100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Overzicht van de Historische Kritiek R229,63   Add to cart

Summary

Samenvatting - Overzicht van de Historische Kritiek

2 reviews
 309 views  21 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een complete samenvatting van het vak 'Historische Kritiek', het bevat alle te kennen thema's + extra lessen en samenvatting van de te kennen artikels. Ik heb met deze samenvatting een 15/20 gehaald.

Preview 8 out of 67  pages

  • July 5, 2023
  • 67
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: robbendm • 1 month ago

review-writer-avatar

By: aukedheygere • 6 months ago

avatar-seller
OVERZICHT VAN DE
HISTORISCHE KRITIEK
Samenvatting




Joren Brauwers
Academiejaar 2022-2023

, OVERZICHT VAN DE HISTORISCHE
KRITIEK
INLEIDING

HISTORISCHE KRITIEK

WAT IS HISTORISCHE KRITIEK
Historische kritiek = Systematische kritische reflectie bij verzamelen, evalueren en verwerken van informatie. Het is een
Essentiële academische vaardigheid, het is dus zeer belangrijk voor elke wetenschapper, maar eigenlijk ook voor gewone
burgers. Het is namelijk veel makkelijker om in de hedendaagse samenleving (met fake news,..) te kunnen navigeren als je
de vaardigheden mee hebt van de historische kritiek

Er zijn verschillende soorten informatiebronnen (kranten, nieuws, boeken,…). Nu wanneer men eigenlijk kijkt naar deze
bronnen moet men altijd KRITISCH zijn. Men moet nagaan wie dat de bron heeft opgesteld, waarom/met welke intentie,
welke taal men heeft gebruikt, in welke maatschappelijke context dat men deze heeft opgesteld.
 Nu deze kritische houding, moet men vandaag de dag nogsteeds hanteren, maar meestal gaat het hierbij over
bronnen uit het verleden (daarom ook Historische kritiek)
 Bij deze Historische kritiek is Kennis noodzakelijk over bron en haar kenmerken
o MEN MOET DUS Kritisch en correct naar waarde schatten (informatie)bron
 Externe en interne kritiek (kijk later)
 Externe kritiek: het heeft als hoofddoel om de bron zelf contextualiseren (dus NOG
NIET =/= interpreteren)
o Achterhalen wat de context is van de bron: Wie is de schrijver? Waar en
wanneer? Kopie of origineel? Authentiek of Plagiaat??
 Interne kritiek = kijken naar de inhoud van de bron/inwendige historische kritiek

RELEVANTIE VANDAAG?
We zitten in een periode waar er veel desinfo is, complotdenkers, … Alles wat over de werkelijkheid wordt meegedeeld
wordt bepaald door het nieuws dit kan echter Vaak gemanipuleerd worden. Manipuleren van de waarheid. Al deze
elementen zijn vandaag de dag zeer aanwezig dus is dit vak wel relevant.
 Door de vaardigheden van Historische kritiek kan men waarheden van leugens onderscheiden, omgaan met fake
news, massamedia, eindwerk maken,…

WAAROM CENTRALE KWESTIE VOOR HISTORICI?
Eind 19e E is geschiedswetenschap is een uitgebouwde dicipline (crimi en psycho etc zijn nog aan het opkomen). Historici
worden geconfronteerd met het probleem dat ze niet kunnen observeren, je kan het verleden niet terughalen want het is
voorbij.
Vraag: hoe doen we dit? Hoe kunnen we weten wat in het verleden is gebeurd?
We halen het verleden terug door bronnen. Dit zijn sporen en restanten die info geven over het verleden. Ze zijn door de
mens in het verleden gemaakt.
Kenmerkend aan bronnen is dat ze nooit de werkelijkheid van het verleden bevatten. Het gaat over sporen en fragmenten.
Ze vinden enkel maar een paar puzzelstukjes.
De geschiedschrijving is wat historici vertellen over het verleden. Ze proberen dit zo objectief mogelijk te doen adhv
bronnen die ze vinden (veel bronnen zijn ook verloren). De geschiedschrijving is dus een selectie uit de werkelijkheid.
Als je de hele tijd maar een beperkte selectie aan data hebt, heb je maar een beperkt verhaal.
.




