100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Topic: Always Connected: Key insights in youth, media and technology (UY) R160,38   Add to cart

Summary

Samenvatting Topic: Always Connected: Key insights in youth, media and technology (UY)

 22 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Hi! Dit is een samenvatting van het vak Topic Always Connected: Key insights in youth, media and technology aan de UVA (jaar 23/24). Dit zijn aantekeningen van alle hoorcolleges (week 1 t/m 7), aangevuld en verduidelijkt met de vereiste literatuur (artikelen en boek). Ik heb een andere, uitgebr...

[Show more]

Preview 3 out of 27  pages

  • December 21, 2023
  • 27
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1
Kinderen en jongeren scherm tijd verandert snel: Hoeveel media
consumeren jongeren?
Segmentatie van media- en tech publiek:
Baby’s < 1 jaar
Vroege kinder jaren 1 – 5 jaar
Midden kindertijd 5 – 8 jaar
Tweens 8 – 12 jaar
Vroege adolescenten 12 – 15 jaar
Late adolescenten 15 – 19 jaar
Media gebruik (Amerikaans onderzoek 2017)
Leeftijd Scherm tijd Media tijd
< 2 jaar 0:42 1:25
2 – 4 jaar 2:39 3:30
5 – 8 jaar 2:56 3:36

Kinderen en jongeren (digitale) ontwikkelingscontext verandert snel
en continu
De digitale ontwikkeling verandert snel en voortdurend:
 Passiever gebruik: we scrollen meer op sociale platforms dan we posten
 Dit betekent dat als we het gebruik veranderen (van actief naar passief), de
effecten ook veranderen
 Nieuwe platforms en veranderende populariteit van platforms
 Nieuwe mogelijkheden: platforms blijven nieuwe functies toevoegen

Morele paniek = het fenomeen dat elke keer dat er nieuwe media/technologieën ontstaan,
de eerste reacties negatief zijn: mensen zijn bang voor de gevolgen.

Gevolgen van deze veranderingen:
 Extreem ongenuanceerde krantenkoppen

"Als het bloedt, leidt het" en “goed nieuws is geen nieuws” lijken de mantra’s van
journalisten te zijn die schrijven over jongeren en de media.

Tegenwoordig halen verhalen over jongeren en de media vrijwel dagelijks het nieuws. De
nieuwsverhalen hebben vier gemeenschappelijke kenmerken:
1. Ze gaan vaker over de negatieve dan positieve effecten van media
2. Nieuwsberichten richten zich vaak op extreme incidenten
3. Journalisten citeren regelmatig klinische experts zoals kinderartsen en psychiaters
4. Mist vaak de nuance van onderzoeksresultaten en kiest in plaats daarvan voor een
zuivere, simplistische en vaak alarmerende soundbite

De negatieve perceptie van jeugd- en mediaonderzoek in het nieuws suggereert vaak dat
media voornamelijk negatieve effecten hebben op jongeren. Echter, empirisch onderzoek
onthult geen duidelijk beeld, noch positief noch negatief.

1

,  Dystopisch paradigma: alle media zijn problematisch voor jongeren
 Utopisch paradigma: jongeren profiteren universeel van media

Nadenken over de rol van de media en technologie (TOEN)
 Ontploffing uit het verleden (tijdens film)
 Injectienaaldperspectief: de media-effecten waren onmiddellijk, direct en voor
iedereen hetzelfde
 Payne-fondsstudies: eerste onderzoek naar media-effecten op jongeren. Deze studie
was veroorzaakt door het idee dat media-effecten krachtig zijn en voor iedereen
hetzelfde zijn.
 Uitgevoerd tussen 1929 en 1933, toen talkies erg populair waren

Jaren 20 -> pied piper-effect van films: kinderen imiteren de kleding, houding en gedrag van
bioscoopidolen.
 Dit leidde tot een vraag naar informatie over het effect van films op kinderen en
adolescenten.
 Dit leidde tot het payne fund project: een van de grootste onderzoeken ooit naar de
invloed van films op kinderen en adolescenten

Belangrijke bevindingen van het payne fund project:
 De leeftijd van het kind is een belangrijke factor bij het voorspellen van de
gevoeligheid voor de effecten van films
 Films hadden sterke effecten op minder intelligentere kinderen, lage huishoudens,
verwaarloosde kinderen, kinderen met neiging tot crimineel gedrag
 Films oefenen geen sterke en universele invloed uit op alle kinderen
 De payne fund studies leverden geen bewijs op ter ondersteuning van het
injectienaaldperspectief.

