H3. Warmte
1. Het verschil tussen warmte, inwendige energie en temperatuur
Als 2 voorwerpen met een verschillende temperatuur bij elkaar gebracht worden, stroomt de
warmte spontaan van het hete voorwerp naar het koude voorwerp zodat de temperaturen dichter
bij elkaar zouden komen
➔ Bv. een erlenmeyer met water wordt boven een brandende bunsenbrander geplaatst
waardoor de temperatuur van het water toeneemt
→ De warmte van de hete bunsenbrander ‘stroomt’ naar het koude water
Een thermisch evenwicht = als 2 voorwerpen zo lang met elkaar in contact zijn gebleven dat hun
temperaturen gelijk zijn geworden
→ Er is dan tussen beide geen verdere warmtestroom meer
Warmte (Q):
▪ = De energie die wordt overgedragen van het ene voorwerp naar het andere vanwege het
verschil in temperatuur
▪ Is iets dat vloeit
▪ SI-eenheid: joule (J)
→ Andere eenheden zoals calorieën en kcal worden ook vaak gebruikt (1 kcal = 4,186 kJ)
→ Graden celcius omzetten naar Kelvin: T (°C) + 273,15 = T (K)
→ Kelvin omzetten naar graden celcius: T(K) -273,15 = T (°C)
Temperatuur (T):
▪ = Een maat voor de gemiddelde kinetische energie (= bewegingsenergie) van de moleculen
binnen een voorwerp
▪ SI-eenheid: graden Celsius (°C) of kelvin (K)
▪ Is een maat voor hoe heet of koud iets is
Inwendige energie of inwendige warmte:
▪ = Een maat voor de totale kinetische energie van alle moleculen binnen een voorwerp
▪ SI-eenheid: Joule (J)
-273,15°C of 0K is het absoluut nulpunt
➔ Kouder dan dit kan iets niet worden
➔ Geen enkele molecule is dan nog in beweging
2. Soortelijke warmte
Soortelijke warmte of warmtecapaciteit (c)
▪ = De hoeveelheid energie/warmte die nodig is om de temperatuur van een bepaalde massa
van een stof met 1 graad te verhogen
▪ SI-eenheid: Joule (J)
De hoeveelheid warmte Q die nodig is om de temperatuur van een bepaalde materie te verwarmen
is evenredig met de massa m van het materiaal en de temperatuursverandering ∆T die men
bekomt en is afhankelijk van de aard van die materie
→
→ m in kg, ∆T in °C/K, c in J en Q in J
, ➔ Hoe hoger de warmtecapaciteit c, hoe meer warmte/energie er nodig is om het 1 graad
warmer te krijgen MAAR ook hoe meer warmte/energie er vrijkomt als het 1 graad afkoelt
➔ Er is minder warmte nodig om glas op te warmen dan om water op te warmen
→ Een erlenmeyer boven een bunsenbrander zal sneller heet zijn dan het dat erin zit
➔ Water heeft één van de hoogste soortelijke warmtes van alle stoffen
→ Eens opgewarmd, is het een ideaal middel om stoffen op te warmen omdat slechts een
kleine temperatuursafname van het water kan zorgen voor een grote warmteoverdracht
→ O.a. om deze reden worden in laboratoria vaak warmwaterbaden gebruikt
Voorbeeld:
Je eet pizza met ananas en verbrandt je aan de ananas maar niet aan de bodem.
→ Komt omdat ananas veel water (heeft een hoge warmtecapaciteit) bevat en de bodem lucht
→ In je mond zal er dus ook veel warmte van de ananas vrijkomen als het afkoelt
3. Latente warmte
Latente warmte (L):
▪ = De energie/warmte die nodig is om een bepaalde hoeveelheid materie
te doen veranderen van fasetoestand
▪ 3 soorten:
- De (latente) verdampingswarmte
➢ = De warmte/energie die nodig is om 1kg vloeistof te doen verdampen
➢ Staat omgekeerd ook voor de hoeveelheid warmte die vrijkomt wanneer 1kg
gas condenseert
- De (latente) sublimatiewarmte
➢ = De warmte/energie die nodig is om 1kg vaste stof te doen sublimere,
➢ Staat omgekeerd ook voor de hoeveelgeid warmte die vrijkomt wanneer 1kg
gas desublimeert/rijpt
- De (latente) smeltwarmte
➢ = De warmte/energie die nodig is om 1kg vaste stof te doen overgaan naar
een vloeistof
➢ Wordt uitgedrukt in J/kg
➢ Staat omgekeerd ook voor de hoeveelheid warmte die vrijkomt wanneer 1kg
vloeistof stolt
▪ Is afhankelijk van de totale massa
van de stof
→
(∆T ontbreekt want de temperatuur
blijft constant)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nimarnatin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R145,01. You're not tied to anything after your purchase.