100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychology of Language R118,33   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychology of Language

 38 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting psychology of language van het boek "talking the talk" van Trevor Harley

Preview 4 out of 62  pages

  • No
  • Unknown
  • October 28, 2023
  • 62
  • 2023/2024
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Samenvatting psychology of language

H1

Taal:
1. De communicatie van gedachten en gevoelens via een systeem van willekeurige
tekens zoals stemgeluiden of gebaren.
Ten eerste is taal een communicatiesysteem: het belangrijkste doel ervan is het overbrengen
van informatie van de ene persoon naar de andere. Communicatie is ergens voor bedoeld.
Dit wil niet zeggen dat alles wat we communiceren opzettelijk is: ik kan iets doms zeggen en
daarmee onwetendheid overbrengen, maar dat is niet het hoofddoel. Het wil ook niet
zeggen dat de enige functie van taal strikt intentionele communicatie is: we gebruiken taal
vaak voor sociale binding, als een middel voor emotionele expressie en om te spelen
(woordspelingen en grappen). En taal lijkt een centrale rol te spelen in het sturen en bepalen
van onze gedachten.
2. Een dergelijk systeem met regels voor het combineren van de onderdelen, zoals
woorden.
Taal is een systeem van woorden en regels om ze te combineren. Woorden betekenen iets;
het zijn tekens die ergens voor staan, ze verwijzen allemaal naar objecten in de wereld,
gebeurtenissen, ideeën, acties of eigenschappen van dingen. We kennen duizenden
woorden: we weten wat ze betekenen en hoe ze eruitzien en klinken.
Al deze kennis is opgeslagen in een enorm mentaal woordenboek dat we het lexicon
noemen.
Zinnen geven complexe betekenissen weer over de relatie tussen dingen: in wezen, wie deed
wat met wie. Maar we combineren woorden niet zomaar. Dat wil zeggen dat we enkele
regels kennen die ons in staat stellen om woorden op bepaalde manieren met elkaar te
combineren. We noemen deze regels de syntactische regels (syntaxis) van de taal.
3. Een dergelijk systeem zoals gebruikt door een natie of volk.
De relatie tussen de betekenis en de klank van woorden zijn arbitrair: Je kunt niet zeggen wat
een woord betekent door het alleen maar te horen; je moet het kennen.
Tot slot, hoewel we taal abstract hebben gedefinieerd, zijn er veel specifieke talen in de
wereld. We zeggen dat bijvoorbeeld Frans en Engels verschillende talen zijn, maar toch
hebben ze wel overeenkomsten; ze hebben allemaal woorden en syntax voor communicatie.

Talen verschillen ook in regels. Zo is het in het Duits heel belangrijk wie het lijdend voorwerp
is etc (naamvallen). Ook verschillen talen in klanken die ze wel of niet kunnen gebruiken.
Voor een Engelse spreker klinkt de "ch"-klank in het Duitse "Bach" vreemd; dat komt omdat
het geen klank is die in "normaal" Engels wordt gebruikt. Technisch gezien wordt het een
stemloze velaire fricatief vanwege de manier waarop het gemaakt wordt en omdat het
spraakkanaal vernauwd wordt als er lucht doorheen wordt geduwd. Engels gebruikt geen
stemloze velaire fricatieven. Arabisch klinkt anders voor Engelstaligen omdat het gebruik
maakt van faryngeale klanken, waarbij de tongwortel naar de keelholte wordt gebracht, de
achterkant van de mond. Sommige Afrikaanse talen maken gebruik van luide klikgeluiden als
medeklinkers. Het Japans maakt geen onderscheid tussen de "l" en "r" klanken, daarom
hebben Japanners die Engels leren moeite om deze klanken correct te produceren.
Daarnaast gebruiken talen ook niet altijd hetzelfde script om te schrijven, zo schrijven ze in
Japan met symbolen.

