen. Niet alle belastingverminderingen
zijn gewestelijk. Er zijn er nog heel wat die federale materie blijven.
Voorbeeld: Je gaat een lening aan voor de aankoop van een gezinswoning. Vóór deze
bijzondere financieringswet werd de belastingvermindering federaal geregeld. Dit betekent
dat de voorwaarden en de grootte van de belastingvermindering voor een dergelijke lening
federale materie waren en dus voor elke staatsburger hetzelfde waren.
Nu krijgen de gewesten onmiddellijk na het bepalen van het basisbedrag van de
personenbelasting een deel van die personenbelasting toebedeeld waarop ze ‘eigen’
belastingverminderingen kunnen toekennen.
In dit voorbeeld bepalen de gewesten nu zelf de voorwaarden en de grootte van de
belastingvermindering voor de lening voor de gezinswoning. Niet alle
belastingverminderingen zijn gewestelijke materie; sommigen blijven ook federale materie.
(De aankoop van een tweede verblijf aan zee. Als je hiervoor een lening afsluit zal de
eventuele belastingvermindering geregeld worden op federaal niveau.)
Vlaktaks = inkomstenbelasting waarbij iedereen hetzelfde belastingen percentage heeft.
De gewesten hebben wel geen enkele bevoegdheid om het taxatiepercentage, de
belastbare grondslag, de deelinkomsten die onderworpen zijn aan de personenbelasting te
bepalen of te wijzigen.
Pagina 1 van 47
,1.2 WIE IS ONDERWORPEN AAN DE PERSONENBELASTING?
Rijksinwoner (natuurlijk persoon)
Federale belasting
Ieder natuurlijk persoon die op 01/01 aanslagjaar in België zijn woonplaats heeft.
Inwoner gewest
Gewest belasting
Gewest waar de belastingplichtige op 01/01 aanslagjaar zijn verblijfplaats heeft.
1 fiscale woonplaats per belastbaar tijdperk
Vb. p11 onderaan (verhuis van Jan)
Je wordt getaxeerd op je wereldwijd inkomen (wel ‘dubbelbelastingverdragen’!) Heel wat
landen hebben met elkaar dubbelbelastingverdragen afgesloten om te vermijden dat een
inkomen dubbel getaxeerd wordt (in beide landen bijvoorbeeld…).
P14
Linkse grijze kader: federale belastingvermindering
Rechtse grijze kader: gewestelijke belastingvermindering
Voorbeeld: Jan is gedomicilieerd in België. Elke dag gaat hij werken in Rijsel. Wordt hij belast
in Frankrijk (werkstaat?) of wordt hij belast in België (woonstaat). Als beide landen een
afzonderlijk principe (werkstaatprincipe/woonplaatsprincipe) zouden toepassen, dan zou Jan
twee keer belast worden. Er zijn in de dubbelbelastingverdragen specifieke regels om
dubbele belasting te vermijden.
“Nombis in idem”: niet meerdere keren belast worden op een inkomen
“Abatement”: korting krijgen
Stel je ging een lening aan voor de eigen gezinswoning: gewestelijke
belastingvermindering
Stel je gaat een lening aan voor een 2de verblijf (bv. Appartement aan zee): federale
belastingvermindering
Belastingtarief, bepaling belastbare basis, … blijft een federale materie
Wij beperken ons ook tot de codes (indien van toepassing) in het Vlaamse gewest
1.3 BELASTBARE OVERHEDEN
Federale overheid, gewest en gemeente via de AGBP (aanvullende gemeentebelasting op
personenbelasting).
Inkomstenjaar: jaar waarin er een inkomen behaald werd
Aanslagjaar: jaar waarin het inkomen wordt getaxeerd of aangeslagen
Personenbelasting ‘kalenderjaarprincipe’
1.5 AANGIFTE EN AANSLAGBILJET
Aangifte: document waarop je je inkomsten, jouw belastingverminderingen, … aangeeft.
Aanslagbiljet: document van de fiscus waarop de belastingberekening gedetailleerd staat
uitgelegd. Dit document geeft ook aan of je belastingen dient te betalen of je er terugkrijgt.
In de aangifte vind je codes terug:
Beginnend met 1 & 2: federaal
Beginnend met 3 & 4: gewestelijk
1.6 INDELING BELASTBARE INKOMSTEN
4 categorieën inkomsten in personenbelasting:
Onroerende inkomsten (huuropbrengsten, fictieve inkomsten bij bezit van eigendom)
Roerende inkomsten (intresten, dividenden)
Beroepsinkomsten (lonen, wedden, bezoldigingen bedrijfsleiders, winsten van
zelfstandigen, werkloosheidsuitkering)
Diverse inkomsten (ontvangen onderhoudsuitkeringen)
De meeste inkomsten worden gezamenlijk (=samengesteld) belast tegen het progressieve
tarief
Sommige inkomsten worden afzonderlijk belast tegen een specifiek %.
Pagina 3 van 47
, 1.7 BELASTINGPRINCIPE
De meeste inkomsten worden gezamenlijk belast. Dit betekent dat ze worden
samengesteld.
Voorbeeld: Een belastingplichtige heeft beroepsinkomsten en onroerende inkomsten
aangegeven in zijn aangifte. Ervan uitgaande dat de beroepsinkomsten niet onder een
specifiek percentage worden belast, worden deze samengeteld met de onroerende
inkomsten.
Sommige inkomsten worden afzonderlijk belast (=aan een specifiek %). Deze afzonderlijke
taxatie wordt enkel toegepast als dit voor de belastingplichtige voordeliger is. Mocht blijken
(de fiscus controleert dit) dat het afzonderlijk belasten van een bepaald inkomen een hogere
personenbelasting oplevert dan wanneer men de inkomsten toch allemaal zou samentellen,
dan zal de fiscus de gezamenlijke taxatie toepassen.
Je wordt steeds belast op netto-inkomsten (inkomsten – kosten). Per deelinkomen worden
er kosten op in mindering gebracht. Forfaitair of werkelijke kosten.
1.8 ALLEENSTAANDE (P19)
Alleenstaanden ondergaan een aparte/eigen/individuele aanslag (= taxatie) per ‘persoons’.
Wie wordt er beschouwd als alleenstaande?
Niet gehuwd, niet samenwonend
Jaar van huwelijk, wettelijk samenwoning
Jaar van overlijden (Keuze voor gezamenlijk aanslag kan!)
Jaar van vonnis echtscheiding of beëindiging wettelijke samenwoning
Jaar + 1 waarin de feitelijke scheiding van gehuwden/wettelijk samenwonenden
plaatsvond
Voorbeeld: Jan en Miet leren elkaar kennen in 2022. Ze wonen feitelijk samen vanaf
04.05.2022. Voor het inkomstenjaar 2022 dienen ze elk een aparte aangifte in.
Voorbeeld: Griet en Piet zijn al sinds 2017 feitelijk samenwonend. In 2022 zijn ze gehuwd. Tot
en met het inkomstenjaar 2022 dienen ze een aparte aangifte (wat leidt tot individuele
aanslag) in. Voor het inkomstenjaar 2023 (aanslagjaar 2024) zullen ze een gezamenlijke
aangifte indienen (en een gemeenschappelijke aanslag ondergaan).
Pagina 4 van 47
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jappieeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R117,47. You're not tied to anything after your purchase.