100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geneeskunde Decentrale Selectie Anatomie Samenvatting 2024 R138,13   Add to cart

Summary

Geneeskunde Decentrale Selectie Anatomie Samenvatting 2024

 32 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een Nederlandse samenvatting over het anatomie gedeelte van de decentrale selectie van geneeskunde 2024(Universiteit Utrecht). De samenvatting bevat alle opgegeven stof en is gemaakt door een master geneeskundestudent. Bij vragen, stuur vooral een berichtje. Succes!

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • 1, 3, 6, 7
  • January 4, 2024
  • 27
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Decentrale Selectie Geneeskunde Universiteit Utrecht 2024
Samenvatting Anatomie

Hoofdstuk 1: The Body
What is anatomy?
Anatomie: omvat zowel grove structuren als structuren die alleen met de microscoop te zien
zijn. Echter wordt met de term anatomie meestal de macroscopische anatomie bedoelt, dit
houdt de studie van structuren in die zonder een microscoop zijn te zien. Microscopische
anatomie wordt ook wel histologie genoemd. Dit is de studie van cellen en weefsels met
behulp van een microscoop.

How can gross anatomy be studied?
Er zijn twee manieren waarop de anatomie bestudeerd kan worden:
• Met een regionale benadering, hierbij wordt elk gebied van het lichaam apart
bestudeerd en wordt er gekeken naar alle structuren die in dit gebied voorkomen.
Bijvoorbeeld, wanneer de thorax wordt bestudeerd, wordt er gekeken naar het
vaatstelsel, alle zenuwen, botten, spieren en andere structuren en organen die
gelokaliseerd zijn in dit gebied.
• Met een systematische benadering, hierbij wordt elk systeem door het hele lichaam
heen bestudeerd. Denk aan het cardiovasculaire systeem en het zenuwstelsel.
De regionale benadering is handig om details mee te bestuderen en de systematische
benadering is handig wanneer je een heel systeem door het lichaam heen wilt begrijpen.


Important anatomical terms
De anatomische positie is de standaard referentiepositie van het lichaam.
De anatomische positie bestaat uit:
- Rechtop met een rechte rug, voeten naast elkaar met de tenen naar voren.
- Gezicht vooruit, mond gesloten, gezichtsuitdrukking neutraal en ogen kijken
naar een punt in de verte.
- Armen langs het lichaam, handpalmen naar voren gericht en de duimen richting de zijkant.
- Top van de opening van de oren op hoogte met het jukbeen onder het oog.

Anatomical planes
Er zijn drie anatomische vlakken waarin het lichaam kan
worden opgedeeld:
• Coronale vlak: dit vlak gaat verticaal door het lichaam
heen en verdeelt het lichaam in voor (anterieur) en achter (posterieur).
• Sagittale vlak: dit vlak gaat ook verticaal door het lichaam heen en staat loodrecht op
het coronale vlak. Het vlak verdeelt het lichaam in een rechter- en linkerkant.
• Transversale/horizontale/axiale vlak: dit vlak verdeelt het lichaam in een
bovengedeelte (superior) en ondergedeelte (inferieur).


Er zijn verschillende termen waarmee de locatie van structuren t.o.v. het hele lichaam of
t.o.v. andere structuren kan worden weergeven:
• Anterieur/ventraal: voorkant
• Posterieur/dorsaal: achterkant

, • Mediaal: beschrijft de positie van de structuur t.o.v. het mediaan sagittale vlak.
Mediaal is richting het midden.
• Lateraal: beschrijft de positie van de structuur t.o.v. het mediaan sagittale vlak.
Lateraal is richting de zijkant.
• Superieur: boven.
• Inferieur: onder.
• Proximaal: structuur dat dichterbij het centrum van het lichaam ligt dan een andere
structuur.
• Distaal: structuur dat verder van het centrum van het lichaam ligt dan een andere
structuur.
• Craniaal: richting het hoofd (kan worden gebruikt i.p.v. superieur).
• Caudaal: richting staart (kan worden gebruikt i.p.v. inferieur).
• Rostraal: wordt vooral in het hoofd gebruikt om de positie van een structuur ten
opzichte van de neus te beschrijven.
• Superficiaal: richting de buitenkant van het lichaam gelegen (oppervlakkig).
• Diep: dieper in het lichaam gelegen.


