100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neurologie (CKO2) R94,97   Add to cart

Summary

Samenvatting Neurologie (CKO2)

2 reviews
 253 views  10 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting van het onderdeel Neurologie (episode 2/CKO2) voor de studie geneeskunde (Radboud universiteit). Deze samenvatting is gemaakt met behulp van het boek Neurologie van Hijdra. De samenvatting bevat alle onderdelen welke belangrijk zijn voor het onderdeel neurologie (o.a. anamnese...

[Show more]

Preview 4 out of 107  pages

  • Yes
  • June 25, 2017
  • 107
  • 2016/2017
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: didivossen1 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: aynss • 6 year ago

avatar-seller
Samenvatting Neurologie
De neurologische anamnese
De Aanvullende neurologische anamnese
Zoals bij elke anamnese wordt in de speciële anamnese de tractus waartoe de hoofdklacht
hoort afgemaakt. Dat is in dit geval de neurologische tractus anamnese. Hierbij wordt de
volgorde aangehouden van het neurologische fysisch diagnostisch onderzoek. Aan de
patiënt wordt gevraagd in hoeverre hij of zij gemerkt heeft dat een bepaalde neurologische
functie is uitgevallen of juist overmatig actief is. Via het ervaren van de patiënt onderzoeken
we zo dus het (subjectief ) functioneren van het zenuwstelsel. Het is daarbij zaak om de
vragen in de taal van de patiënt op een begrijpelijke wijze te stellen.
1. Tekenen van verhoogde intracraniële druk of van meningeale prikkeling  Gevraagd
wordt naar hoofdpijn, misselijkheid, braken (ochtendbraken?). Onverklaarde sufheid
of slaperigheid. Nek- of achterhoofdspijn.
2. N.Olfactorius gevraagd wordt naar anosmie= gebrek aan reukzin (eenzijdige
anosmie wordt vaak subjectief niet bemerkt) of naar spontane reuksensaties ( vieze
geuren ten teken van uncinate fits= bepaald type epileptische aanval waarbij mensen
een soort rubbergeur ruiken).
3. N.Opticus onderscheid tussen visus en gezichtvelden. Last van wazig zien?
Passagère blindheid? Visuele hallucinaties? Ziet de patiënt alles van links en rechts
aankomen? Stoot hij zich vaak aan de deurpost?
4. Nervus oculomotorius,trochlearis, abducensHeeft pt dubbelbeelden bemerkt? Bij
kijken naar opzij? Of juist bij kijken naar beneden (trap, voeteneind bed)? Hangen
van ooglid?
5. Nervus trigeminus Sensibel; dove gevoelens of juist pijn? Aangezichtspijn?
Localisatie exact? Motorisch; kauwkracht?
6. Nervus facialis motorisch; scheef gezicht gehad? Vochtverlies uit mondhoek?
Sensibel; smaak veranderd/afwezig?
7. Nervus stato-acousticusEvenwicht; duizelingen? Afwijkend gangspoor (getrokken
naar)? Gehoor; doofheid, oorsuizen?
8. Nervus Glossopharyngeus/Vagus Verslikken Meer dan voorheen? Heesheid/afonie
doorgemaakt?
9. Nervus Accessorius scheve nek gehad? Verlamde schouderspieren?
10. Nervus hypoglossus Klachten tongmotoriek? Spraakstoornissen?
11. Bewustzijnsfunctie wegrakingen gehad? Omstandigheden? Hoe ziet de aanval
eruit (heteroanamnese)?
12. Motoriek atrofie/ dunner worden van spieren? Spiertrekkinkjes (wormpje onder de
huid/fasciculaties). Krachtsverlies verlammingen gehad? Moeheid vooral ’s avonds?
Klapvoet? Spierkrampen?
13. Bewegingsstoornissen Spierschokken (myoclonus); tremoren? in rust of bij
bewegen? invloed emoties. Spontane onrust extremiteiten? Stijver geworden?
Startproblemen?
14. Sensibiliteit Dove plekken? localisatie? Jeuk? Hyperpathie (spontaan pijn hebben)?
Pijn? Hoofdpijn? Pijnzinstoornis (blaren hand niet bemerkt)? Moeite met lopen bij
duisternis (achterstrengen)?
15. Coördinatie onhandig geworden? Overschieten van beweging? Loopproblemen?
Wankel geworden? Erger in het donker?
16. Sfincterstoornissen incontinentie urine? faeces? Blaasvullingsgevoel/
passagegevoel? Potentiestoornissen? Ochtenderectie?
17. Psychische en hogere cerebrale (corticale)functie stoornissen geheugen?
Benoemingsstoornissen? taalstoornissen? verdwalen? kledingapraxie?
depressie/achterdocht/wanen? verwardheidsepisodes?

