Dit is een volledige samenvatting van het boek en de leerstof van het vak "Sociologie", met deze samenvatting kun je gemakkelijk de leerstof leren. Bovendien had ik met deze samenvatting een 17/20, dus zeker een aanrader!!
(BELANGRIJK: In het voorbeeld op deze site is alles een beetje verspronge...
2022-2023
Samenvatting van het handboek ‘Sociologie
Joren Brauwers
, 2
Sociologie
H1- Sociologie, een eerste
kennismaking
1.Inleiding: niet iedereen leeft even lang
Meestal gaan we ervan uit dat ziekte, leven en dood gewone biologische fenomenen zijn. Maar zijn
er ook kenmerken uit de samenleving die ertoe leiden dat sommige mensen minder lang leven of
sneller ziek zijn dan anderen?
Conclusie
Naarmate mensen een hoger diploma behaald hebben, mogen ze een betere gezondheid verwachten.
1.De verklaring … Relaties tussen mensen
Opleidingsverschillen leiden tot sociale ongelijkheid dus m.a.w. tot verschillen in levenskansen.
Er zijn verschillende verklaringen …
1. Hoge opleiding stimuleert het vermogen om ingewikkelde problemen in te schatten
− Lange scholingstijd heeft impact op vorming v/d persoonlijkheid
− Planmatig kunnen werken en met uitdagingen overweg kunnen
2. Hoger loon
− In betere buurten (kunnen) wonen
− Verder verwijderd van vervuilde en stresserende omgevingen
− Mogelijkheid om uitgebreidere medische verzorging te bekostigen
3. Arbeidsomstandigheden
− Goede jobs: meer variatie en gezondere arbeidsomstandigheden dat leidt
tot hogere arbeidstevredenheid
− Wie nooit initiatief moet nemen, heeft minder kans om vaardigheden te
ontwikkelen die helpen om situaties te controleren
− Bv. stressbestendigheid, oog voor precisie, langetermijndenken …
− Kan tot uiting komen in andere domeinen van het dagelijkse leven
− Bv. keuze tussen gezonde en ongezonde voedingsproducten,
voldoende bewegen …
Samengevat
Een hogere opleiding leidt tot materiële voordelen en bepaalt ook de persoonlijke vorming.
Men heeft de mogelijkheden en vaardigheden ontwikkeld om gezonder te leven en om met
bedreigingen om te gaan. Dit komt tot uiting in een hogere levensverwachting.
Bovenstaande redenering is een typische sociologische redenering.
− Centraal: staat de idee dat de wijze waarop mensen samen iets doen een invloed
uitoefent op het leven van die mensen
− Sociale omgeving heeft grote invloed
− Wel erkenning van biologische en psychologische component v/e individu maar
voegen er aan toe dat de sociale omgeving een cruciale factor is
,3
, 4
Sociologie
2.De sociologische verbeelding
= Individuele gebeurtenissen plaatsen en verklaren vanuit het geheel van sociale relaties die zelf een
specifieke historische oorsprong hebben.
− Startpunt v/e sociologische verklaring, is de SOCIOLOGISCHE VERBEELDING!!!!!
