100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle literatuur Behavioral Public Administration 2024 R126,44   Add to cart

Summary

Samenvatting alle literatuur Behavioral Public Administration 2024

 49 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een samenvatting van alle literatuur voor het vak Behavioral Public Adminstration

Preview 4 out of 65  pages

  • January 3, 2024
  • 65
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting literatuur Behavioral Public Administration
College 1
Grimmelikhuijsen, Jilke, Olsen & Tummers – Combining insights from public administration and
psychology
Abstract: gedragsbestuur is de analyse van openbaar bestuur vanuit het microperspectief van
individueel gedrag en houdingen, door gebruik te maken van inzichten uit de psychologie over het
gedrag van individuen en groepen. Een analyse van bestuurskundige onderwerpen door een
psychologische lens kan nuttig zijn om klassieke bestuurskundetheorieën te bevestigen, te nuanceren
of uit te breiden. Op deze manier vormt gedragsmatig openbaar bestuur een aanvulling op het
traditionele openbaar bestuur. Bovendien zou het tweerichtingsverkeer kunnen zijn voor psychologen
die externe validiteit van hun theorieën willen testen in een politiek-bestuurlijke setting. Ten slotte
worden 4 principes voorgesteld om de kloof tussen openbaar bestuur en psychologie te verkleinen.
Inleiding
Gedragsmatig openbaar bestuur: een interdisciplinaire analyse van openbaar bestuur vanuit het
microniveauperspectief van individueel gedrag en houdingen door gebruik te maken van recente
ontwikkelingen in het begrip van de onderliggende psychologie en het gedrag van individuen en
groepen. Deze definitie bestaat uit 3 onderdelen:
1. Individuen en groepen burgers, werknemers, en managers binnen de publieke sector vormen de
analyse-eenheid
2. Het benadrukt het gedrag en de houding van deze mensen
3. Door inzichten uit de psychologie en gedragswetenschappen te integreren in de studie van
openbaar bestuur
Met microniveau wordt de analyse-eenheid bedoeld die zich richt op de psychologische processen
binnen of tussen individuen: intra- en intersubjectiviteit.
Gedragsmatig openbaar bestuur kan ervoor zorgen dat onderzoek binnen het openbaar bestuur een
voortdurende dialoog voert met de psychologie over de theorieën en methoden die relevant zijn voor
bestuurlijk-politieke contexten.
Dit onderzoek presenteert 4 analyses over een gedragsmatige benadering van het openbaar bestuur.

Een opnieuw opkomende oproep tot integratie van openbaar bestuur en psychologie
Discussies over de kruisbestuiving van de 2 disciplines stonden centraal voor veel baanbrekende
personen in de bestuurskunde -> met name Herbert Simon. Simons sentiment weerspiegelt het idee
dat openbaar bestuur ondergeschikt is aan de psychologie, aangezien bestuurlijke besluitvorming
bestudeerd moet worden als een speciaal geval van de vele vormen van besluitvorming die door
psychologen worden bestudeerd. Simon merkte echter ook op dat het openbaar bestuur niet louter
een passieve gebruiker van de psychologie kan zijn, maar ernaar moet streven ook een bijdrage te
leveren. Simon stelde zich een tweerichtingsverkeer voor tussen de 2 velden.
Recente ontwikkelingen in het gebruik van psychologie in het openbaar bestuur
Om de omvang van recent psychologisch geïnformeerd bestuurskundig onderzoek systematisch te
beoordelen, hebben de auteurs een systematische analyse uitgevoerd van alle artikelen gepubliceerd
in drie toptijdschriften in de VS. Deze analyse laat zien dat het aantal artikelen over gedragsmatig
openbaar bestuur in de afgelopen 20 jaar is toegenomen.
De rol van psychologie in aangrenzende disciplines
2 aangrenzende disciplines: politieke wetenschappen en gedragseconomie, die psychologie in hun
disciplines hebben geïntegreerd. De politieke psychologie en de gedragseconomie hebben
psychologie op heel verschillende manieren gebruikt. Het is waardevol om deze verschillen te
observeren om te zien hoe een gedragsmatige benadering van het openbaar bestuur hiervan kan
leren en mogelijke valkuilen kan vermijden.
 Politieke psychologie: studie van politiek gedrag op individueel niveau. Het benadrukt de
verweven aard van politiek en psychologie, waarbij de studie van politieke psychologie kan
worden beschouwd als een interdisciplinair veld dat politiek gedrag vanuit een psychologisch