In 1939 ontkrachtte het hoorspel War of the Worlds ook de injectienaaldtheorie:
Het hoorspel rapporteerde nieuws over een invasie van buitenaardse wezens in Noord-
Amerika. Van de 16 miljoen luisteraars raakte 1 miljoen in paniek. Als de injectienaald
theorie als juist werd beschouwd, hadden alle luisteraars bang moeten zijn.

De selectieve blootstellingtheorie van Klapper: mensen kunnen slechts aandacht besteden
aan een beperkt aantal berichten uit alle berichten, en alleen die berichten hebben het
potentieel om de mens te beïnvloeden.

Nadenken over de rol van de media en technologie (NU):
Hedendaagse theorieën over media-effecten
Aannames van hedendaagse theorieën over media-effecten (bijvoorbeeld ELM, DSMM,
sociaal-cognitieve theorie etc.)
 Mediagebruik kan veranderingen teweegbrengen in kennis, overtuigingen, emoties,
attitudes en gedrag
 Media-effecten zijn voorwaardelijk van aard en niet universeel
 Media-effecten zijn wederkerig: mediagebruik heeft effect op kinderen maar deze
effecten kunnen op hun beurt van invloed zijn op de manier waarop kinderen
vervolgens media gebruiken.

2

, De orchidee-paardenbloem hypothese: de meeste kinderen zijn als paardenbloemen en
kunnen in bijna elke denkbare omgeving gedijen. Een kleine groep kinderen, de orchideeën,
heeft het potentieel om de paardenbloemen te overtreffen, maar alleen als ze opgroeien in
een voldoende stimulerende omgeving. Zonder die omgeving zullen ze wegkwijnen.

Academici -> DSMM model (valkenburg, 2013)
Beoefenaars -> De drie C’s

Het DSMM model:
 Aanname dat blootstelling aan media een effect heeft op de mens
 Anders dan injectienaaldperspectief want er wordt rekening gehouden met
individuele verschillen: individuele verschillen beïnvloeden de manier waarop we
worden beïnvloed door de media:
 Ontwikkelingsverschillen (leeftijd)
 Dispositionele verschillen (persoonlijkheid)
 Verschillen in sociale context (externe factoren, bijvoorbeeld ouders)
 Media-effecten treden alleen op als bepaalde reacties plaatsvinden. Verschillende
reacties tijdens mediagebruik:
 Affectieve reacties
 Cognitieve reacties
 Fysiologische reacties
 Het is een transactioneel model: de media-effecten beïnvloeden ons mediagebruik,
en er kan dus geen oorzaak-gevolgrelatie worden vastgesteld.

De 3 C’s van media-effecten worden gebruikt om te beoordelen of u over alle gegevens
beschikt om vast te stellen of uw kind is beïnvloed door bepaalde media (DSMM):
1. Content: beoordeel de media-inhoud, is deze educatie/geschikt voor de leeftijd?
2. Context: wanneer en met wie gaat het kind de app gebruiken, is er ouderlijk
toezicht/bemiddeling?
3. Kind (child): hoe oud is uw kind, is het zenuwachtig, heeft het aandachtsproblemen?

Schermtijd
Ouderlijke zorgen: hoeveel schermtijd is te veel?

Schermtijd zelf (niet gerelateerd aan de inhoud) heeft geen of slechts een beperkte
associatie met de negatieve uitkomsten. Inhoud is veel belangrijker dan schermtijd,
bijvoorbeeld: Educatieve tv kan -> positieve cognitieve en ontwikkelingseffecten hebben.
 Onderzoek heeft veranderd

Przybylski et al. hebben “bescheiden positieve relaties” gevonden toen kinderen apparaten
gebruikten en/of tv gekeken voor maximaal twee uur per dag

Hoe zit het met deze richtlijnen voor schermtijd?
2001: De Amerikaanse Vereniging voor Kindergeneeskunde (AAP) zegt geen tv < 2.
- Wat is schermtijd in 2023?
- Geen “absolute” maximale schermtijd

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isa1999deboer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R160,38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R160,38  3x  sold
  • (0)
  Buy now