100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting #sociaalwerk - Inleiding tot sociaal werk R155,87
Add to cart

Summary

Samenvatting #sociaalwerk - Inleiding tot sociaal werk

1 review
 81 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze volledige samenvatting bestaat uit notities genomen tijdens de les, de gebruikte powerpointslides en informatie verwerkt uit het gebruikte handboek. Alles wordt overzichtelijk weergegeven. 14 gehaald met deze samenvatting

Preview 10 out of 62  pages

  • Yes
  • December 23, 2023
  • 62
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: sophievandeputte • 4 months ago

avatar-seller
Inleiding tot het sociaal werk
Les 1: introductie
Een eerste beeldanalyse
Wat houdt het werk van een sociaal werker in?

 Bruggenbouwer onder: hulpverleners/ mesoniveau (=hoger management)/ mens en
samenleving & de doelgroep
 Outreachend werken
 Breed/ generalistisch
 Methodisch doordacht werken: methodisch plan opstellen om situatie aan te pakken
 Empowermentparadigma: op maat kijken op lange termijn, de mensen iets leren
 Ethisch werken: waardegericht (mensenrechten, sociaalrechtvaardig,…)  normatieve
professie
 Verbinding: contact met anderen, meervoudig gekwetste mensen hebben terug vertrouwen
nodig in samenleving

Vaststelling:

 ‘Sociaal Werk’ = amalgaam van ogenschijnlijk zeer diverse praktijken
 Toch is essentie vaak hetzelfde:
 Bijstaan/ondersteunen van mensen;
 In een moeilijke of specifieke situatie;
 In het samen-leven (relationele component);
 In samenwerking met andere disciplines


Een voorbeeld hiervan: Hoe kan het Sociaal Werk betrokken worden op deze casus?

Alex (14 jaar): Stelt problemen op school (spijbelgedrag, ‘moeilijk’ in de klas) en krijgt problemen
thuis (ouders reageren zeer bestraffend, waardoor A. zich nog meer afzet); Begint probleemgedrag te
vertonen in de wijk (druggebruik, vechtpartijen, diefstal, …)

SW zou op verschillende niveaus kunnen tussenkomen:

Eén op één gesprekken met Alex;
Thuisbegeleiding in het gezin;
Groepswerk met Alex en andere jongeren uit de wijk rond bv. drugsproblematiek;
Aan de slag binnen de schoolcontext;
Opbouwwerk in de wijk (niet gericht op A. maar op algemene problematiek van bv.
jongerencriminaliteit of overlast);
 SW binnen jeugdrecht of Bijzondere Jeugdzorg;
 KRAS: plek waar jongeren naartoe kunnen in hun vrije tijd, soort van communitybuilding
 Een combinatie van verschillende niveaus.

Conclusie:

 Wat Sociaal Werk is, blijft vaag en onduidelijk
 Algemene beeldvorming in de Samenleving niet rooskleurig

,Les 1: Sociaal werk definiëren
De Sociaal Werk-boo
Wat verstaan we onder “de sociaal werk-boom”:

Alle specialismen binnen SW hebben éénzelfde gemeenschappelijke
stam én wortels;

Eender welke job je binnen het sociaal werk gaat doen  vertrekt
vanuit gemeenschappelijke stam:

 Beroepsethische professie  ethiek is belangrijk
 Methodisch handelen
 Mensenrecht- en grondrechten zitten centraal

De wortels: gaat over afkomst van het sociaal werk, de historiek, de
grondleggers,…

Op een bepaald moment vertakt de stam: verschillende takken die voortdurend groeien, veranderen
van vorm én op hun beurt vertakken  de verschillende sectoren

De boom staat onder invloed van de elementen: het is de samenleving die mee het SW maakt
(takken die afbreken/aangroeien)  maatschappelijke problemen die ontstaan

Boom/bos perspectief: verschillende andere disciplines die samen met SW-boom het sociaal-
agogische bos vormen.  bos staat in brand, als sociaal werker bos blussen  hoe komt het?