1

,KERNPROBLEEM: RELATIE FEIT-VERHAAL

1. De bron (bvb. ooggetuige) geeft reeds interpetatie van feiten
2. De onderzoeker evalueert & interpreteert deze bron opnieuw
3. De onderzoeker bouwt een bredere interpretatie tot rapport

In elke van die stappen zit er een soort van selectiviteit, een eigen perspectief

Er is een hele keten voor dat een onderzoeker een
rapportering heeft. Je zoekt een bepaalde bron waar je data
kan uithalen omdat te gaan onderzoeken. Dan ga je die data
gaan ordenen en je afvragen hoe je dit moet interpreteren.
En dan ga je daar een rapport/verslag over schrijven, waar er
terug keuzes gemaakt worden. Na al deze stappen moeten we
kijken in welke mate het rapport overeenkomt met de
werkelijkheid. Het vraagteken staat dus voor selectie, want
het is nooit 1 visie over de werkelijkheid. Er is geen 1
geschiedenis, maar meerdere verhalen over de geschiedenis.

De illusie van “objectieve waarneming”
 Elke weergave van feiten = selectief
o Elke waarneming van feiten is dus selectief en ook subjectief (men gaat het bekijken uit een
bepaalde invalshoek, dit waarnemen is eigenlijk hetzelfde als het interpreteren van feiten, er is
GEEN PRINCIPIEEL VERSCHIL tussen waarneming van feiten en interpreteren van feiten
 ZE GEBEUREN ALLEBEI SUBJECTIEF EN SELECTIEF, dus wij kunnen nooit feiten OBJECTIEF
WAARNEMEN, kijken het altijd vanuit een bepaald standpunt/invalshoek
 Men is NOOIT NEUTRAAL, wat wel nodig is bij een objectieve
waarneming/interpretatie van feiten, men wordt altijd beinvloedt door emoties,
politieke voorkeur, levensbeschouwing, opleiding,…
 We moete dus OPLETEN voor naïeve interpretatie, dit zijn interpretaties die duidelijk subjectief zijn
o Subjectiviteit van waarneming duidelijker aan de orde bij controversiële (aspecten van)
feiten/contrasterende waarnemingen
 We moeten eigenlijk streven naar “objectieve feiten” = algemeen geaccepteerde interpretaties
o Hier streven historici naar, op basis van Historische kritiek

Een feit wordt vastgesteld als objectief en vaststaand. Vroeger met het Empirisme, dacht men dat men altijd
objectief is. Namelijk “empirisme: via directe zintuigelijke waarneming tot waarachtige kennis komen”, men
veronderstelt dus dat men objectief feiten kan waarnemen omdat men deze heeft gezien, DIT IS ECHTER NIET
WAAR, want deze waarneming is gebaseerd op detectie en identificatieprocessen, deze zijn aangeleerd. Het is dus
afhankelijk van onze eigen referentiekader, op basis van wat onze opleiding, sociale/culturele context,.. MEN GAAT
DUS EEN INTERPRETATIE MAKEN VAN DE GEBEURTENIS
 Getuigenissen geven geen feiten, maar uitspraken over feiten (deze zijn subjectief, awant men kijkt naar
de feiten door een bepaalde bril/referentiekader
Voorbeeld: het einde van louis XVI

Hij gaat onder de guiotine, hij wordt terechtgesteld. 2 welgestelde mannen waren getuigen en hebben
bronnen achtergelaten. Jean en Pierre schrijven een fragment in hun dagboek over de terechtsteling.
Pierre is een royalist, dit betekent dat hij een aanhanger is van Louis XVI. Jean is een revolutionair, en
wil niks te maken hebben met de vorsten. Pierre zal in zijn dagboek schrijven “de koning werd door het
gepeupel vermoord” dit toont aan dat hij er niet meer akkoord was. Jean noteert “Burger Capet werd
door de beul terechtgesteld. Hij gebruikt Capet, dit is de echte achternaam van de koning, ook gebruikt




