Samenvatting van de THEORIE uit het Edubook uit Edumundo. Voor voorbeelden van berekeningen moet je in het Edubook zelf kijken! Wel enkele plaatjes toegevoegd.
Inleiding management accounting
1.De rol van management accounting & control
Bij management accounting & control verzamel je informatie om te achterhalen of je op koers ligt voor
het bereiken van je doel. Management accounting & control houdt zich bezig met een aantal aspecten:
1. Het opstellen van budgetten & voortgangsrapportages;
2. Het identificeren en analyseren van opbrengsten en kosten;
3. Het beheersen van werkzaamheden door de budgetten te vergelijken met de resultaten.
Om het voortbestaan van een organisatie te waarborgen is het essentieel dat de voortgang continu
wordt gemonitord en wordt bijgestuurd op basis van goede informatievoorziening en degelijke
analyses. Het geheel van het opstellen van plannen en doelen en het monitoren van de voortgang bij
een organisatie noemen we planning & control.
2.Planning & control
Er wordt gebruik gemaakt van het PDCA-cyclus.
2.1 Plan
Langetermijndoelen worden in deze fase omgezet in concrete kortetermijnactiviteiten. Doorgaans
wordt een budget opgesteld voor een jaar, kwartaal of maand. Het opstellen van een budget is een
belangrijk onderdeel van planning & control, waarmee vijf functies gemoeid zijn:
1. Planning: het opstellen van een budget dwingt de organisatie om goed na te denken over de
manier waarop de doelstellingen moeten worden behaald.
2. Coördinatie: het afstemmen van de diverse bedrijfsprocessen kan positief worden beïnvloed
door de activiteiten te vertalen in concrete doelen. De diverse onderdelen moeten van elkaar
te weten komen wat de wensen en eisen zijn.
3. Communicatie: iedereen binnen de organisatie kan d.m.v. het budget op een effectieve en
efficiënte manier worden geïnformeerd over de kortetermijndoelstellingen.
4. Taakstelling: het opstellen van een budget verschaft duidelijkheid over wie waarvoor
verantwoordelijk is en welke bevoegdheden dat met zich meedraagt ten aanzien van uitgaven.
5. Evaluatie: aan de hand van het budget kan achteraf worden vastgesteld in hoeverre aan de
doelstellingen is voldaan en of het bedrijf dus op koers ligt.
De vier basisvormen voor een budget:
- Variabel budget: bij het variabele budget is de omvang van de toegestane kosten afhankelijk
is van de omvang van de bedrijfsdrukte. Dit budget wordt daarom vooral gebruikt als er sprake
is van een evenredig verband tussen kosten en bedrijfsdrukte.
- Vast budget: bij dit budget staan de toegestane kosten voor een bepaalde periode vast,
onafhankelijk van de omvang van de bedrijfsdrukte.
- Gemengd budget: een combinatie van het vaste budget en het variabele budget.
- Flexibel budget: is een budget dat periodiek wordt aangepast aan de veranderende
omstandigheden. De toegestane kosten kunnen in dit geval dus na verloop van tijd worden
gewijzigd.
Wanneer ieder bedrijfsonderdeel zijn eigen activiteiten vertaalt in een budget, noemen we dat een
deelbudget. Alle informatie uit de deelbudgetten wordt verzameld in een zogenaamde master budget.
Als alle operationele deelbudgetten op elkaar zijn afgestemd, kunnen de liquiditeitsbegroting en de
verwachten resultatenrekening en balans worden opgesteld. Het proces van budgetteren heeft voor-
en nadelen. Het kost tijd en dus geld. Hoe nauwkeuriger het budget moet worden vastgesteld, des te
meer dat kost. Ook bestaat het risico dat er meer focus gaat liggen op financiële doelstellingen op de
,korte termijn. Op het moment dat het budget klaar is, kan het alweer achterhaald zijn door de in hoog
tempo veranderende omstandigheden.
2.2 Do
Vooraf moet het management bedenken welke gegevens van belang zijn om te registreren, wanneer
dat dienst te gebeuren en hoe gedetailleerd. Een goed functionerend ICT-systeem zoals een ERP-
pakket is hierbij cruciaal. Enterprise, Resource, Planning.
2.3 Check
Bij het onderdeel check is het de bedoeling dat het bedrijf op basis van de informatie uit de do-fase
analyseert in hoeverre men op weg is om de bedrijfsdoelstellingen te realiseren. Dit wordt opgeslagen
in rapportages en deze moeten tijdig beschikbaar en goed leesbaar zijn. De rapportages moeten geen
onnodige details bevatten, maar wel voldoende diepgang bieden ten aanzien van de onderwerpen die
voor het bedrijf belangrijk zijn.
2.4 Act
Als in de check-fase een afwijking wordt geconstateerd tussen de planning en de uitvoering, dan moet
het management beslissen of het nodig is om bij te sturen. Dat kan een aanpassing van zowel de
planning als de uitvoering zijn. Een valkuil voor sommige bedrijven is dat ze zo veel aandacht besteden
aan het opstellen en analyseren van de rapportages, dat ze weinig of geen aandacht meer overhouden
voor het trekken van conclusies en het nemen van adequate beslissingen.
