Samenvatting Vraagstukken Voortplanting en Vroege Levensfase
12 views 1 purchase
Course
Vraagstukken Voortplanting en Vroege Levensfase
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Volledige samenvatting van het vak Vraagstukken Voortplanting en Vroege Levensfase van jaar 3 van de bachelor Geneeskunde in Leiden. Alle hoorcollege aantekeningen achter elkaar inclusief plaatjes / slides en extra uitleg. Alle termen uitgelegd. Vak gehaald mbv deze samenvatting alleen.
Samenvatting Vraagstukken Voortplanting en Vroege Levensfase
HC3 Kinderwens een probleem: vrouwelijke problematiek
- Subfertiliteit
o 80-85% van de paren wordt in eerste jaar zwanger
o Kans op zwangerschap is gemiddeld 15% per cyclus
o Er is sprake van een fertiliteitsstoornis bij: “het gedurende meer dan 12 maanden
uitblijven van een zwangerschap ondanks onbeschermde coïtus”
o 15-20% van alle paren krijgt te maken met subfertiliteit in reproductieve levensfase
▪ 2/3 van deze paren wordt doorverwezen naar een specialist
- Oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO)
o 1. Diagnose: bij man en/of vrouw, of onverklaarde subfertiliteit
o 2. Prognose
▪ Verwijzen
▪ Behandelen
▪ Expectatief
▪ Anamnese + lichamelijk onderzoek
▪ Aanvullend onderzoek
▪ Adviezen
• Leefstijl
• Medicatiegebruik: R / foliumzuur
• Coitus timing
- Hypothalamus – hypofyse – gonade as (HPG as)
o Hypothalamus: GnRH afgifte
o Hypofyse: produceert LH / FSH
o LH / FSH stimuleert de ovaria tot de rijping en ovulatie van
een eicel
o Ovaria produceren onder invloed van de eicel / corpus
luteum, estrogenen en progesteron
- Fysiologie
o Hormoonwaardes van een vrouw in de vruchtbare fase wisselen
- Oligo- of amenorroe
o Er is sprake van een cyclusstoornis bij een vrouw, als er sprake is van een
oligomenorroe of een amenorroe
o Gezond: cyclus tussen 23 en 35 dagen (dan is de kans op een ovulatie 90%)
1
, o Pathologisch: (anovulatie)
▪ Oligomenorroe: cyclus > 35 dagen
▪ Amenorroe: cyclus geheel afwezig of > 6 maanden geen menstruaties
• Primaire amenorroe: nog nooit een cyclus gehad
• Secundaire amenorroe: wel ooit cyclus / menstruatie gehad, maar
later gestopt
- Anovulatie: waar ligt het probleem?
o Gonadotrofines: LH / FSH
o Oestrogenen / progesteron
o WHO-I (centraal probleem: 10%)
▪ Hypogonadotroop (FSH laag), hypo-oestrogeen
o WHO-II (disbalans hypofyse-ovarium-as 85%)
▪ Normogonadotroop (FSH normaal), normo-oestrogeen
o WHO-III (ovarium probleem: 5%)
▪ Hypergonadotroop (FSH hoog), hypo-oestrogeen
o Overig: hyperprolactinemie, schildklierprobleem
▪ Hypo- of normo-gonadotroop/-oestrogeen
- #2. Anovulatie WHO-II
o Normogonadotroop, normo-oestrogeen
▪ FSH 2-10
▪ Oestradiol 100-300
o Pathofyisiologie
▪ Exacte mechanisme onbekend
▪ Verhoogde LH/FSH ratio, hyperinsulinisme, hyperandrogenisme
(overbeharing / acne)
▪ Vaker bij overgewicht
▪ Rijping follikels verstoord
o Meest voorkomend oorzaak: polycysteus ovarium syndroom (PCOS)
o Therapie
▪ Doel = mono-ovulatie, normaal corpus luteum, goede endometrium opbouw
• Minst belastend, meest kosteneffectief, zo klein mogelijk risico op
complicaties
▪ Beleid:
• Leefstijladvies: afvallen 10%
• Medicamenteus (mits BMI < 30 of minimaal 10% afgevallen)
2
, o Anti-oestrogeen: receptor modulator (centraal) – afgifte FSH
/ LH – stimulatie follikel
o Clomifeencitraat, cyclus dag 3 t/m 7
• Aromataseremmer:
o Vorming van oestrogenen uit androgene precursors
verminderd
o Letrozol, vooralsnog off-label, cyclusdag 3 t/m 7
• Gonadotrofines: FSH (subcutane injectie)
o Cyclusmonitoring (echoscopisch)
• Risico op een meerling is bij dit soort behandeling verhoogd t.o.v.