2

,hij niet het woord vermoord maar terechtgesteld. Feiten (Louis XVI is onder de guiolttine gegaan) en
uitspraken over feiten (de uitspraken van de 2). Wie heeft er gelijk? Niet 1 van beide, de royalist is meer
koningsgezind, dus zijn versie zullen we zo moeten interpreteren. En jean is een revolutionist dus een
andere visie en dus anders gaan interpreteren.



DEEL 1: DE BRON, BOUWSTOF
VOOR DE KENNIS
DE NOTIE BRON

INTRODUCTIE

 Afstand feit-bron
o Als iemand een feit interpreteert (of observatie uitvoert van een onderzoek), kan hij hierbij bijna
nooit volledig neutraal zijn.
o Hierdoor is er dus een afstand mogelijk tussen het eigenlijke feit dat gebeurd is en dan de bron
over dat feit (want diegene die de bron heeft geschreven is bijna nooit neutraal)
 Dus je moet kritisch staan tegenover bronnen
 Nut van de historische kritiek  het kritisch evalueren en interpreteren van bronnen
o Wat is actuele relevantie?
 Informatiebronnen die aanleunen tegen de massamedia, met deze informatie moet je
kritisch omgaan (propaganda,…)
o Wat is criminologische relevantie?
 Op de juiste wijze uw eigen empirische (onderzoek) data te evalueren en vervolgens te
utiliseren
 Masterproef criminologie (bijvoorbeeld onderwerp over het gevangeniswezen)

BRONNEN
Bronnen zijn ofwel (1) “voorwerpen” (artefacten) die “uit” het verleden tot ons gekomen zijn, ofwel (2)
“getuigenissen” “over” het verleden
 (1) Voorwerpen = overblijfselen
o Het zijn materiele voorwerpen of artefacten, men vindt zich hier in het onderzoeksdomein van de
archeologie
 (2) Getuigenissen = overleveringen
o Hier spreekt me, meer van mondelingen of geschreven getuigenissen, men bevindt zich hier in het
domein van de geschiedenis
ER KAN ECHTER WEL EEN OVERLAP ZIJN, tussen overblijfselen en overleveringen, bv foto. Het is namelijk een
voorwerp (materieel iets), maar het vertelt tegelijk ook een specifieke gebeurtenis, het is met andere woorden ook
een getuigenis.
Bronnen zijn alle zaken waaruit men bewijzen put, het zijn de bouwstenen waaruit een onderzoek is opgebouwd
Om de betekenis van een bron te gaan achterhalen, moet je ook kijken naar de ontstaancontext. Dit is van zeer
groot belang, men moet namelijk de vragen beantwoorden (wat, hoe en waarom)
 Er zijn 3 aspecten in bronnen: (1) wat is er in het verleden gebeurt, (2) hoe en in welke omstandigheden is
het gebeurt en (3) waarom is het gebeurt. Men gaat kijken naar wie de auteur is, waarom hoe de bron heeft
opgesteld, in welke context heeft hij dit gedaan, wat was de intentie daar achter.
o Echter zijn bronnen NIET ALTIJD bewuste creaties, men stelt niet altijd bronnen op met echt de
bedoeling/intentie om dat als bron van het verleden




3

,  Artefacten en getuigenissen kunnen met opzet gecreëerd worden (om een bepaald doel te bereiken) of
perongeluk of onbewust ontstaan (bv: etensresten in een afvalput, ze leren ons wat er wel of niet werd gegeten).
o Voorbeeld
 Artefacten en getuigenissen hebben vaak een specifieke functie voor de tijdgenoten uit de
periode waarin ze ontstonden.
 Artefacten zijn vaak objecten uit het dagelijks leven voor ze een historische bron
worden. Vaak was het niet de bedoeling om een historische bron te zijn, maar zijn
dit wel gekomen door de blik van de historicus-archeoloog
Casus “1985” over de Prive milities, er bestonden groepen die eigenlijk de politietaken overnamen, op deze privé milities kwam
echter een VERBO. Wanneer je een onderzoek wilt doen hierover heb je natuurlijk bronnen nodig, en wat zijn dat de
bronnen???? (1) de uiteindelijke wet & (2) Parlementaire voorbereidingen (allebei primaire bronnen!!!


