enzyme
3. PLC verandert membraanfosfolipiden in diacylglycerol
(DAG); wat in het membraan blijft en IP3 wat diffundeert
in het cytoplasma
4. DAG activeert proteïne kinase C, wat proteïnen
fosforyleert
5. IP3 zorgt voor de vrijzetting van Calcium vanuit
organellen (ER)zodat een Calcium signaal ontstaat.
Ca heel belangrijk voor spiercellen
Integrinereceptor celadhesie
Bloedstolling en wondherstelling
Immuunherkenning
Extracellulair: bindt aan extracellulaire matric
Intracellulair; bindt aan cytoskelet via anchor proteïnen
→ ligand bind aan de integrinereceptor en past het cytoskelet
aan.
Calcium: Ca2+2 → nieuwe signaalmolecule
(gaan we ook zien binding aan proteïne: calmoduline
bij spieren) o verandede enzymactiviteit
o veranderde transportactiviteit
o verandering ionenkanalen
Binding aan bewegings proteïnen
o veranderde microtubuli
o verandere activiteit spiercontracties
binding aan proteïnen die exocytose of secretie (vesikels)
bewerkstelligen
o vb: vrijzetting van insuline B-cellen van de
pancreas
Binding aan andere ionkanalen
o vb: activatie van K+ kanalen zenuwcellen
intiatie embryo-ontwikkeling
INLEIDING TOT DE ORGAAN- EN STELSELFYSIOLOGIE
Begrip Uitleg
Animale Willekeurig; onder de invloed van wil (persoon kan zelf
zenuwstelsel beginnen om bijvoorbeeld te gaan lopen)
Autonoom Onwillekeurig; vegetatief en viscerale (spijsvertering)
zenuwstelsel zenuwstelsel
vb: je hart gaat sneller kloppen tijdens lopen
Neuronen Zenuwcellen = functionele eenheid
→ basis signaaleenheden van het zenuwstelsel
Dendrieten vaan het aankomt en axonen waar zenuwprikkel
(actiepotentiaal vertrekt)
zenuwcellen zijn redelijk lang 1cm zenuwen aanéénrijgen
27
, om zo heel het lichaam te voorzien van prikkels
Gliacellen Steuncellen;
→ biochemische structuur en ondersteuning (isoleren zodat
stroom niet weg kan)
Schwanncellen
Oligodendrocyten
Satellietcellen
Astrocyten
Microglia
Ependymcellen
Anterograad voorwaarts transport: vesikels + mitochondriën van cellichaam
transport naar axonuiteinde
Retrograad transport achterwaarts transport: brengt oude celcomponenten van het
axon terminal naar het cellichaam voor recycling
Axonaal transport snel! vesikels getransporteerd over microtubuli netwerk
doorheen het axon.
Werking:
1. peptides worden gesynthetiseerd op het rER en verpakt
door het golgi apparaat.
2. Snel axonaal transport stuwt vesikels en mitochondriën
langsheen de microtubuli
3. Vesikels worden vrijgezet door exocytose
4. Sommige synaptische vesikels worden gerecycled (lege
vesikels worden teruggestuurd)
5. Retrograad transport
6. Oude membraan componenten worden verteerd in de
lysosomen
Schwanncellen en zorgen voor structurele stabiliteit voor neuronen door zichzelf
oligodendrocyten rond axon te wikkelen → structuur en isolatie (versnelt
signaaltransmissie)
→ Schwann = PNS
→ oligodendrocyten = CNS → concentrische lagen
myelineschede
→ Nog een verschil tussen de twee is dat oligodendrocyten over
meerdere axonen gebonden zijn, terwijl Schwanncellen slecht
rond 1 axon gebonden zijn.
er is ruimte tussen de schwancellen knoop van ranvier
Satellietcellen Een soort van niet-gemyeliniseerde Schwann Cell → supportive
capsule rond ganglia → CNS
Astrocyten Heel hard vertakte gliacellen → CNS
→ vele functies
soort van steuncel
Microglia Eigenlijk geen zenuwweefsel
→ CNS
→ gespecialiseerde immuuncellen
→ verwijderen beschadigde cellen en disruptie
organismen/organellen/dingen
!! Kunnen ook ROS vrijlaten die radicalen vormen
→ die ROS zou bijdrage tot oxidatieve stress geven wat kan
leiden tot ALS
28
, Ependymcellen creëren een selectief permeabel epitheellaag
→ The ependyma (bron voor neural stem cells)
→ CNS
(Rust) → Wordt veroorzaakt door een onevenwicht van ionen intra en
membraanpotentiaal extracellulair.
→ Na+, Ca2+, Cl- → ECF vooral aanwezig
→ K → ICF vooral aanwezig
→ hebben allen een verschillende membraanpermeabiliteit
Rustmembraanpotentiaal in neuronen is -70mV
→ ion stromingen → elektrische signalen
Depolarisatie Een stijging van de membraanpotentiaal → Na kanalen gaan
+
open en volgens hun elektrochemische gradiënt gaan ze de cel
in → zorgt voor het meer positief worden van de
membraanpotentiaal → depolarisatie
Hyperpolarisatie Wanneer de cel plots meer permeabel wordt voor K +
Conductantie (g) Het gemak waarmee ionen door een kanaal stromen
Resistance = In biologische elektriciteit zijn er 2 bronnen van resistance
weerstand 1. The resistance van de celmembraan Rm
2. De internal resistance van het cytoplasma Ri
3. (Eventueel ook nog die van ECF Ro)
→ combinatie van Rm, Ri en Ro creëert de lengteconstante
Grated potentials Signalen met variabele sterkte die zich over korte afstanden
verplaatsen en naarmate ze door de cel reizen hun sterkte
verliezen
→ wordt gebruikt voor korte afstand communicatie
→ Hoe komt het dat deze afzwakken?
Current Leak
een cytoplasmatische weerstand
→ Bij twee graded potentials kort achter elkaar zullen deze
optellen
→ vooral in dendrieten en het cellichaam
Actiepotentiaal Zeer korte, grote depolarisatie die lange afstanden kan reizen
in een neuron zonder hun sterkte te verliezen. Hun functie is
om snel signalen over grote afstanden te signaleren.
Alles of niets fenomeen
Werking
Actiepotentiaal
werking 1. membraan in rust → mechanically gated ion channel
zorgt voor Na+ influx imput van positieve ionen
2. Membraanpotentiaal stijgt
3. Drempel/threshold: niet alle prikkels gaan naar de
hersenen → enkel wanneer de drempel bereikt wordt.
→ prikkels moeten een bepaalde Na+ influx geven: deze
moet zorgen voor boven de -55mV zodat AP ontstaat
AP begint wanneer voltage gated ion kanalen openen:
permeabiliteit (p) voor Na stijgt: drijvende kracht voor
Na+ ionen
4. Na+ influx blijft stijgen
5. Piek AP: 30 mV influx van Na+ stopt: wanneer de
binnenkant van de vel meer positief is geworden dan de
buitenkant + drijvende kracht stopt. K+ efflux stijgt →
membraan potentiaal zakt opnieuw terug
6. K+ vloeit uit de cel, want de permeabiliteit van K+ stijgt
29
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saar12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R68,89. You're not tied to anything after your purchase.