Sociaal werk definiëren?
Sociaal werk = globaal gegeven  International Federation of Social Work:

 Promoten van Sociaal Werk als professie;
 Promoten en ondersteunen van nationale organisaties;
 Promoten van participatie van Sociaal werkers aan beleid.
 Deontologische code ontwikkelt

 Gewerkt aan een definitie van Sociaal Werk


Rechten van een sociaal werker door IFSW  gaat
over bescherming van de sociaal werker zelf

IASSW: stellen kwaliteitsnormen op voor onderwijs
rond sociaal werk (IASSW = International Association
of Schools of Social Work)

In België hebben we geen beroepsvereniging van het
sociaal werk

,Historisch perspectief
Definitie sociaal werk doorheen de tijd
1959
“SW is a systemic way of helping individuals and groups towards better adaptation to society. The Swer will
work together with clients to develop their inner resources and he will mobilize, if necessary outside facilities for
assistance to bring about changes in the environment. Thus, SW tries to contribute towards greater harmony in
society. As in other professions, SW is based on specialized knowledge, certain principles and skills.”

 Sociaal Werkers passen zich aan de samenleving aan
 Proberen verandering in de omgeving aanbrengen
 Functie van sociaal werk = voor meer harmonie in samenleving zorgen  zorgen dat mensen
zich aanpassen aan samenleving

 Bedoeling definitie: Systeemconforme sociaalwerkers opleiden  sociaal werkers die werken
binnen wat verwacht wordt in het systeem volgens het standaardplaatje

1982
SW is a profession whose purpose it is to bring about social changes in society in general and in its individual
forms of development.

 Vernieuwing tov vorige definitie: sociaal werkers moeten voor verandering in samenleving
zorgen + op individueel vlak

2000 - 2001
The social work profession promotes social change, problem solving in human relationships and the
empowerment and liberation of people to enhance wellbeing. Utilising theories of human behaviour and social
systems, social work intervenes at the points where people interact with their environments. Principles of
human rights and social justice are fundamental to social work.

 Individueel niveau + structureel werken
 Mensen “bevrijden”
 Sociaal werkers vooral actief waar mensen botsen in hun sociale omgeving
 We gebruiken theorieën die gaan over systemen


2014 (Huidige definitie)
Social work is a practice-based profession and an academic discipline that promotes social change and
development, social cohesion and the empowerment and liberation of people. Principles of social justice,
human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work. Underpinned by
theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social work engages people and
structures to address life challenges and enhance wellbeing. (The above definition may be amplified at national
and/or regional levels.)

Vertaling: Sociaal werk is een praktijkgericht beroep en een academische discipline die sociale verandering en
ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van sociale
rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit staan centraal in
het sociaal werk. Ondersteund door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen, menswetenschappen en
lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen
aan te pakken en welzijn te bevorderen (VOSW, 2015).

,Verwerkingsvragen (helpend bij examen)
1. Welke evoluties zie je in de definities die gepresenteerd werden?

2. We hebben gesteld dat sociaal werk een ‘sociaal construct’ is. Leg uit hoe de evoluties in de
definitie van SW kunnen gezien worden als ondersteuning voor deze stelling.

3. Waarom wordt de huidige definitie van SW beschouwt als een ‘globale’ definitie, terwijl er
eerder steeds gesproken werd over een ‘internationale’ definitie?

De internationale definitie van sociaal werk


In de internationale definitie: 3 belangrijke elementen:

 Theorie (vb: sociale wetenschappen als theoretisch kader)
 Praktijk
 Waarden

 Deze 3 elementen beïnvloeden mekaar voortdurend.

Sociaal werk is een praktijkgericht beroep en een academische discipline die sociale verandering en
ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van
sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor diversiteit
staan centraal in het sociaal werk. Ondersteund door sociaalwerktheorieën, sociale wetenschappen,
menswetenschappen en lokale vormen van kennis, engageert sociaal werk mensen en structuren om
levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te bevorderen (VOSW, 2015).



Social work is a practice-based profession.

 Sociaal werk is een beroep met een specifieke opleiding
 Sociaal werkers zijn opgeleide deskundigen
 Cfr. discussie: is sociaal werk een professie? (cf. Van Pelt et al., 2020)

,Verschillende zichten op Sociaal werk als professie:


 Verzelen (2005) gebruikt vijf kenmerken van professionaliteit om aan te tonen dat SW een
professie zou zijn:

1. Beroep gebaseerd op een geheel van systematisch geordende & overdraagbare theoretische
kennis;
 Sociaal Werk = professie die theorieën “steelt” uit andere menswetenschappelijke
professies  we bouwen multi-perspectief (recht, psychologie, sociologisch, economisch,…)
 Eclectische professie

2. Beroepsbeoefenaar is een autoriteit om zelfstandig taken uit te voeren en beslissingen te
nemen;
 Iemand die deskundig is op zijn terrein en daardoor beslissingen kan nemen