,Sommige talen hebben een dialect; het heeft herkenbare
woordenschat en grammaticale kenmerken. Met een sterk accent; het klinkt
onderscheidend. Ondanks dat je het dialect zou kunnen onderscheiden van ABN is het wel
nog steeds Nederlands. Maar wanneer wordt een dialect een andere taal?
Er zijn geen harde regels en daarom is het moeilijk om precies te precies te zeggen hoeveel
talen er op dit moment in de wereld zijn. Taalkundigen schatten dat er 5.000-6.000 talen in
de wereld zijn, maar sommige talen met kleine aantallen sprekers sterven uit.
Sommige talen die op uisterven staan komen juist ineens weer terug zoals de Welshe taal
(welsh).
De geschiedenis van Engeland had meerdere invasiegolven die allemaal taalsporen
achterlieten. Een tijd lang was de Engelse taal een Germaanse taal. Toen er een grote
Normandische verovering plaatsvond kwam daar de Franse taal bij. Toen Henry IV tot koning
werd gekroond werd de taal Engels. Tegen die tijd had de Engelse taal een enorm aantal
Franse woorden en zinnen geabsorbeerd. Het Engels heeft nog steeds enkele duizenden
woorden die zijn afgeleid van het Frans, meestal met betrekking tot de rechtbank, de wet en
mode. Niet alleen de woordenschat veranderde maar ook de regels. Binnen gebieden waren
de regels ook erg verdeeld. Door kranten en drukpers werden de regels meer
gestandaardiseerd. Ook het Latijn heeft de Engelse taal beïnvloedt. Dit omdat het Latijn een
religieuze taal was en daarom erg hoog stond aangeschreven.

We hebben opgemerkt dat sommige talen op elkaar lijken. Taalkundigen hebben talen die
verwant lijken gegroepeerd in taalfamilies. Romaanse familie; Frans, Italiaans en Spaans.
Germaanse familie: Duits, Nederlands en Engels.
De meest voor de hand liggende verklaring voor de similariteit is dat leden van dezelfde
familie historisch zijn afgeleid van dezelfde taalwortel. Als we ver genoeg terug in de tijd
zouden gaan, zouden we één taal vinden. Romaanse en Germaanse talen zijn namelijk ook
helemaal niet zo verschillend.
De meeste talen van Europa en West-Azië zouden zijn afgeleid van een taal die proto-Indo-
Europees wordt genoemd, en leden van de familie worden Indo-Europese talen genoemd.
Alle Indo-Europese talen hebben vergelijkbare woorden voor paarden en schapen, maar niet
voor wijnstokken of palmen, wat suggereert dat de brontaal afkomstig was van een plek
waar paarden veel voorkwamen, maar waar geen palmen waren. Zulke observaties
suggereren dat de oorspronkelijke sprekers van het Indo-Europees uit het noorden van
Midden-Europa kwamen.

Wanneer is taal gekomen? Gegeven dat andere primaten geen taal spreken zou taal moeten
zijn ontstaan wanneer de homosapien is ontstaan.
Er zijn aanwijzingen uit fossielen dat vroege mensen, zo'n twee miljoen jaar geleden,
beschikten over een goed ontwikkeld Broca's gebied - een gebied vooraan in de hersenen
aan de linkerkant waarvan we weten een belangrijke rol speelt bij het produceren van
spraak. Het is nu echter bekend dat mensapen dezelfde asymmetrie vertonen.
Modern menselijk gedrag kan worden herleid tot ten minste 40.000 jaar terug met de
overgang naar de fase van het stenen tijdperk. Stenen werktuigen werden complexer, de
kunst bloeide op en er verschenen voor het eerst persoonlijke sieraden. Corballis stelde dat
deze culturele en technologische bloei mogelijk werd gemaakt door de ontwikkeling van taal.

,Uit fossielen blijkt dat het articulatieapparaat apparaat - de tong, de tanden, het
strottenhoofd en de spieren die ze aansturen - de afgelopen 50.000 jaar niet is veranderd
sinds ongeveer dezelfde tijd als deze culturele bloei. Er is hier iets gebeurd, wat het ook was,
het zette ons stemapparaat vast in zijn moderne vorm, maakte de ontwikkeling van moderne
taal mogelijk. Wat zou er ongeveer gebeurd zijn omstreeks die tijd? Het waarschijnlijke
antwoord is een mutatie in het zogenaamde FOXP2-gen in de afgelopen 100.000 jaar. Bij
andere primaten is dit gen verantwoordelijk voor het aansturen van complexe bewegingen
en het coördineren van zintuiglijke input en output. De mutatie leidde tot een vergrote
Broca's regio van de hersenen en een verbeterd vermogen om complexe sequenties te
produceren.
De eenvoudigste suggestie voor het ontstaan van spraak is dat de verbeterde ontwikkeling
van de hersenen van de vroege mens ervoor zorgde dat deze oproepen steeds complexer
konden worden. Maar primaten maken veel gebruik van gebaren om te communiceren. Een
chimpansee steekt bijvoorbeeld een open hand uit als hij een andere chimpansee ziet met
iets dat hij wil hebben, zoals voedsel. We hebben al opgemerkt dat mensapen grotendeels
vergelijkbare hersenen hebben, en dat bij hen Broca's gebied de handbewegingen zou
kunnen controleren. Misschien is gesproken taal ontstaan uit hand- en armbewegingen?
Deze theorie komt vanuit Piaget.
Corballis beargumenteerde dat de mutatie in het FOXP2-gen ervoor zorgde dat we complexe
reeksen van vocale gebaren konden maken, en niet langer op de handen hoefden te
vertrouwen om te communiceren. Deze ontwikkeling betekende dat complexer
communicatiesysteem zich kon ontwikkelen en ook dat we konden communiceren
terwijl onze handen andere dingen deden, zoals tegelijkertijd gereedschap maken.
Bickerton stelde het bestaan van een proto-taal die iets tussen menselijke taal en
communicatiesystemen van primaten in ligt. Met proto-taal zouden vroege mensen in staat
zijn geweest om een groot aantal objecten te labelen, en misschien een eenvoudige
woordvolgorde gebruiken, maar niet om die labels te combineren met een rijke syntaxis.