spontane cyclus
- #1. Anovulatie WHO-I
o Hypogonadotroop, hypo-oestrogeen
▪ FSH < 2
▪ Oestradiol < 100
o Oorzaken:
▪ Stress
• Stress geeft een storing in de HPG-as door interactie met de cortisol
as
▪ Ernstig gewichtsverlies / ondergewicht
▪ Overmatige fysieke inspanning
o Therapie
▪ Leefstijladviezen (inclusief foliumzuur)
▪ Medicamenteuze behandeling – streven naar monofolliculaire groei
• FSH en LH (combinatiepreparaat)
• GnRH pomp pulsatiel
▪ Risico’s / bijwerkingen
• Risico meerling
• Echoscopische monitoring bij FSH/LH
- #3. Anovulatie WHO-III
o Hypergonadotroop, hypo-oestrogeen
▪ FSH > 25
▪ Oestradiol < 100
o Anovulatie WHO-III voor 40e levensjaar noem je een → Primaire ovariële
insufficiëntie (POI) / vervroegde overgang
o Oorzaken
▪ Idiopathisch (70%)
▪ Genetisch (XO, fragiele X premutatie)
▪ Status na chemotherapie, radiotherapie, chirurgie
▪ Auto-immuun
o Therapie
▪ Geen mogelijkheid om follikelgroei te stimuleren
▪ Alternatieven: eiceldonatie, alternatief ouderschap (adoptie, pleegzorg)
▪ Spontane kans op zwangerschap: <5%
▪ Ondanks dat er geen medicamenteuze mogelijkheid meer is voor
behandeling qua kinderwens → hebben deze vrouwen wel medicatie nodig -
voor hun gezondheid op lange termijn en reductie van klachten. Want
langdurig hele lage oestrogenen geeft overgangsklachten (opvliegers,
3
, vaginale droogheid, libido verlaging, slaapstoornissen), maar ook
osteoporose en hart- en vaatziekten.
• Medicatie: suppletie oestrogenen (HST) ter preventie van
climacteriële klachten en van osteoporose en cardiovasculaire
pathologie
▪ Ook aandacht voor psychosociale problematiek!
- #4. Andere vormen van anovulatie (DD hyperprolactinemie, hypothyreoïdie)
o Hypo of normo gonadotroop / oestrogeen
o Oorzaken:
▪ Hypofyse adenoom
▪ Medicatie (anti psychotica, antidepressiva, anti-emetica)
▪ Hypothyreoïdie
o Therapie afhankelijk van de oorzaak
o Anovulatie bij hyperprolactinemie
- Hormoonbepaling bij anovulatie
o Gonadotrofine: FSH (2-10 U/I)
o Oestradiol (100-300 pmol/l)
o Prolactine
o (hCG)
o Progesteron (>20 = ovulatoir)
o LH
o Testosteron, SHBG
o TSH
o Op indicatie aanvullend onderzoek
- Aanvullende vragen bij onvervulde kinderwens anamnese
o WHO-I
▪ Ondergewicht / snel afgevallen
▪ Stress
▪ Leefstijl (topsport)
o WHO-II
▪ Overgewicht
▪ Beharing
▪ Acne
o WHO-III
▪ Klachten passend bij (peri) menopauze (opvliegers, nachtzweten, atrofie)
▪ Familie-anamnese (auto-immuun ziekten, POI)
o Andere oorzaken
▪ Galactorroe
4
, ▪ Medicatie
- Oriënterend fertiliteitsonderzoek (OFO)
o 1. Eicel – cyclus
o 2. Zaadcel
o 3. De weg er naartoe: cervix – uterus en tubae
▪ Cervix
• Cervixfactor mogelijk na operatieve ingrepen aan de cervix
▪ Uterus
• Uterusanomalie, myomen en adenomyose kunnen een negatieve
invloed hebben op de zwangerschapskans
▪ Tubae
• Oorzaken tubapathologie:
o Doorgemaakt chlamydia infectie
▪ CAT: chlamydia titer → op die manier kan je in het
bloed controleren of iemand ooit een chlamydia
infectie heeft gehad (je test eig chlamydia IgG) → als
die positief is, is de kans op tubapathologie dus
hoger en is verder onderzoek geïndiceerd
o PID
o Endometriose
o Status na abdominale chirurgie – adhesies
• Diagnostiek tubapathologie:
o Laparoscopie met tubatesten
• Beleid bij tubapathologie:
o (Operatief) → meestal niet heel effectief, want als je
verklevingen operatief weghaalt, ontstaan er meestal weer
nieuwe verklevingen
o IVF / ICSI
o Slagingskansen IVF/ICSI afhankelijk van:
▪ Leefstijl (BMI, roken, alcoholgebruik)
▪ Leeftijd
▪ Ovariële reserve
▪ 30% per cyclus – 60-65% na 3 cycli IVF
- Prognose en beleid
o Leeftijd > 38 jaar (en 1 jaar onvervulde kinderwens) – verwijzen naar gynaecoloog
o Kans < 30% (berekent via Hunault score) – verwijzen naar gynaecoloog
o Kans 30-40% - uitleg / overleg met patiënte (nog geen doorverwijzing)
o Kans > 40% - expectatief beleid
- Take home messages
o Denk aan de vereisten voor een zwangerschap
o OFO – onderzoek naar oorzaak en prognose
o Anovulatoire cyclus – WHO-I, II, of III, hyperprolactinemie
o Behandeling: afhankelijk oorzaak
▪ 1. Anovulatie: hormonale therapie (indien mogelijk!)
▪ 2. Tubapathologie: IVF/ICSI, operatieve ingreep
▪ 3. Mannelijk factor (zie volgende college)
▪ 4. Leefstijl: adviezen
5
,HC4 Kinderwens een probleem: mannelijke problematiek
- Regulatie spermatogenese
o Hypothalamus: geeft GnRH
af aan de hypofyse
o Hypofyse voorkwab
produceert FSH en LH
▪ FSH stimuleert de Sertolli
cellen (in testikels) tot de
spermatogenese
▪ LH stimuleert de Leydig
cellen tot productie van
testosteron
• Testosteron heeft op zijn
beurt weer een effect op de
spermatogenese
- Spermatogenese
o Spermatogenese vindt bij mannen plaats in de testikels
(bestaat uit testis en bijbal)
o Mannen maken elke dag nieuwe zaadcellen aan → dat is
ook de reden dat mannen tot op hele hoge leeftijd nog
vruchtbaar zijn
o Sertollicellen liggen met name in de tubuli, ze stimuleren
dus de spermatogenese en ze scheiden ABP uit → ABP
bindt testosteron → op die manier wordt er voor
gezorgd dat de testosteron concentratie hoog is in de
tubuli
o In de interstitiële ruimte liggen de Leydig cellen en die
vormen onder invloed van LH dus testosteron
- Anamnese bij mannelijke problematiek
o Algemene voorgeschiedenis
▪ Gezond / ziekte / trauma
▪ Operaties
▪ Infecties / SOA
o Speciele anamnese
▪ Primaire of secundaire subfertiliteit
▪ Duur vd subfertiliteit
▪ Puberteitsontwikkeling
▪ Seksuele anamnese
o Medicatie / intoxicaties / leefstijl / BMI / alcohol, roken, drugs
- Instructie semenanalyse
o Onthoudingstijd
o Inlevertijd
o Geen condoom gebruiken
o Hoe
o Vervoer
6
, o Opvangpotje
o Anamnese (recente ziekte, alles opgevangen?)