3. Beroep heeft een door de gemeenschap gewaardeerd prestige;
 Vb: dokter, advocaat, burgerlijk ingenieur,…

4. Beroep is gericht op dienstverlening, heeft een ethische beroepscode die bewaakt wordt door
professionele organisatie die deze code bewaakt;

5. Beroep heeft professionele cultuur gehandhaafd door formele organisaties en informele
collegiale contacten & institutionele verbanden.
 Beroepscultuur sociaal werk: praters, netwerkers,…
 Een bepaald type persoon: eigenzinnig, voor mening opkomen, empathie

 Flexner (1915; 2001): SW is géén professie aangezien het geen exclusief kennisdomein heeft.
 Kunnen we vandaag tegenspreken  er bestaat master, waar sociaalwerkonderzoek in
gebeurt

 Etzioni (1969): SW is een semi-professie, moet zichzelf (in het licht van maatschappelijke
evoluties) steeds opnieuw heruitvinden (cfr. ook verpleegkundigen en leerkrachten)
 Sociaal werk  Sociaal construct = beroep dat gemaakt wordt in en door de samenleving,
staat onder invloed van sociale evoluties  verandert dus constant

 Sluit aan bij Lorenz (1994): sociale problemen worden steeds weer opnieuw gedefinieerd in
relatie tot de context én in dialoog met verschillende actoren (professionals, vrijwilligers en
gebruiken

,Professionaliteit als doorslaggevend element?

Voorzichtigheid geboden: wat met sociale professionals zonder specifiek Sociaal Werk-diploma? Wat
met de vele vrijwilligers en burgerinitiatieven?

 Veel schaduw-sociaalwerkers = mensen die zorgen voor sociale ondersteuning en verbinding,
zonder een officieel diploma  netwerken die elkaar helpen

 Immers, dialectische cyclus eigen aan sociaal werk: wat nu geprofessionaliseerd is, is wellicht
ontstaan vanuit niet-professionele initiatieven en wordt vandaag opnieuw uitgedaagd door
nieuwe initiatieven.

 Kunnen we SW dan niet beter beschouwen als een ‘praktijk’?



Conclusie: pleidooi voor brede interpretatie van SW als een praktijkgericht beroep:

 Beroepskrachten, vrijwilligers én geëngageerde burgers vormen samen het SW
 SW als open domein dat vorm krijgt in de praktijk


…and an academic discipline…

 Sociaal werk is niet alleen een praktijkgericht beroep met een praktijkgerichte opleiding;
 Sociaal werk is ook een academische discipline, onderscheiden van andere disciplines als
sociologie, psychologie, criminologie, pedagogie, …

 Dit impliceert ontwikkeling eigen kennisbasis en eigen onderzoeksveld (socialworkresearch)



In Vlaanderen: opleiding Master in Sociaal Werk sinds 2005:

 Drie universiteiten: KUL, UGent & UA
 Verschillende invalshoek:




In heel wat landen: veel langere academische traditie (vb. VS en VK)

 Bij ons: opleidingen ontstaan vanuit arbeidersbewegingen en overheid  sterk praktijkgericht
 ingedeeld bij hoger technisch onderwijs (A1  professionele bachelor)
 Bolognaverklaring (1999): stroomlijnen van Europees hoger onderwijs in BaMa structuur 
katalysator voor academisering SW

,…that promotes social change and development, social cohesion…

Sociaal werkers richten zich op sociale verandering en sociale cohesie (individueel, familiaal, kleine
groep, buurt, wijk, stad, samenleving)

 Sociale verandering bewerkstelligen in menselijke relaties:
 Het gaat niet om het intrapsychische
 Wel om de persoon in relatie tot andere personen, zijn directe omgeving en de
samenleving.

 Sociaal werkers ondersteunen mensen op een systematische manier en gebruiken hiertoe
een hele waaier aan contextafhankelijke interventies  methodisch handelen

 Doel is steeds: Situatie van mensen en hun functioneren in de samenleving, een
organisatie of hun directe omgeving verbeteren of optimaliseren (micro, meso) EN
structurele oorzaken van sociale problemen aanpakken (macro).