Wernicke en Broca keken naar delen van het brein die
stopte met werken door trauma. Na de dood van de
persoon kregen zij een autopsie en zo benoemde zij delen.




Ik denk dat een model twee kenmerken moet hebben. Ten eerste moet het voorspellingen
doen die in principe falsifieerbaar zijn. Falsifieerbaar betekent dat er een voor de hand
liggende manier is om de om de voorspelling te testen die kan aantonen dat het fout is.
Als de voorspelling niet falsifieerbaar is, is het model fout. Ten tweede moet de verklaring
niet circulair zijn. Psychologische modellen gebruiken veel metaforen. Een van de meest
gebruikte metaforen in de psycholinguïstiek is die van activering; je zult lezen dat sommige
woorden een hoog activeringsniveau hebben en andere een laag, woorden concurreren en
de meest geactiveerde wint. Een compleet model van woordherkenning moet uitleggen hoe
lang het duurt om woorden te herkennen, het verschil tussen herkenningstijden voor
verschillende soorten woorden, wat gebeurt er als we het herkennen etc…

, De psycholinguïstiek wordt tegenwoordig gedomineerd door vier controverses:
1. Ten eerste wordt ons taalgedrag bepaald door het gebruik van regels of door
meerdere beperkingen en statistische regelmatigheden? Als we een complexe zin
horen, proberen we die dan uit te werken?
2. Ten tweede is er de kwestie van nature versus nurture: waar komt kennis vandaan? Is
het aangeboren en in onze genen, of is het aangeleerd? De vraag hoeveel kennis een
baby heeft geboren met is een centraal thema geweest in de geschiedenis van de
filosofie. Volgens het nativisme: we worden geboren met bepaalde informatie; we
kunnen zeggen dat de kennis vastligt in de hersenen. Volgens empiristische visie,
worden we als een leeg canvas geboren en moeten we dingen leren uit ervaring.
Niemand zou zeggen dat alles aangeboren is of geleerd; Zelfs als je denkt dat je alles
leert, moet je bijvoorbeeld vragen waar de leermechanisme zelf vandaan komt. Je
moet ergens mee beginnen. Dus met hoeveel specifieke kennis over taal worden we
geboren? Is iets kennis over taal die in onze genen is gecodeerd, of pikken we die
kennis gewoon op met behulp van algemene cognitieve mechanismen?
3. Ten derde: is de verwerking modulair of interactief? Een module is een op zichzelf
staande eenheid. Belangrijk is dat je in een modulair systeem alleen wordt
geëxamineerd voor je psychologiemodule-examen over psychologie; Er wordt niet
van je verwacht dat je enige geschiedenis kent biochemie. De cursussen staan los van
elkaar. Veel psycholinguïsten beweren dat er taalverwerkingsmodules zijn die
specifieke taken uitvoeren, zoals woordherkenning en syntactische verwerking.
4. Dit brengt ons bij de vierde kwestie, een kwestie die we hebben aangestipt toen we
ons afvroegen wat aangeboren is in taal: de vraag of de kennis en processen die we
gebruiken om taal te produceren en te begrijpen specifiek zijn voor taal, of dat ze
voor algemene doeleinden gelden. Chomsky voerde aan dat taal een afzonderlijk
mentaal orgaan vormt – dat we daarvoor een taalvermogen hebben bevindt zich in
een afzonderlijk gebied van de hersenen en heeft een aangeboren structuur. Vanuit
deze visie verlopen taalprocessen prima zonder enige hulp van andere cognitieve
processen. De alternatieve opvatting is dat er niets bijzonders is aan taal; in plaats van
dat er specifieke taalprocessen zijn, maakt taal daar gebruik van cognitieve processen
die de rest van ons leven bepalen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirtevanlierop. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R118,33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R118,33  4x  sold
  • (0)
  Buy now