100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Overzicht woordsoorten, zinssoorten & woorden werkwoordspelling. R68,32   Add to cart

Summary

Samenvatting Overzicht woordsoorten, zinssoorten & woorden werkwoordspelling.

 26 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Overzicht van verschillende woord- en zinsoorten. Handig te gebruiken ter voorbereiding op de 4F Nederlands toets. Alle woordsoorten overzichtelijk op een rij. Beschreven met uitleg en voorbeeldzin.

Preview 2 out of 6  pages

  • November 13, 2023
  • 6
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Overzicht van verschillende woordsoorten en hun betekenis met
voorbeeldzinnen:

1. Zelfstandig naamwoord (zn):
 Een persoon, plaats, ding of idee.
 Voorbeeld: De auto staat buiten.
2. Bijvoeglijk naamwoord (bn):
 Geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord.
 Voorbeeld: Een mooie zonsondergang.
3. Werkwoord (ww):
 Duidt een actie, toestand of gebeurtenis aan.
 Voorbeeld: Hij leest een boek.
4. Bijwoord (bw):
 Geeft meer informatie over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of
ander bijwoord.
 Voorbeeld: Ze zingt mooi.
5. Voornaamwoord (vnw):
 Wordt gebruikt ter vervanging van een zelfstandig naamwoord.
 Voorbeeld: Hij komt later.
6. Voorzetsel (vz):
 Geeft de relatie aan tussen twee woorden in een zin.
 Voorbeeld: Ze loopt naar huis.
7. Tussenwerpsel (tw):
 Drukt een emotie of reactie uit en staat vaak los van de rest van de zin.
 Voorbeeld: Goh, dat is interessant.
8. Lidwoord (lidw):
 Geeft aan of een zelfstandig naamwoord specifiek of algemeen is.
 Voorbeeld: De kat is zwart.
9. Voegwoord (vw):
 Verbindt woorden, zinnen of zinsdelen.
 Voorbeeld: Ze houdt van lezen, maar ze heeft weinig tijd.
10. Wederkerend voornaamwoord (wv):
 Geeft aan dat de handeling terugslaat op de handelende persoon.
 Voorbeeld: Ze wast zich.
11. Onbepaald voornaamwoord (onbep vnw):
 Vervangt een zelfstandig naamwoord zonder specifiek te zijn.
 Voorbeeld: Iemand heeft mijn pen meegenomen.
12. Betrekkelijk voornaamwoord (betrek vnw):
 Leidt een bijzin in en verwijst naar een zelfstandig naamwoord in de
hoofdzin.
 Voorbeeld: De man, die daar staat, is mijn buurman.

, 13. Voorzetseluitdrukking (vz uitdr):
 Een combinatie van voorzetsel en zelfstandig naamwoord of
voornaamwoord.
 Voorbeeld: Hij is bang voor spinnen.
14. Rangtelwoord (rangt vnw):
 Geeft de positie of volgorde van iets aan.
 Voorbeeld: Ze eindigde op de derde plaats.
15. Hoofdtelwoord (hoofdt vnw):
 Geeft het aantal aan zonder te verwijzen naar een specifiek object.
 Voorbeeld: Ik heb vier appels.
16. Onpersoonlijk voornaamwoord (onp vnw):
 Drukt een handeling uit zonder te verwijzen naar een specifieke
persoon.
 Voorbeeld: Het regent.
17. Vergelijkend bijvoeglijk naamwoord (vergel bn):
 Vergelijkt twee zelfstandige naamwoorden met behulp van 'dan' of 'als'.
 Voorbeeld: Ze is groter dan haar broer.
18. Voorwaardelijk voegwoord (vzvw):
 Leidt een voorwaardelijke bijzin in.
 Voorbeeld: Ik ga mee, als het mooi weer is.
19. Vervoegd werkwoord (vzww):
 Een werkwoord dat is aangepast aan de persoon, tijd en modus.
 Voorbeeld: Hij werkt elke dag.
20. Onvervoegd werkwoord (onvzww):
 Een werkwoord dat niet is aangepast aan de persoon, tijd en modus.
 Voorbeeld: Het is leuk om te fietsen.
21. Samenstelling (samenst):
 Een woord dat is samengesteld uit twee of meer woorden.
 Voorbeeld: Zij draagt een zonnebril.
22. Afleiding (afled):
 Een woord dat is afgeleid van een ander woord door het toevoegen van
een affix.
 Voorbeeld: Onvriendelijk gedrag wordt niet getolereerd.
23. Vast voorzetsel (vz vast):
 Een voorzetsel dat altijd met een bepaald woord wordt gebruikt.
 Voorbeeld: Hij is in de kamer.
24. Infinitief (inf):
 De onbepaalde vorm van een werkwoord.
 Voorbeeld: Ze wil leren schilderen.
25. Gerundium (ger):
 De vorm van een werkwoord die eindigt op '-ing' en wordt gebruikt als
een zelfstandig naamwoord.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deborahvandenbosse. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R68,32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R68,32  1x  sold
  • (0)
  Buy now