Een belangrijk begrip “Unwitting testimony” of intentionele bron, dit houdt eigenlijk in dat er bronnen bestaan die
ontstonden met een bepaalde intentie, maar die voor de historicus een totaal andere functie kregen

Casus: Kolonel Tejero (23/02/1981)
Tejero had een gewapende staatsgreep gepland in het Spaans parlement. Er waren in het parlement (de
Cortes) camera’s aanwezig omdat het debat gefilmd werd. Tejero en da andere putschisten wisten dit
niet. Hierdoor konden ze de weerstand tegen de staatsgreep tijden en efficiënt organiseren.

Deze casus is een voorbeeld van een unwitting testimony; de camera’s hadden als doel het
aangekondigd debat op te nemen, maar ze hebben uiteindelijk ervor gezorgt dat ze de staatgreep
konden stoppen.


Casus: Abraham Zapruder (22/11/1963)
Hij wilde zijn 8 mm camera testen, en filmde de Amerikaanse president J.F. Kennedy die passeerde met
de stoet. Maar op die dag werd de president vermoord. Als enige heeft hij de moord kunnen filmen
(enkel beeld, geen klank)
Deze casus is een voorbeeld van een unwitting testitmony; Zaprudur wilde enkel zijn camera testen,
en heeft uiteindelijk als enige de moord op J.F. Kennedy kunnen filmen

TYPOLOGIE VAN BRONNEN
Belangrijkste onderscheiden
Belangrijkste onderscheid bestaat er tussen (1) geschreven bronnen & (2) ongeschreven bronnen

(1) GESCHREVEN BRONNEN
Binnen de geschreven bronnen is er een belangrijk verschil tussen (1)
“verhalende bronnen” (narratieve teksten) & (2) Niet-verhalende bronnen
(Archaïsche bronnen)

Niet-verhalende bronnen (archaïsche bronnen) zijn het belangrijkste voor
ons, dit zijn literaire bronnen dat zijn opgesteld door een openbare of
private instantie, instelling of administratie. Ze zijn dus opgesteld in
“officiële context”. Deze bronnen hebben vaak een juridische grondslag,
ze regelen belangen tussen partijen of scheppen rechtssituatie
 Bestaan uit:
o Diplomatische bronnen (juridische bronnen)
 Juridische bronnen die rechtssituaties Creëren of vaststellen
 Bvb. wetteksten, vonnis, arrest, contract, …
o Bronnen van sociale boekhouding




4

,  Deze bronnen zijn teksten die de schriftelijke neerslag vormen van de uitvoerende macht of het beheer van
openbare of private administratie, ondernemingen of verenigingen (Bvb. notulen van vergaderingen,
ledenlijsten, rekeningen, …)
Verhalende bronnen (narratieve teksten), dit zijn bronnen die GEEN “officiele context” hebben, ze hebben geen
praktische rol in één of andere administratie
 Deze bronnen zijn Opgesteld om tijdgenoot of nageslacht te beïnvloeden, te informeren en/of te
ontspannen
o Voornamelijk doel: is om een bepaalde boodschap te doen overkomen
 Deze verhalende bronnen bestaan uit
o Informatieve geschriften (Pamfletten, kranten, tijdschriften, …)
o Literaire bronnen (Romans, toneelstukken, gedichten, verhalen, ...)
o Ego-documenten (Autobiografie, memoires, dagboek, brieven, interviews, …)


