Uitgewerkte leerdoelen en aantekeningen van het vak inleiding in het recht jaar 1. Het boek 'Hoofdlijnen Nederlands Recht, editie 15' samengevat tot de belangrijke begrippen, met een duidelijke beschrijving.
IVK I Introductie IVK I Hoofdlijnen Nederlands Recht Hoofdstuk 1: Terreinverkenning I Samenvatting I HHs
Publiekrecht samenvatting h12
Publiekrecht samenvatting h11
All for this textbook (61)
Written for
Hogeschool Leiden (HSL)
HBO-Rechten
Inleiding in het nederlandse recht
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
alessiamincuzzi
Content preview
LESDOELEN INLEIDING IN HET RECHT
Leerdoelen en samenvatting- “inleiding in het recht master doc”
Groen = eigen aantekeningen vanuit het boek
Zwart= leerdoelen
Blauw= antwoorden op leerdoelen
Week 1 Hoofdstuk 1
4 functies van recht:
1. Normatieve functie- gedragsregels/normen
2. Geschil oplossende functie- bepalen of en hoe iemand wordt gestraft
3. Additionele functie- als partijen vergeten zijn afspraken te maken vult het recht het
aan
4. Instrumentele functie- bijv. verkeersregels
Redenering naar analogie= werking van een wetsregel uitbreiden omdat het lijkt op een
wetskwestie of toch zo bedoeld is
A-contrario redenering= rechter gaat ervan uit dat een wet niet van toepassing is omdat de
wet specifiek voor iets bedoeld is
Interpretatiemethoden (hulpmiddelen bij het specificeren van regels):
Grammaticale interpretatiemethoden
Wetshistorische interpretatiemethode
Anticiperende interpretatiemethode
Rechtsvergelijkende interpretatiemethode
Systematische interpretatiemethode
Teleologische interpretatiemethode
Overig: precedenten interpretatiemethode en redelijkheid/billijkheid
uitleggen wat het verschil is tussen publiekrecht en privaatrecht;
privaatrecht= tussen burgers onderling
publiekrecht= tussen burgers en overheid
dwingend recht= recht waarvan burgers niet mogen afwijken
aanvullend recht= iets anders dan wat er in de wet staat wat 2 partijen duidelijk samen
hebben besproken
verschillende rechtsgebieden onderscheiden binnen het publiekrecht en binnen het
privaatrecht;
Privaatrecht Publiekrecht
- Ondernemingsrecht - Staatsrecht
- Personen- en familierecht - Bestuurs(proces)recht
- Vermogensrecht - Straf(proces)recht
- Volkenrecht (Europees recht en
Internationaal recht)
,Procederen= een beslissing aan de rechter vragen naar aanleiding van een conflict tussen 2
personen
uitleggen wat het verschil is tussen materieel en formeel recht;
Materieel recht= hoe (rechts)personen zich neer elkaar moeten gedragen
Formeel recht= hoe materieel recht wordt gehandhaafd
uitleggen wat het verschil is tussen nationaal recht en internationaal recht;
Nationaal recht= recht binnen een land
Internationaal recht= recht tussen landen
uitleggen wat het verschil is tussen objectieve rechten en subjectieve rechten;
Objectief recht= wat in algemene woorden voor iedereen geldt
Subjectief recht= recht van het individu
uitleggen welke rechtsbronnen er zijn en deze gebruiken;
1- De wet
2- De jurisprudentie
3- De gewoonte
uitleggen wat een rechtsregel is en waarin deze verschilt met een gedragsregel;
Rechtsregel is opgenomen in de wet en heeft een consequentie
een gedragsregel is een sociaal construct van wat geaccepteerd en normaal is
Week 2 H9 paragraaf 1 t/m 4.4 en 14 t/m 18
Spontane vernietigingsbevoegdheid= Vorm van controle door de centrale overheid
(regering) waarbij deze besluiten, genomen door lagere overheidsorganen, achteraf kan
vernietigen
Regering= koning en de ministers
monarchie= je hebt een koning/koningin als land
koning heeft een symbolische functie (alleen voor de mooi, geen politieke functie)
Ministerraad= alle ministers samen
minister= leidinggevende van een departement
minister-president= minister van algemene zaken en de voorzitter van de
ministerraad
minister zonder portefeuille= minister zonder departement
departement= ministerie, hiërarchisch geheel van ambtenaren, Minister
manager van secretaris-generaal
e Staatssecretaris
4 macht= ambtenarenkorps is zonder minister
Staatssecretaris is geen lid van de ministerraad, alleen adviseur Secretaris-generaal
Regels van ontslag:
o Minister weg-> staatssecretaris weg Overige ambtenaren
o Staatssecretaris weg-> minister mag blijven
Kabinet= ministers en staatssecretarissen
, onder aanvoering van minister-president
demissionair kabinet= tussentijd voor verkiezingen dat ze geen nieuwe dingen
beginnen, alleen lopende zaken afronden
formateur= het is a duidelijk welke partijen samen gaan werken en dit is de baas
informateur= mediator tussen partijen, hij zoekt uit wie er samen kunnen/willen
werken
regeringsakkoord= eindbeslissing
regeringsverklaring= final draft
staatsecretarissen
o aan een departement gebonden
o hulpje van de minister
o moet veel maar mag niks (ondergeschikt)
Staten-Generaal= eerste en tweede kamer
uitleggen wat de kenmerken van een rechtsstaat zijn;
Kenmerken van een staat:
1- aanwezigheid van volksgemeenschap (natie)
2- afgebakend grondgebied
3- 1 orgaan is de hoogste macht en bepaalt de regels (soeverein gezag)
4- (extra kenmerk) Erkenning door andere staten, de VN
Democratie = de stem van het volk
Kenmerken van een rechtsstaat
Legaliteitsbeginsel
Scheiding van machten
Onafhankelijke rechtspraak
Eerbieding grondrechten
de trias politica uitleggen;
scheiding van machten volgens Montesquieu:
- wetgevende macht (het volk)
- uitvoerende macht (koning)
- rechterlijke macht (onafhankelijke rechters)
Iedereen controleert elkaar: checks and balances
Decentralisatie= spreiding van staatsmacht
Territoriale spreiding= taken worden verdeeld op basis van plaats
(provincie -> gemeente)
Functionele spreiding= op basis van beroepsgroepen
(bedrijfschap->productschap)
Combinatie= het waterschap, op basis van locatie en beroep
uitleggen hoe de trias politica in het Nederlandse staatsbestel wordt toegepast;
- wetgevende macht (regering en Staten-Generaal)
- uitvoerende macht (regering)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alessiamincuzzi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R147,97. You're not tied to anything after your purchase.