1

, perspectief beschouwt. Voorbeeld is ‘theorie van gemotiveerd redeneren’: vorm van cognitieve
dissonantiereductie -> mensen proberen zich te conformeren aan hun eerder gekoesterde
waarden en overtuigingen bij het nemen van beslissingen. De politieke psychologie heeft ook
inzichten uit de sociale psychologie gebruikt om onderwerpen als leiderschapsgedrag en
groepsprocessen bij besluitvorming te verklaren
 Gedragseconomie: bestudeert individueel marktgedrag door te benadrukken hoe actoren
afwijken van de neoklassieke opvatting van de rationele mens door beperkt egoïsme, cognitieve
vooroordelen en begrensde rationaliteit van individuen. 3 afwijkingen van actoren: begrensde
rationaliteit en cognitieve vaardigheden, begrensde wilskracht, en beperkt eigenbelang en
wederkerigheid. De gedragseconomie heeft zich anders ontwikkeld dan de politieke psychologie
-> Terwijl de gedragseconomie een sterke focus heeft op theorieën uit de cognitieve psychologie
en cognitieve vooroordelen om de niet-rationele besluitvorming van individuele marktagenten te
verklaren, heeft het subveld van de politieke psychologie een meer pluralistische benadering
aangenomen om psychologie in de politieke wetenschappen te integreren
De gedragseconomie laat vooral zien dat individueel gedrag op markten afwijkt van de aanname van
de homoeconomicus, terwijl de politieke psychologie de psychologie gebruikt om het politieke gedrag
van individuen te verklaren in plaats van alleen instellingen op macroniveau te onderzoeken. Maar
beide vakgebieden zijn vergelijkbaar in die zin dat ze laten zien dat er veel te leren is van
psychologische theorieën en dit in hun eigen vakgebied hebben geïntegreerd. Politieke wetenschap is
wel meer verwant aan de discipline van openbaar bestuur. Het past beter bij openbaar bestuur,
vanwege de pluralistische manier waarop de politieke psychologie zich heeft ontwikkeld.

Gedragsbestuur: theorie en methoden
 Theorieën voor gedragsbestuur: Een gedragsmatige benadering van het openbaar bestuur kan in
de eerste plaats nuttig zijn om grote theorieën op macroniveau te verbinden met hun
fundamenten op microniveau. Op deze manier kan een gedragsmatig openbaar bestuur
beweringen op macroniveau verifiëren, vervalsen of nuanceren en zo institutionele theorieën
verfijnen door het systematisch testen van hun microfundaties. Voorbeelden hiervan:
- Overheidstransparantie: de positieve impact van transparantie op vertrouwen is niet zo
eenvoudig als wordt beweerd, zou afhankelijk zijn van contextuele en culturele factoren.
Onderzoek van de Licht heeft het over ‘taboe-trade-offs’: burgers reageren sceptischer op
transparantie van overheidsbesluitvorming op gebieden die verband houden met dood en leven.
Volgens deze theorie worden het menselijk leven en welzijn als “heilig” beschouwd en kunnen ze
niet worden ingeruild tegen “seculiere” waarden, zoals geld. Deelnemers die werden blootgesteld
aan besluitvorming over een taboe-afweging, zoals verkeersveiligheid, ervaarden de beslisser als
minder legitiem dan niet-taboe-beslissingen. Dit illustreert dat overheidsbeslissingen over zulke
trade-offs op veel meer weerstand zullen stuiten dan trade-offs die dit taboe niet schenden.
Voorbeeld van hoe psychologie nuance toevoegt aan macrotheorieën.
- Representatieve bureaucratie: idee dat een representatieve samenstelling van de
beroepsbevolking van een bureaucratie de democratie op verschillende manieren kan
bevorderen. Idee hieraan ten grondslag is symbolische representatie: kan uitkomsten veranderen
zonder enige doelbewuste actie van vertegenwoordigers, anders dan het bekleden van een
bepaalde functie of positie. Laat opnieuw nuance zien.
 Een gedragsmatige benadering van openbaar bestuur en onderzoeksmethoden: naast de
theorieën kan psychologisch onderzoek ook bijdragen aan de methodologische ontwikkeling van
het openbaar bestuur. 2 voorbeelden:
- Experimenteren: nuttige toevoeging aan methodologische gereedschapskist binnen gedragsmatig
onderzoek in de bestuurskunde.
- Meten: aandacht besteden aan meetfouten in kwantitatief onderzoek is een extra
methodologische kans die zich voordoet bij het streven naar een grotere integratie van de



2

, psychologie met het openbaar bestuur. Meetkwaliteit van bestuurskundig onderzoek kan verder
worden versterkt.