(2) ONGESCHREVEN BRONNEN
De ongeschreven bronnen worden onderverdeeld in:
 3) Materiele voorwerpen
o Hier bedoeld men de archeologische sporen mee alle materiële voorwerpen die een spoor zijn van
menselijke activiteit uit het verleden;
 Bijvoorbeeld achitectuur van oude gerechtsgebouwen, gevangenissen.
o Maar hierbij horen ook, film en foto!!!!
 4) Mondelinge overlevering/getuigenis
o ‘Oral history’ of mondelinge geschiedenis (volksverhalen, liederen, intervieuws,…)
 Interviews (belangrijkste voor ons)
 Cf. reeksen ‘Kinderen van de collaboratie’, ‘Kinderen van het verzet’, …
o Vandaag de dag worden de orale bronnen vaak vastgelegd in geschreven vorm of op geluidsband,
film of digitale drager. Zo zijn ze niet meer zuiver oraal.

ONDERSCHEID TUSSEN BRON EN HISTORISCH WERK

‘Historische’ Bron (= Primaire bron) Historisch werk (=secundaire bron)

= voorwerp/getuigenis uit of over het = het resultaat van die
verleden, waarop een historicus steunt scheppingsdaad, waarbij de historicus
om beeld te vormen van dat verleden dus het beeld heeft gevormd

Het kan hier gaan over: Het is een bewijsvoering over een
gebeurtenis; een lezing door een
- Artefacten materiële historicus. Het is de interpretatie van
overblijfselen door de mens de historicus over hoe hij denkt dat de
gemaakt (bvb. werktuigen) gebeurtenis had plaatsgevonden, op
- Natuurlijke overblijfselen basis van het bewijs (bronnen) dat hij
(bvb. botten, pollen, …) had.
- Landschap (bossen,
begroeiing, steden,..) Belangrijke figuur: “Herodotos”
- Teksten (Griekse filosoof) wordt gezien als “de
- Visuele bronnen: vader van de geschiedschrijving”.
afbeeldingen, schilderijen, foto,
film, ... (artefact én “verhaal”)
(link: Culturele criminologie)




5

, - ….

Na kritische analyse geeft het ons een
bewijs voor het voorkomen van een
gebeurtenis.


PRIMAIRE VERSUS SECUNDAIRE BRON (ANDERE MANIER OM
BRONNEN TE ONDERSCHEIDEN)
Er is rond deze werkwijze een belangrijk onderscheid!!!!! Namelijk het verschil
tussen een primaire bron en een secundaire bron
 (1) Primaire bron of “historische bron” (vermeld in het boek)
o Bevatten origineel/ruwe materiaal dat nog niemand heeft
geïnterpreteerd of geëvalueerd.
o Rechtstreekse/directe informatie
 Gelijktijdig met gebeurtenis, voorbeeld
 Proces-verbaal van politie
 Briefwisseling procureur des Konings met gerechtelijke politie
 (2) Secundaire bron of “historisch werk”
o Dit houdt in dat onderzoekers dus de primaire bron gaan interpreteren en analyseren om zo tot
een verslag te komen, Zij evalueren/interpreteren de primaire. Ze bieden een goed geordend en
gecondenseerd overzicht van de bestaande kennis die in de primaire werd beschreven.
o = onrechtstreekse/indirecte informatie
 Voorbeeld: Criminologisch onderzoek: bv. publicaties over criminaliteit
door onderzoekers (op basis van primaire bronnen, door een analyse
van verschillende primaire bronnen/ruwe data)
ECHTER…..