Body systems, skeletal system
Het skelet bestaat uit kraakbeen en bot. Het kan worden onderverdeeld in twee subgroepen:
• Het axiale skelet: bestaat uit botten van de schedel (cranium), wervelkolom
(vertebral column), ribben en borstbeen (sternum).
• Het appendiculaire skelet: Bestaat uit de botten van de bovenste en onderste
ledematen.
Cartilage
Kraakbeen (cartilage) is een avasculaire vorm van bindweefsel (connective tissue) en
bestaat uit extracellulaire vezels die in een matrix liggen. De hoeveelheid en soort
extracellulaire vezels in de matrix is afhankelijk van het type kraakbeen. In gebieden die
zwaar belast worden, is de hoeveelheid collageen toegenomen en is het kraakbeen bijna
onrekbaar. In gebieden die minder belast worden bevat het kraakbeen meer elastische
vezels en minder collageenvezels. De functies van kraakbeen zijn:
• Ondersteuning van zachte weefsels (denk aan oren en neusflappen).
• Bieden een glad en glijdend oppervlak voor gewrichten.
• Het mogelijk maken van de ontwikkeling en groei van lange botten (denk aan
groeschrijven).
Er zijn drie soorten kraakbeen:
• Hyaline kraakbeen: meest voorkomend, bevat een gemiddelde hoeveelheid
collageenvezels (bv. gewrichtsoppervlak van bot).
• Elatisch kraakbeen: bevat collageenvezels en een grote hoeveelheid elastische
vezels (bv. oor).
• Fibreus kraakbeen: bevat een beperkt aantal cellen en een grote hoeveelheid
collageenvezels (bv. tussenwervelschijven).
Kraakbeen bevat geen bloedvaten, lymfevaten of zenuwen en wordt dus gevoed door
diffusie.

Bone
Een bot is verkalk levend bindweefsel en vormt het grootste deel van het skelet. Het bestaat
uit een intracellulaire verkalkte matrix, deze bevat collageenvezels en andere soorten cellen.
Functie van botten:
• Ondersteunen structuren.
• Beschermen vitale organen.

, • Opslag van calcium en fosfor (reservoir).
• Dienen als hefbomen waarop spieren werken → beweging.
• Opslag van bloed producerende cellen.


Er zijn twee soorten bot, compact (trabecular) bot en sponsachtig (cancellous) bot. Compact
bot omringt sponsachtig bot. Sponsachtig bot omringt bloed producerende cellen (marrow).
Botten worden op basis van vorm geclassificeerd:
• Lange botten: zijn buisvorming (tubular), bv. opperarmbeen (humerus) en dijbeen
(femur).
• Korte botten: zijn kubusvorming (cuboidal), bv. botten van de pols en enkel.
• Platte botten: bestaan uit twee compacte botplaten gescheiden door sponsachtig bot,
bv. schedel.
• Onregelmatige botten: botten met verschillende vormen, bv. botten in het gezicht.
• Sesambeentjes: ronde of ovale botten die zich in de pezen (tendons) ontwikkelen.
Botten zijn vasculair en worden geïnnerveerd. Alle botten (behalve in het gebied van een
gewricht waar kraakbeen aanwezig is) hebben een beschermende laag, genaamd het
periosteum (is een fibreus bindweefselmembraan). Het periosteum heeft het vermogen om
nieuw bot te vormen en is vasculair en wordt geïnnerveerd. Het voedt de buitenste lagen van
het compacte bot. De meeste neuronen bevatten vasomotorische vezels en deze reguleren
de bloedstroom. Bot bevat zelf weinig sensorische zenuwvezels, het periosteum bevat wel
veel sensorische zenuwvezels. Een bot zonder periosteum zal het niet overleven.


Alle botten zijn afkomstig van mesenchyme door:
• Intramembrane ossificatie: hierbij ondergaan mesenchymale bottten ossificatie, of
• Endochondrale ossificatie: hierbij wordt kraakbeen gevormd uit mesenchym en
ondergaan ze ossificatie.
Joints
Gewrichten (joints) zijn plekken waar twee skeletelementen samen komen. Er zijn twee
soorten gewrichten:
• Synoviale gewrichten: dit zijn gewrichten tussen skeletelementen waarbij de
betrokken elementen worden gescheiden door een gewrichtsholte.
Kenmerkend voor dit gewricht is dat een laag hyaline kraakbeen het articulating
oppervlak (= oppervlaktes van botten die met elkaar in contact komen) van de
skeletelementen bedekt. Op deze manier komen botoppervlaktes niet direct met
elkaar in contact. Ook bevatten synoviale gewrichten een gewrichtskapsel die bestaat
uit een synoviaal membraan (binnenste laag) en een fibreus membraan (buitenste
laag).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudenteUU. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R138,13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R138,13
  • (0)
  Buy now