Agenda voor de ontwikkeling van een gedragsmatig openbaar bestuur
 Uitbreiden van gedragsmatig openbaar bestuur naar meer onderwerpen op het gebied van
openbaar bestuur -> bijv. e-government, street-level bureaucratie en verantwoording
 Methodologische vooruitgang: bijv. functionele magnetische redeneringsbeeldvorming,
schaalontwikkeling, dagboekstudies, veldexperimenten etc.
 Het versterken van gedragsmatig openbaar bestuur als volwassen deelgebied
 Het vergroten van de waarde voor de praktijk van het openbaar bestuur

Simon – A comment on the science of public administration
Dahl heeft 3 fundamentele kwesties opgeworpen in zijn analyse over de problemen bij het creëren
van een wetenschap van openbaar bestuur:
1. De plaats voor normatieve waarden moet duidelijk zijn
2. De aard van mensen in het gebied van openbaar bestuur moet goed worden begrepen en zijn
gedrag moet beter te voorspellen zijn
3. Er moeten vergelijkende studies zijn van waaruit principes en algemeenheden ontdekt kunnen
worden die over de nationale grenzen heengaan.
Simon geeft meer uitleg bij de eerste twee punten

De plaats van normatieve waarden
Dahl neemt een positivistische positie in dat waarden niet gepresenteerd kunnen worden door een
wetenschappelijke methode. Hij stelt bovendien dat aanbevelingen voor publiek beleid nooit alleen
wetenschappelijk kunnen zijn. Hoe ver de middel-doelketen van redeneren ook wordt gevolgd, er
blijft aan het eind ervan altijd een waarde-element over. Het fundamentele onderscheid tussen de
zuivere en de toegepaste wetenschapper is dat de eerste zich bezighoudt met het ontdekken en
verifiëren van correcte empirische stellingen over een bepaald gebied van de menselijke kennis,
terwijl de laatste zich bezighoudt met bereikbare beslissingen die gedeeltelijk op wetenschappelijke
kennis zijn gebaseerd. De toegepaste wetenschapper heeft niet dezelfde vrijheid als de zuivere
wetenschapper bij het beperken van het specifieke scala aan verschijnselen waarmee hij zich wil
bezighouden. De toegepaste wetenschapper moet dealen met alle verschijnselen die relevant zijn
voor een specifieke set van waarden die betrokken zijn bij een probleem. Hij moet niet alleen een
correct systeem van voorstellen hebben, maar ook een compleet systeem.
Als oplossing voor het waardevraagstuk in de bestuurswetenschap stelt Dahl twee alternatieven voor:
1. Dat we een basishypothese opstellen
2. Of dat we de doelen eerlijk stellen -> als dit wordt aangenomen, kunnen de voorstellen van
bestuurlijke wetenschap niet universeel zijn, maar zullen afhangen van geselecteerde waarden.
Een toegepaste bestuurskundige zou proberen het systeem van empirische stellingen te gebruiken
dat door de zuivere wetenschap is ontwikkeld om een implementatie voor een bepaald
waardensysteem uit te werken.
Bestuurskunde en menselijk gedrag
Want als het openbaar bestuur een toegepaste wetenschap wil zijn, kan het geen grenzen
onderkennen die zijn vastgesteld met het oog op academische specialisatie en die het
waardensysteem beperken waarmee het zich kan bezighouden.
Simon rekent zichzelf tot een groep die een zuivere wetenschap van menselijk gedrag in organisaties
en in het bijzonder overheidsorganisaties wil creëren, die ontevreden is over de traditionele,
formalistische en legalistische administratieve theorie, en die voorstelt een meer solide theorie op de
fundamenten van de sociale psychologie te ontwikkelen.
De pure en toegepaste wetenschap kunnen volgens Simon goed naast elkaar bestaan.