− DIT is een Specifieke wijze van kijken naar wat met mensen gebeurt in hun leven
- Alles wat mensen ervaren, maakt deel uit van hun levensloop of biografie
− Bestaat ook uit het met elkaar in verband brengen van maatschappelijk fenomenen die op
het eerste gezicht geen verband met elkaar hebben
Twee componenten zijn hierbij belangrijk …
− Biografie
o = alles wat mensen ervan, maakt deel uit van de levensloop of biografie
− Ondergaat de invloed v/h geheel v/d sociale relaties waar we deel van uitmaken
− Historische ontwikkeling
− Onze samenleving (het geheel van sociale relaties) is resultaat v/e historische ontwikkeling
o Het geheel van sociale relaties waarvan we deel uitmaken, noemen we onze samenleving
o De wijze waarop onze samenleving er nu uitziet, is mee bepaalt door gebeurtenissen in de
19de en 20ste eeuw, zoals de industrialisatie en de hieraan gekoppelde urbanisatie
− Bepaalt het uitzicht v/e specifieke samenleving
Conclusie
Dit alles leidt tot de volgende fundamentele zienswijze, die men ‘de SOCIOLOGISCHE VERBEELDING’ noemt:
Sociale relaties bepalen de biografieën van mensen
Die sociale relaties zijn echter zelf het resultaat v/e historisch proces
Voorbeeld
− Groot deel v/d jongeren volgen universitair onderwijs (= biografisch kenmerk)
− Is het resultaat v/e historische ontwikkeling
− 19de eeuw: industrialisatie en kapitalisme
− Bedrijven hebben grote vraag naar hooggeschoolde werkennemers
De samenleving beïnvloedt de aspiraties van jongeren om HO te volgen
Abortus en jeugdcriminaliteit: een verband?
Het toepassen van de sociologische verbeelding bestaat ook uit het met elkaar in verband
brengen van maatschappelijke fenomenen die op het eerste gezicht geen verband met elkaar
hebben.
− USA – jaren ’90: sterke daling jeugdcriminaliteit
− Verklaring: meer tewerkstelling, veranderde wapenwetgeving … ?
− Andere verklaring zoekt het op een heel ander terrein
− Legalisatie van abortus tijdens jaren ‘70
− Toename van abortus leidde tot afname van ongewenste kinderen die
bijdragen tot het crimineel geweld
− Toepassing van biografie van ongewenste kinderen (ongewenstheid leidt tot een aantal
aanpassingsproblemen) om maatschappelijk fenomeen te verklaren
, 5
Sociologie
3.Van gedrag tot samenleving
We zoomen in een verdere stap dieper in op de bouwstenen van de biografie en de maatschappelijke omgeving. Hiervoor
doen we begrip op de begrippen “gedrag”, “sociaal handelen”, “interactie”, “context”, “structuur” en “cultuur”. We gaan
ook dieper in op de samenhang tussen die begrippen.
1.Gedrag
Onder gedrag verstaan we elke actie of reactie van een individu,
zoals een lichamelijke beweging of een verbale uiting,…
Gedrag bevat altijd zowel een
objectief waarneembare als een subjectief waarneembare dimensie.
− Objectieve of externe componenten
− zijn die aspecten die door ten minste twee individuen kunnen worden waargenomen
− vb: Gesproken woord, gebaren, lichamelijke bewegingen …
− Subjectieve of interne component
− dit component van gedrag is maar Door één waarnemer waarneembaar
− Bestaat uit verschillende onderdelen/componenten
1. Motivationele component
− Ultieme drijfveren v/h handelen die aanzetten, motiveren, tot gedrag
− vb: Winstmaximalisatie, zucht(verlangen) naar sociale erkenning, zucht
naar controle, seksuele lust …
2. Emotionele component
− Innerlijke gevoelens van angst en onrust, schaamte of schuld
…
3. Cognitieve component
− Beelden die we ons vormen v/d werkelijkheid …
4. Reflexieve component
− Het beeld dat je van jezelf vormt …
Kunnen enkel analytisch van elkaar gescheiden worden. In de werkelijkheid doorkruisen ze
elkaar
,6
, 7
Sociologie
2.Sociaal handelen
Handelen wordt gekenmerkt door een gerichtheid op een object. HANDELEN heeft altijd als finaliteit de
realisatie van een doel.
Handelen is dus gedrag met een nadrukkelijke doelgerichtheid
o Door de doelgerichtheid krijgt het handelen een “betekenis”
Wanneer we ons handelen richten op het vroegere, het huidige of het toekomstige
handelen van anderen, dan kunnen we volgens Max Weber spreken over sociaal handelen.