- Semenanalyse WHO criteria
o Volume > 1,5 ml
o Concentratie > 15 milj/ml
o Beweeglijkheid > 32%
o VCM > 10 miljoen goede motiele zaadcellen in een ejaculaat
▪ VCM = volume x concentratie x percentage progressief motielen / 100 →
belangrijke maat voor behandelopties
- Indeling semenanalyse
o Normospermie: alle waarden normale range, VCM > 10 miljoen
o Azoöspermie: geen spermacellen
o Oligozoöspermie: <15 miljoen / ml
o Astenozoöspermie: motiliteit < 32%
o Teratozoöspermie: < 4% normale vormen
- Bloedwaarden
o Gonadotrope hormonen: FSH / LH
o Testosteron (gonaden)
o Prolactine (prolactinoom in de hersenen)
- Lichamelijk onderzoek
o Testikels – goed ingedaald / formaat testikels
o Zaadleiders voelen
- DD / oorzaken verminderde semenkwaliteit
o Congenitaal (dysgenie, niet indalen van de testis)
o Verworven (orchitis, torsio testis, chemo/radiotherapie, trauma)
o Genetisch (Klinefelter, Y chromosoomdeletie, CFTR genmutatie)
o Endocrien (Kallman, hypofyse-adenoom, steroïden)
o Obstructie (CBAVD, prostaatcyste, epidydimisobstructie, operatie lies/scrotum)
o Urogenitale infectie
o Divers (medicatie, stress, chronische ziekte, varicocèle)
▪ Bijv. extern testosteron gebruik → mannen die testosteron gel gebruiken of
testosteron injecteren voor betere resultaten in de sportschool →
belemmert echter de spermatogenese. Er is dan sprake van een azoöspermie
obv een hypogonadotroop (FSH/LH) hypergonadisme (hyper-testosteron)
door extern testosteron toediening. Duurt minstens 6 maanden voor herstel
van de spermatogenese.
- Classificatie afwijkende semenanalyse / azoöspermie
o 1. Centraal probleem
▪ Hypogonadotroop
• FSH / LH laag
• Testosteron laag
▪ Oorzaken centraal
• M. Kallmann
• Prolactinoom
• Hypofyse probleem
o 2. Obstructie
▪ Normogonadotroop
• FSH/LH normaal
7
, • Testosteron normaal
▪ Oorzaken obstructie
• Infectie
• CBVAD (congenital bilateral absence of the vas deferens)
• Vasectomie
▪ Behandeling obstructie
• TESE: TEsticulaire Semen Extractie
• MESA / PESA: zaad uit bijballen halen (operatief)
o 3. Testis probleem
▪ Hypergonadotroop
• FSH/LH hoog
• Laag of normaal testosteron
▪ Oorzaken testis
• Klinefelter syndroom
• Torsio testis in VG, testistumor
• Niet ingedaalde testis (crytorchisme)
- Lichamelijk onderzoek bij mannelijke problematiek
o Lengte, gewicht
o Lichaamsbouw
o Gynaecomastie
o Beharingspatroon
o Genitalia
o Scrotum, penis, epididymis, testisgrootte
o Consistentie, links-rechts verschil
o Aanwezigheid vas deferens?
- Behandelopties
o Opwerken semen
▪ Verminderen van volume
▪ Selectie van de best bewegende zaadcellen
▪ Wegvangen prostaglandines, slecht bewegende dode cellen, etc.
▪ Daarmee VCM proberen te verhogen
o Geassisteerde voortplanting
▪ Behandelingsopties op basis van VCM:
• 3-10 miljoen → IUI (intra uteriene inseminatie)
• 1-5 miljoen → IVF
• < 1-2 miljoen → ICSI (intra cytoplasmatische
sperma injectie)
- Take home messages
o Anamnese is enorm van belang!! Vraag alles uit
o Verminderde semenkwaliteit of azoöspermie kan het eerste symptoom zijn van een
onderliggende ziekte
o Classificatie azoöspermie (hyper-, normo-, hypogonadotroop)
o Er zijn verschillende behandelopties afhankelijk vd ernst en oorzaak van het
afwijkende semen
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkew. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R243,34. You're not tied to anything after your purchase.