Het is GEEN ondubbelzinnig onderscheid, dit houdt in dat in de praktijk is er soms sprake is van overlap. Het is een
primaire bron bijvoorbeeld, MAAR in een andere context is het misschien secundaire bron
 Bv: is het werk van Pirenne primair of secundair? Het is een studie over de België dus een
secundaire bron. Maar het is een oude studie, en tegenwoordig is het voor historici ook een
primaire bron. Historici van nu kijken naar hoe ze het in de 20ste eeuw aan historisch onderzoek
deden.
Gelijktijdigheid: soms kan het tegelijk een Primaire bron zijn als een secundaire bron
 Bijvoorbeeld het reisverslag van John Howard, hij is de hervormer van het gevangeniswezen in Amerika. Hij
had een rondreis gedaan over de hele wereld naar alle mogelijke verschillende gevangenissen. Hij maakt
hier wat meteen aantekeningen van (zoveel gedetineerden, zoveel cellen,…), dit is de RUWE DATA of
primaire bron. Echter gaat hij vervolgens al die ruwe data analyseren om dan zijn verslag op te maken (=
secundaire bron)
EXAMEN: kijken of het Primair, secundair of beide is

EVOLUTIES IN BRONTYPES (EXAMEN!!)
Er is een ganse evolutie geweest in brontypes, de
soorten “dragers’ van informatie zijn doorheen de
geschiedenis geëvolueerd. Die verandering had vooral te
maken met de versnelling in transport en communicatie
1. Schrift en alfabet
o Over de periode van de Prehistorie
(periode ZONDER geschreven bronnen)
zijn we geïnformeerd op basis van orale




6

, bronnen. Men gebruikte hier natuurlijk alleen het gesproken woord. Hier kwam verandering in
wanneer de Grieks-Romeinse beschaving het schrift uitbouwde tot het communicatiemedium bij
het uitstek op basis van het alfabet.
2. Drukpers
o Door de uitvinding van de Drukpers, werd de productie van geschreven bronnen enorm vergroot,
men kon meer geschreven bronnen ontwikkelen en deze ook delen over een grote groep mensen



3. Nieuwe audiovisuele media
o In de 19e eeuw was het de eeuw van het gedrukte woord, aan de hand van kranten,… Hier kwam
echter veranderingen in in de 20ste eeuw wanneer er nieuwe vormen van massacommunicatie de
rol van het gedrukte woord overnamen. Er kwam namelijk nieuwe “audiovisuele media”, hiermee
worden foto, cinema, radio,… bedoeld.
4. Internet: een nieuwe communicatie-evolutie? (NU)
o Door de opkomst van het internet is sprake van een ENORME evolutie aan
communicatie/informatie. Iedereen over ter wereld kan op elk moment van de dag in contact staan
met andere en informatie van het internet halen.


FUNCTIE VAN DE MASSAMEDIA
In oorsprong was communicatiemedia bedoeld een kleine groep mensen te informeren, MAAR door de evolutie is er
NU sprake van massamedia. Dit is de media die een enorme groep mensen bijna onmiddellijk bereikt, bijvoorbeeld
het nieuws dat heel België soms zelfs de wereld bereikt, maar misschien NOG BELANGRIJKER IS DE SOCIALE
MEDIA!!!!!




 Massamedia heeft een Belangrijke informatiefunctie, mensen gebruiken de massamedia om “up-to-date”
te blijven, men gaat opzoeken op bijvoorbeeld Instagram om te weten wat er precies gebeurd is.
o Echter is de informatie die men vindt in deze massamedia, enorm SELECTIEF (men beperkt de
informatie tot wat men denkt dat belangrijk is) en SENSATIONEEL (de informatie die men daar
terug vindt zijn voornamelijk sensatiebericht!!!!)
 Vrijheid versus censuur
o Er is een spanningsveld tussen vrijheid en censuur, in welke mate ben ik vrij om te communiceren
wat ik wil.
 Dit hangt af van land tot land, sommige landen zijn gefocust op recht op vrije
meningsuiting en andere landen, voornamelijk Dictatoriale regimes leggen bepaalde
censuur op. (men mag dit niet communiceren naar het publiek, of het publiek mag dat
niet doen,…)




7

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorenbrauwers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R229,63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81113 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R229,63  21x  sold
  • (2)
  Buy now