Handelen is dus sociaal wanneer de actor bij het plannen van zijn/haar handelen rekening
houdt met wat anderen deden, doen of kunnen doen.
Weber heeft een typologie opgesteld rond sociaal handelen. (= sociaalhandelingstypologie WEBER)
- Hij maakte een onderscheid tussen
o Instrumenteel rationeel handelen
o Waarde rationeel handelen
o Affectief handelen
o Traditioneel handelen
1.Instrumenteel rationeel handelen
Je gaat handelen om een bepaald doel te bereiken binnen een specifieke
handelingssituatie. ( effectief het doel bereiken)
Elke handelingssituatie waarin actoren doelen wensen te realiseren, bevat volgens Weber dus
CONDITIES als MIDDELEN.
− Condities v/h handelen
− Voorwaarden van sommige objecten/mensen om tot doelrealisatie
te komen
− Niet te wijzigen elementen
− Beperkingen
− Middelen
− Helpen de actor zijn/haar vooropgesteld doel te bereiken
− kenmerkend bij RATIONEEL HANDELEN is dat de actoren
Afweging welke middelen het best geschikt zijn om doel te bereiken
− Te wijzigen elementen
− Mogelijkheden
− Optimalisatie v/d efficiëntie
Voorbeeld
Een mooie, jonge vrouw heeft als doel rijk worden. Daarom trouwt ze met een
suggardaddy.
, 8
2.Waarde rationeel handelen
Het handelen wordt bepaald door de overtuiging dat dit handelen een intrinsieke
waarde of betekenis heeft.
− Het bewust geloof in de waardevolheid van de handeling staat centraal
− Kan van ethische, esthetisch, religieuze … aard zijn
− Handeling op zichzelf is waardevol
− Realiseren van een doel is onbelangrijk
Voorbeeld
Men vindt huwen waardevol waardoor men gaat trouwen.
Om te bepalen of een handeling instrumenteel rationeel of waarde rationeel is, moeten we nagaan
welk aspect de bovenhand haalt: efficiëntie of de waardevolheid van de handeling zelf
3.Affectief handelen
− = Emotioneel handelen, affectief handelen wordt gedreven door het navolgen van
gevoelens
− Uitdrukking v/e instinctieve emotionele toestand
− Kan voorzien worden v/e betekenis
Soms ongecontroleerde reactie op een bepaalde stimulus (prikkel die een
bepaald gedrag oproept), dus betekenis niet altijd duidelijk
Maar meestal kan affectief handelen WEL rationeel zijn, dus kan het van een
betekenis voorzien worden
Voorbeeld
Men gaat trouwen omdat men smoorverliefd is.
4.Traditioneel handelen
− Word bepaald door een gewoonte
De gewoonte bevindt zich in de Sociale dimensie: gewoontes worden overgedragen
via socialisatie (niet individuele dimensie)
− Leidt tot herhaling van eenzelfde handeling
− Gekenmerkt door verplicht karakter
Traditie/gewoonte perkt het handelen van mensen in en stuwt hen in een
bepaalde richting
− Dit leidt ertoe dat het Verleden bepalend is voor vormgeven v/d toekomst
Voorbeeld
Men gaat huwen voor de kerk omdat het een gewoonte is in de familie.
Opmerking!
Wanneer mensen zich bewust zijn van de traditie en die op zichzelf gaan waarderen
(bewust geloof in de waardevolheid van het handelen), dan kunnen we dit als
waarde rationeel handelen beschouwen.