3

, Simon is het niet eens met de stelling van Dahl dat beleidsmakers geen kennis hoeven te hebben van
de psychologie, en dat ze mensen in kunnen laten vliegen die wel die kennis hebben. Volgens Simon
dient bestuurskunde in zijn meest pure vorm, zijn eigen conclusies te trekken, in plaats van de
conclusies van anderen over te nemen. De onderzoeker op administratief gebied moet zichzelf niet
alleen beschouwen als een persoon wiens werk verband houdt met de sociale psychologie, maar als
een persoon die een sociaal psycholoog is die zich concentreert op een bepaald speciaal gebied van
menselijk gedrag. Op een vergelijkbare manier moet de politicoloog, de econoom of de socioloog die
eersteklas werk wilde doen op het gebied dat Simon als politieke economie heeft bestempeld, meer
zijn dan een intelligente amateur op de gebieden van de sociale wetenschappen die buiten zijn
vakgebied liggen.

Hallsworth – A manifesto for applying behavioural science
Abstract: De afgelopen jaren is het gebruik van gedragswetenschappen snel toegenomen om de
prioriteiten van actoren uit de publieke en private sector aan te pakken. Er is nu een levendig
ecosysteem van praktijkmensen, teams en academici die voortbouwen op elkaars bevindingen over
de wereld. Hun focus op robuuste evaluatie betekent dat we weten dat dit werk impact heeft gehad
op belangrijke kwesties zoals antimicrobiële resistentie, opleidingsniveau en klimaatverandering. Er
zijn echter ook verschillende kritiekpunten naar voren gekomen; Alles bij elkaar genomen suggereren
ze dat de toegepaste gedragswetenschap de komende tien jaar verder moet evolueren. Dit manifest
voor de toekomst van de toegepaste gedragswetenschappen kijkt naar de uitdagingen waarmee het
veld wordt geconfronteerd en doet tien voorstellen om deze aan te pakken. Het aangaan van deze
uitdagingen zal betekenen dat de gedragswetenschap beter is toegerust om beleid, producten en
diensten op sterkere empirische grondslagen te helpen bouwen – en daarmee de cruciale
uitdagingen van de wereld aan te pakken.
Inleiding
De afgelopen jaren is een brede agenda ontstaan die onderzoekt hoe gedragswetenschap kan worden
geïntegreerd in kernactiviteiten van publieke en private sector, zoals: regelgeving, belastingen,
strategie en operaties. Deze brede agenda wordt weerspiegeld in de creatie van
onderzoeksprogramma’s op het gebied van gedragsmatig overheidsbeleid/openbaar bestuur. Naast
succes is er ook kritiek -> bijv. op de doelstellingen, aannames en technieken van de toepassingen van
gedragswetenschappen. Dit artikel reageert op de kritiek door een agenda op te stellen om ervoor te
zorgden dat de gedragswetenschap haar potentieel in de komende decennia kan verwezenlijken ->
bestaat uit 10 voorstellen, vallend in 3 categorieën: reikwijdte, methoden, en waarden. De
implementatie van de voorstellen is verdeeld over 4 grote groepen in het gedragswetenschappelijke
ecosysteem: praktijkmensen, klanten die praktijkmensen opdracht geven, academici en financiers die
het werk van academici ondersteunen.

Kernbegrippen:
 Gedragswetenschappen: discipline die wetenschappelijke methoden gebruikt om theorieën te
genereren en te testen die het gedrag van individuen, groepen en populaties verklaren en
voorspellen. Dit stuk richt zich vooral op de implicaties van dual-procestheorieën over gedrag.
Gedragswetenschappen verschilt van ‘de gedragswetenschappen’, die verwijst naar een bredere
groep van alle wetenschappelijke disciplines die gedrag bestuderen.
 Gedragsinzichten. De toepassing van bevindingen uit de gedragswetenschappen om praktische
problemen in de praktijk te analyseren en aan te pakken, meestal gekoppeld aan een rigoureuze
evaluatie van de effecten van eventuele interventies. In het huidige stuk wordt deze term door
elkaar gebruikt met ‘toegepaste gedragswetenschap’.
 Gedragseconomie. De toepassing van bevindingen uit de gedragswetenschappen op het gebied
van de economie om verklaringen te creëren voor economisch gedrag die vaak afwijken van de
principes van de neoklassieke economische theorie.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lieskezijlstra2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R126,44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R126,44  9x  sold
  • (0)
  Buy now