 Sociale cohesie = het bevorderen van de ontwikkeling van sociaal weefsel in de samenleving
(kwaliteit van samenleven & samenleving)
 Sociaal werk = verbinden en inbedden: deelname van mensen aan verschillende facetten
van het maatschappelijke leven faciliteren (sociaal, cultureel, sport, onderwijs, …)
 Publiek karakter van acties om kwaliteit van samenleven/solidariteit te verbetert



“… and the empowerment…

Het EMPOWERMENTPARADIGMA heeft nog steeds een centrale positie in de globale definitie. Dit is
het paradigma waaruit wij handelen, denken en kijken  meer dan een methodiek gewoon
gebruiken

 Een paradigma, vanuit de wetenschapsfilosofie (Kuhn) =
 Geheel van overtuigingen, waarden en manieren van handelen (denk- én
handelingskader); het is een houding tegenover de cliënt
 Collectief gedeeld binnen een bepaalde sector  heel sociaalwerk kijkt empowerend
 In een bepaalde tijdsgeest.  in geschiedenis/ verleden was dit niet zo

 Het kleurt heel je zijn, kijken en handelen  je kan niet anders, maar als er voldoende bewijs is
om dat geloof te verleggen, dan kan je ook niet meer terug


Historiek van empowermentparadigma


Historische roots empowerment in USA jaren ’60: Grote economische welvaart (‘golden’ 60’s): na
WO II ontstond sociale zekerheid, mensen kregen veel premies, babyboom,…

 Zeer sterke dualisering in de samenleving: kloof tussen arm & rijk (zwart & blank) = zeer groot
Reactie onder impuls van ‘civil rights’ bewegingen & legislatieve initiatieven (‘War on
poverty’)  emancipatie van onderdrukte groepen

,  Er ontstonden povertyboards: programma’s ontwikkelen door mensen zelf in poverty, in
povertyboards zaten ook armen zelf.

Armoede stond in de kijker via publicaties  o.a.:

 Harrington’s “The Other America. Poverty in the US” (1962) = Analyse van armoede in de VS
 “Moynihan Report” (1965): Probeert tekort aan voorkennis over armoede op te vullen, en
probeert voorgaand onderzoek samen te brengen in zijn werk

 Ook grote aandacht voor armoedeproblematiek onder het bewind van presidenten Kennedy &
Johnson


War on Poverty concreet:

Grote programma’s voor opleiding & tewerkstelling van mensen in armoede (cfr. Community Action
Programs)  opgesteld voor armen, met armen en door de armen

 Doel: “to obtain service from the poor in the place of providing service to the poor” (Solomon,
1965)  “new careers for te poor”
 Besef dat armoede niet enkel een tekort aan middelen is, maar ook een maatschappelijk
fenomeen
 Brugfiguren nodig: mensen nodig die met hun eigen culturele achtergrond, structurele
problemen zien en hun politieke stem gebruiken


War on poverty: 4 concrete elementen:

Nadruk lag op participatie (1), sociale actie (2) en krachten (3) en zelfhulp (4).  empowerende
gedachte zat hier al wat in

1. Participatie
 Ontwikkeling programma’s voor, door & met mensen in armoede (vb. vertegenwoordiging
van 1/3 in de zgn. ‘Poverty Boards’).

 Zurcher (1970): belang van actieve en betekenisvolle participatie.
 Mensen in armoede hebben laag zelfbeeld  gebaseerd op verhalen opgehangen aan
eigen persoon, als dit gaat over persoon in zijn geheel  volledig negatief zelfbeeld
 Mensen in armoede doen constant zo hard hun best, zonder resultaat  laag zelfbeeld tot
gevolg  betekenisvolle participatie nodig om dit te doorbreken  kan in kleine dingen
zitten

2. Sociale actie
 Alinsky (1969): het organiseren van armen om te vechten voor hun burgerrechten en
stimuleren van protestbewegingen: “Verandering komt voort uit macht en macht komt voort
uit organisatie. Om te kunnen handelen moeten mensen zich verenigen.”
 Hij wil een radicale revolutie door mensen in armoede zelf ontketenen tegen het
kapitalistisch liberalisme  weer vanuit idee: iets nuttig doen

, 3. Krachten
 Riesemann (1964): Benadrukken van wat armen wel, eerder dan niet hebben = specifieke
kracht van armen.
Vb: mensen in armoede hebben een specifieke manier van spreken (groffe taal, schelden, luid
spreken,…)  eerlijkheid, je weet waar je staat bij deze mensen
 Armoede niet als “afwijking” van de middenklasse;
 Deze krachten benutten in begeleiding.
 Bepaalde coping vragen stellen die de krachten duidelijk maken aan cliënt zelf
 Bepaalde circulaire vragen stellen die cliënt doen nadenken over hoe anderen praten over
haar
 Gesprekken voeren die krachten in beeld brengen & bespreken hoe deze benutten.
Krachten als leidraad in de aanpak van armoede  van strenghts naar power
 Riesmann (1964):
“In contrast to Harrington’s portrait of a “culture of poverty” of apathy, indifference, and
withdrawal, the professional must seek out the signs of strengths and possibilities and
accentuate them.”