,De algemene interne tractus anamnese is voor de neuroloog ook van belang aangezien veel
neurologische verschijnselen een direct of indirect gevolg zijn van interne aandoeningen.
Hieronder een aantal voorbeelden van vragen die gesteld kunnen worden per item bij een
bepaalde klacht

 Hoofdpijn waar? aard? drukkend? Stekend? Bonzend? VAS? wat maakt het erger?
wat maakt het beter? Tijdstip van de dag? misselijkheid? braken? Ochtendbraken?
bijkomende oogklachten? pijnstiller gebruik? Slapen? Doorwerken? Trauma?
 Problemen met zien  een oog, twee ogen? Een oog afgedekt? Wazig zien?
Dubbelzien? Bij kijken naar rechts? Links? Boven? Onder? Deel van het beeld
missen? Welk deel? Botsen tegen voorwerpen rechts of links? Bewegend beeld?
Hangende oogleden? Pijn bij bewegen van de ogen? Overgevoelig voor licht? Zicht
in het donker? Beelden die er in werkelijkheid niet zijn?
 Problemen met horen een oor, twee oren, suizen?, piepen? met de hartslag mee?
Oorontstekingen? Geluiden die er in werkelijkheid niet zijn?
 Problemen met praten niet op de woorden kunnen komen? wartaal? mate van
vloeiendheid? scheefstand mond gehad? verstaanbaarheid voor anderen?,
heesheid? Bewegen tong? begrijpen taal? lezen? schrijven?
 Problemen met eten, drinken, kauwen of slikken verslikken? In vloeibaar of in vast
voedsel? Hoesten tijdens het eten? Problemen met kauwen? Voeding aangepast?
Korstjes eten? Gewichtsbeloop? Smaak? Geur? Kwijlen? Aan een kant of beide
kanten? Knoeien?)
 Problemen met bewegen?  waarmee? Waar? Krachtsverlies? Vaardigheidsverlies?
Evenwicht? Vallen? Onhandigheid? Stijfheid? Trillen? Wanneer in rust, bij bewegen,
bij vasthouden kopje? Schokken? Bewegingsonrust? Fietsen? Trap lopen?
Schrijven? Knoopjes open en dichtmaken? Sleutel in slot? Opstartproblemen?
Stopproblemen? Hele dag door? Af en toe? Wanneer dan? Dunner worden spieren?
Spierkrampen? Trillingen in de spier? Beloop klachten over de dag?
 Een veranderd gevoel in het lichaam?  Waar? Tintelen? Verdoofd? Jeukend?
Warm/koud onder de douche onderscheiden? overgevoelig? Hoe gaat het met lopen
in het donker
 Pijnklachten Waar? Uitstralend? Scherpe pijn? Zeurende pijn? VAS-score? Wat
maakt het erger? Wat maakt het beter? Pijnstillergebruik? Gedachtes over pijn?
Activiteiten die er om gelaten worden? Somber?
 Problemen met plassen?  Ongelukjes? Wanneer? Bij hoesten? Te laat bij de wc?
Straal? Incontinent? Urineweginfecties?
 Problemen met de ontlasting?  Ongelukjes? Wanneer? Gevoel bij billen bij
afvegen? Veranderd patroon? Hard persen
 Problemen met de menstruatie?  Wegblijven menstruatie?
 Sexuele problemen? Geen zin? Geen of onvoldoende erectie? Lukt niet meer? Te
veel zin?
 Problemen met slapen?  Inslapen? Doorslapen? Tijdstip wakker worden?
Uitgerust? Snurken? Ademstops? Veel bewegen? Aanvallen in de nacht? Partner
heeft er hinder van? Nat kussen? Nachtmerries? Overdag in slaap vallen? Wanneer?
 Wegrakingen?  Wanneer? Inspanning? Rust? Hoe gaat het? Wat gaat er aan
vooraf? Hartkloppingen? Zwart voor de ogen? Opstijgend raar gevoel in de
buik/borst? Schokken? Stijf? Slap? Tongbeet? Incontinent? Bewustzijn? Hoe lang?
Getuige? Hoe gaat het erna? Spontane geuren die er niet zijn? Flashbacks?
 Problemen met onthouden?  Nieuwe informatie? Oude informatie? Traag?
Verdwalen? Namen van kinderen? Kleding aantrekken?
 Veranderd gedrag?  prikkelbaar? Snel boos? Ontremd? Somber? Veranderd
karakter? Impulsief? Aandacht? Plannen? Wanen? Problemen met onderhouden van
contacten?