, 9
5.Reflexief handelen
− >< traditioneel handelen (tegengestelde)
− Reflexief handelen is Gebaseerd op stoppen, denken en kiezen
− Geen voorstuwing door kracht v/h verleden
− Nadenken over de richting die hij/zij wenst uit te gaan
− Onzekerheid
− Doorbreken van traditie
3. Interactie
− Interactie Wordt gevormd door handelingen van een persoon én de reactie daarop
door een ander persoon
o Interactie ontstaat wanneer twee of meer mensen een gedeelde of op zijn minst
complementaire betekenis geven aan elkaars handelen
− Handelen is niet chaotisch, maar kent een herkenbaarheid en voorspelbaarheid
o Handelen is betekenisvol en zinvol
Realiseren van externe doelen
Beleven van waarden
Volgen van affecten en traditietjes
o Soms herkennen we meer ultieme doelen achter het handelen
Wint maximaliseren
Sociale erkenning
Seksuele lust bevredigen
− Gevolg
− Reageren op handelen van anderen
− Anticiperen op gevolgen van eigen handelen
hierdoor wordt Sociale interactie mogelijk
‘Opdat’ en ‘omdat’ motieven
Binnen het sociaal handelen kunnen we twee soorten motieven onderscheiden:
− ‘Opdat’ motieven
− Mensen handelen ‘opdat’ iets zou worden gerealiseerd
iets realiseren
− ‘Omdat’ motieven
− Handeling v/e persoon vanuit ‘opdat’ motief, wordt voor de andere persoon
een ‘omdat’ motief
Ergens op reageren
Een geslaagde onderlinge afstelling van ‘opdat’ en ‘omdat’ motieven leidt tot
interactie.
Voorbeeld
Twee personen (Alter en Ego) ontmoeten elkaar. Alter steekt zijn hand uit ‘opdat’ Ego dit als
teken van een groet zou beschouwen.
Wanneer Ego op de gepaste manier reageert en het gebaar van Alter als groet interpreteert,
dan reikt Ego zijn hand ‘omdat’ Alter tot het begroeten overging.
, 10
4.Vormen van interactie
Interactie kan een bepaalde vorm aannemen. Sociologen gaan ervanuit dat het oneindig aantal interacties
maar een beperkt aantal vormen aanneemt. (conformiteit, samenwerking, conflict & ruil)
1.Conformiteit
Conforme interactie is interactie die verloopt volgens de betekenis die beide
partners aan de interactie vastknopen.
Bestaat uit wederzijds akkoord (= overeenstemming) over …
Wat in de interactiesituatie zal gebeuren
Hoe die overdracht zal gebeuren
Het tegengestelde is deviantie/afwijking
Minstens één v/d interactiepartners houdt zich niet aan de al dan niet expliciet
afgesproken regels
2.Samenwerking/coöperatie
Een interactie gekenmerkt door samenwerking houdt in dat sociale eenheden
samen een doel proberen te realiseren.
Er zijn een aantal voorwaarden om te spreken van samenwerking …
1. Akkoord zijn om samen een bepaald doel te bereiken
2. Wederzijdse bereidheid (om samen te werken)
3. Minimum aan conformiteit (correct navolgen van de afspraken)
interacties gebaseerd om samenwerking en conformiteit maken geordend samenleven
mogelijk
3.Conflict
Ten minste twee partijen gaan niet akkoord met hoe een interactie moet
verlopen. Ze doen hierbij een poging om de interactie te laten verlopen volgens
de eigen zienswijze.
Naast dit centrale kenmerk heeft het conflict nog andere basiskenmerken …
− Schaarse middelen
− Wanneer het bij de verdeling van schaarse middelen niet tot een
akkoord komt, is er sprake van conflict
− Positieve bijdrage
− Conflict niet eenzijdig negatief beschouwen
Conflicten kunnen een “positieve bijdrage” vormen tot de opbouw en later tot
de versterking van de samenleving
Zo fungeert het conflict als Stimulus (aanzetten tot) voor ontwikkeling van
nieuwe regels
Conflicten kunnen ook “slapende regels” (regels die niet meer werden
toegepast) wakker maken
− Onverdraagzaamheid
− Groepen o.i.v. een conflict met externe vijand worden zeer
onverdraagzaam m.b.t. interne dissidentie (interne verzetting)
− MAAR zorgt ook voor groepscohesie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorenbrauwers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R274,67. You're not tied to anything after your purchase.