4. Zelfhulp
 Mensen in armoede inzetten om andere mensen in armoede te helpen. = ervarings-
deskundigen
 ‘Gevers’: verbeterd zelfbeeld, hogere status, een gevoel van controle.  al uit armoede
gekomen
 ‘Ontvangers’: betere aansluiting op basis van ervaringsdeskundigheid, potentie om zelf
‘gever’ te worden.


USA jaren ’70:

 Ontnuchtering na ‘War on Poverty’
 Bewust dat genomen maatregels onvoldoende zijn

 Bewustwording van “Culture of Poverty” eind jaren 60:
 Armoede ≠ enkel economische situatie  enkel economische omstandigheden aanpakken
helpt niet
 Armen groeien vaak op in specifieke omstandigheden, en wonen in specifieke situaties 
gedragingen/ systeem/ levensstijl van armoede wordt doorgegeven
Bv. slechte huisvestiging, overbevolking, weinig privacy, afwezigheid beschermende
kindertijd, hoge incidentie alleenstaand moederschap, specifieke attitudes en waarden
 Nadeel: gevaar van stigma!

 Bovendien: 2 nieuwe inzichten vanuit de sociale psychologie die centraal staan bij
empowerment:
 Lerner (1979): surplus powerlessness = verinnerlijkte machteloosheid als blokkade voor
veranderingsproces:
 Geeft mensen het gevoel niets te kunnen veranderen aan zichzelf en hun leefwereld

,  Daarom: meer aandacht voor de structurele oorzaken van armoede (kritische
bewustwording) en armoedebestrijding op verschillende niveaus.
 Zie ook: learned helplessness (Seligman, 1967)
 Het verschil tussen:
 “Surplus powerlesness” Lerner (1979): Psychologische achterstelling bovenop (surplus)
objectieve materiële achterstelling (economisch/politiek)
 “learned helplessness” Seligman (1967): Aangeleerde hulpeloosheid: niet meer in staat te
reageren omdat ‘niks helpt’

 Beide begrippen vestigen de aandacht op structurele componenten van sociale problemen.


De term ‘empowerment’ wordt gelanceerd in de VS in de jaren ’70 door Barbara Solomon:
"a process whereby the social worker engages in a set of activities with the client (...) that aim to reduce the
powerlessness that has been created by negative valuations based on membership in a stigmatized group. It
involves identification of the power blocks that contribute to the problem as well as the development and
implementation of specific strategies aimed at either the reduction of the effects from indirect power blocks or
the reduction of the operations of direct power blocks."

 Direct powerblocks: maatschappelijke structuren (waardoor geen job, huis,…)  SW nodig
om dit aan te pakken op structureel niveau
 Indirect powerblocks: geïnternaliseerde onderdrukking  SW traumafocussed werken


Definitie van empowerment = een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen vanuit eigen krachten greep krijgen op hun situatie en de omgeving en dit via:

 Het verwerven van controle = de capaciteit om beslissingen te kunnen beïnvloeden (zelf de
touwtjes in handen hebben)
 Gaat over de oorzaak bij jezelf of buiten jezelf te leggen
 Bij mensen in armoede heel vaak externe factoren als oorzaak van geen vooruitgang, na
een tijd krijgen ze een fatalistische houding = noodlot, voor het ongeluk geboren

 Het aanscherpen van kritisch bewustzijn = inzicht verwerven in de eigen situatie (eigen
ervaringen kunnen ‘contextualiseren’)
 Weg van het individuele schuldmodel: schuld van armoede ligt bij de armen zelf
 Sociaal werkers kijken via maatschappelijk schuldmodel: samenleving brengt armoede
voort & sociaal werkers kijken ook naar individuele factoren
 Belangrijk om dit te kaderen bij cliënt  kan hem motiveren om terug controle te
willen nemen

 Het stimuleren van participatie = actieve, zinvolle betrokkenheid in de samenleving
 Reduceert surpluss powerlessness/learned helplessness.
 Heeft positieve gevolgen voor:
 Individu op zich
 directe omgeving
 interpersoonlijke relaties (vb. wederzijdse hulp, sociaal netwerk)

 Participatie ≠ vertegenwoordiging! Cfr. Laura Lundy (2007): “Voice is not enough!”

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemfrankie. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R155,87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R155,87  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added