3.Management accounting, financial accounting en cost accounting
Management accounting is gericht op de interne informatievoorziening voor managers, die vaak zeer
gedetailleerd is en dient te worden opgesteld wanneer daar vraag naar is. Financial accounting is
daarentegen gericht op de jaarrekening. Deze bestaat uit de balans, de winst- en verliesrekening en
een toelichting daarop. Daarnaast moet bij financial accounting rekening worden gehouden met regels
en wetgeving voor het opstellen van de jaarrekening.
Management accounting wordt regelmatig in één adem genoemd met cost accounting. De reden
hiervoor is dat er veel aandacht uitgaat naar het beheersen van kosten. Om erachter te komen hoe je
de kosten kunt beheersen, is het van belang om te weten met welk soort kosten je te maken hebt en
hoe ze zich gedragen. Stakeholders zijn personen of groepen die op een bepaalde manier van invloed
zijn op een bedrijf, zoals aandeelhouders, geldschieters, overheidsdiensten, medewerkers en
leveranciers.
4.Opbrengsten en kosten VS. Inkomsten en uitgaven
Een winst- en verliesrekening, ook wel resultatenrekening genoemd, geeft een overzicht van de
opbrengsten en kosten over een bepaalde periode. Opbrengsten en kosten hebben te maken met de
winst- en verliesrekening en dus met de verandering van het eigen vermogen van de organisatie.
Inkomsten en uitgaven geven aan wat de veranderingen zijn van de liquide middelen (banksaldo en
kas) van een organisatie. De veranderingen in het eigen vermogen kunnen overeenkomen met de
veranderingen in liquide middelen, maar dat hoeft niet! Er is pas sprake van ontvangsten als de
afnemer daadwerkelijk betaalt.
Different costs for different purposes
Bedrijven zijn er in alle soorten en maten en hebben bovendien uiteenlopende doelstellingen. Voor
management accounting & control betekent dit dat het antwoord op een relevante vraag bij het ene
bedrijf anders kan zijn dan het antwoord op dezelfde soort vraag bij een ander. De manier waarop de
kostprijs wordt berekend kan bijvoorbeeld heel sterk afhangen van de omvang van bedrijf en het soort
, bedrijf. Ook het doel waarvoor de kostprijs moet worden berekend kan invloed hebben op die keuze,
oftewel ‘different costs for different purposes’. Een andere benaming hiervoor is contingency.
Kosten
1.Vaste en variabele kosten
Om een mening te kunnen vormen over de financiële gezondheid van een bedrijf, is het van belang
om inzicht te krijgen in de opbrengsten en de kosten. De kosten zijn de in geld uitgedrukte waarde van
de opgeofferde middelen. Het gaat hierbij om de middelen die nodig zijn voor het realiseren van de
verkoop. Management accounting is erop gericht om de waarde van deze middelen te identificeren en
te analyseren.
Vaste kosten (constante kosten) zijn kosten die onafhankelijk zijn van de bedrijfsdrukte. Wel kunnen
vaste kosten veranderen, als de vraag naar het product bijvoorbeeld fors stijgt kan het noodzakelijk
zijn om meer gebouwen machines aan te schaffen. De vaste kosten moeten altijd in relatie worden
gezien met de capaciteit van de middelen waaraan ze zijn gekoppeld. Vaste kosten laten dalen gaat
daarentegen meestal veel moeizamer. Constante kosten zijn kosten die onafhankelijk zijn van de
bedrijfsdrukte: het aantal ondernemingsactiviteiten is niet van invloed is op de omvang van de kosten.
Variabele kosten zijn kosten waarvan de omvang afhankelijk is van de bedrijfsdrukte: als het aantal
ondernemingsactiviteiten toeneemt zullen de variabele kosten ook toenemen. Kosten waarvan de
stijging gelijk is aan de stijging van de productie, noemen we proportioneel variabele kosten. Bij
progressief variabele kosten stijgen de kosten sterker dan de productie. Is de stijging van de kosten
juist minder sterk dan die van de productie, dan is er sprake van degressief variabele kosten.
De omvang van de vaste en variabele kosten per eenheid kan worden vastgesteld als bekend is hoe de
totale kosten veranderen bij een wijziging van de productieomvang. Het uitgangspunt dat hierbij wordt
gebruikt is dat de verandering in totale kosten, als gevolg van een verandering van de
productieomvang, alleen betrekking kan hebben op variabele kosten.
Kostenfunctie: totale kosten (K)= totale constante kosten (C) + totale variabele kosten (V)
K= C + V
De totale variabele kosten (V) kunnen worden berekend door de variabele kosten per product (v) te
vermenigvuldigen met het aantal producten (q).
K= C + v x q
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Cynthiahoogewerf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R124,42. You're not tied to anything after your purchase.