,De vragen welke je altijd stelt bij de klacht hoofdpijn:
 Aanval of niet?  Bijkomende klachten
 Acuut begin of niet?  Medicatie gebruik
 Lokalisatie?

Een niet pluis gevoel bij hoofdpijn heb je bij de volgende symptomen
 Acuut begin
 Uitvalsverschijnselen
 Koorts
 Tekenen van verhoogde ICD
(braken, misslijk)
 Ouder dan 55 jaar
 Gebruik van bloedverdunners
 Medische vg (maligniteit, Auto-
immuun)
 Insulten

, DD TIA
 Partiële epilepsie
 Migraine
 Hypoglykemie.
Een TIA heeft altijd negatieve symptomen (uitval). Bij migraine en epilepsie heb je positieve
symptomen (je krijgt er dingen bij, zoals het zien van vlekken, over bewegelijkheid).
TIA Carotis Afasie, hemiparese, centrale fascialis parese, amaurosis fugax( het
verschijnsel dat mensen plotseling en kortdurend met één oog niet meer kunnen zien. Het
wordt meestal veroorzaakt door een onderbreking van de bloedtoevoer naar het netvlies,
een van de meest gevoelige weefsels van het lichaam voor zuurstofgebrek. Het kan een
uiting zijn van TIA's of van arteriitis temporalis).
TIA vetebralis Klachten van N3-12 en het cerebellum (als dubbelzien, draaiduizeligheid,
drop attacks).
Neurlogisch Onderzoek
Beoordeling Hogere cerebrale functies
Observatie tijdens de anamnese is vaak al voldoende indien een goed gesprek kan worden
gevoerd. Aanvullend onderzoek op verzoek van patiënt of naaste of als er tijdens anamnese
twijfels zijn. Dit onderzoek kan gedaan worden via volgende vragen/opdrachten:
- Aandacht o Schrijven stukje laten
o Van 100 steeds 7 aftrekken schrijven (ook motorisch
en zo door gaan; beoordelen).
o Dagen van de week in - Handelen
omgekeerde volgorde; Apraxie is het onvermogen om
- Oriëntatie complexe handelingen uit te
o Dag/Datum voeren, die niet terug te voeren zijn
o Waar bent u nu op een parese,
o Wie ben ik/ wie bent u sensibiliteitsstoornissen, ataxie of
- Geheugen bewustzijnsstoornissen.
o Werkgeheugen o Ideotorische apraxie
cijferreeks nazeggen; complexe handeling laten
o Anterograad Episodisch verichten als brief
geheugen 3 woorden opvouwen en in envelop
zeggen en 5 minuten later doen;
weer om vragen; o Idiomotorische apraxie
o Retrograad Episodisch doe alsof u uw tanden
geheugen wie was de poetst, haren kamt;
vorige koning/koningin o Constructieve apraxie
- Taal huis laten natekenen;
o Spontante spraak let op o Kledingapraxie
woordproductie, aankleden observeren (let
woordvindproblemen op verwaarlozing van links)
parafasieën (omwisseling - Ruimtelijke oriëntatie
van woorden); o Waar is het raam/deur?
o Benoemen: o Hoe loopt u naar het toilet?
plaatje/voorwerp laten o Kun u op de landkaart
benoemen; aanwijzen…
o Nazeggen; - Waarnemen
o Taalbegrip kunt u een o Visueel voorwerpen en
raam aanwijzen, pak u kleuren in tekening/foto
rechteroor met uw laten benoemen (let op
linkerhand; verwarlozing van links);
o Lezen hardop lezen;

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LWenting. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R94,97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R94,97  10x  sold
  • (2)
  Buy now